www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bomen van Betekenis #34 Bijzondere bestemming voor hout uit het Kuinderbos

11 september 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Hout uit Nederlandse bossen wordt op de meest uiteenlopende plaatsen toegepast. Recent werd bekend dat er vanuit de bouw steeds meer vraag is naar hout en dat tegelijkertijd Hollands Hout (dat hout uit Staatsbosbeheerterreinen verwerkt) met steeds nieuwe producten komt, zoals lariks gevelbekleding. Vuistregel is altijd: er groeit meer hout bij dan er geoogst wordt.
In het Kuinderbos, in de Noordoostpolder, toont boswachter Harco Bergman mij een wel heel uitzonderlijke bestemming van hout uit zijn bossen. Maar voor het zover is, laat hij mij eerst zien hoe hier beheerd wordt.

Bonte bodem
Het Kuinderbos heeft een grootte van zo’n 1200 hectare, waarvan 1000 hectare ook daadwerkelijk bos is (de overige 200 bestaan uit bijvoorbeeld water, weides en paden). In een IJsselmeerpolder verwacht je vooral vruchtbare zeeklei aan te treffen in de bodem. En er hoort het beeld bij dat alles ‘vanzelf’ de grond uitbrult. Maar in het Kuinderbos is dat niet het geval. Er is sprake van een bonte bodem. Dat wil zeggen dat er als gevolg van de geologische geschiedenis van het gebied, veel verschillende bodemsoorten voorkomen: grove zanden, keileem, veen en zeer gemengde (heterogene) bodems. Het grote vraagstuk was natuurlijk: wat te planten op al die verschillende bodems? Daarbij gaat het er niet alleen om te weten wat waar wil groeien maar ook om hoe je gaat planten. Keileem bijvoorbeeld, is bij nat weer onbegaanbaar en bij droogte ondoordringbaar. Op tal van proefvelden werd gekeken hoe je die opgaven het beste het hoofd kunt bieden. Van meet af aan ging het uiteraard ook om toekomstige houtoogst, maar belangrijker nog was eerst maar eens tot een levensvatbare aanplanting te komen.Staand gesnoeid
Een aantal bosvakken die we vandaag bezoeken was oorspronkelijk, tussen 1947 en 1953, ingeplant met lariks. Van die eerste generatie ging bij een storm in 1990 zo’n 80 procent om. Er volgde een goede natuurlijke verjonging, met ook heel wat eik tussen de lariks en her en der een overlever van de storm. Deze grote bomen zijn in het begin erg nuttig omdat ze de jonge exemplaren beschermen tegen bijvoorbeeld te heftige zoninstraling of wind. Maar wanneer de tweede generatie uitgroeit raken de toppen de zijtakken van de oude bomen, waardoor er een ongewenst ‘knoteffect’ optreedt. Dat is het moment voor Harco om in te grijpen. De oude lariksen worden ‘staand gesnoeid’, dat wil zeggen van hun zijtakken ontdaan. En in de jonge opstand vindt een dunning plaats, zodat je daaruit de beste bomen overhoudt. Het levert een bijzonder bosbeeld op, vooral wanneer je eenmaal de opgesnoeide lariksen (‘sigaren’ noemt Harco die) herkent. Ze vormen wat nieuwe toeven groen (waterlot) maar staan er verder kaal bij. Door zorgvuldig te kiezen welke bomen je oogst en welke je spaart, heeft het bos een ‘ruggengraat’, die in de loop van de tijd vervangen wordt door exemplaren die nu nog jong zijn.Blessen
Het opsnoeien en het verzagen tot planken en balken van geoogste bomen gebeurt door leerlingen van de groenopleiding Yuverta die een Nederlands Kettingzaag Certificaat (NKC) hebben. Met een NKC 1 mag je liggend hout korten, voor het opsnoeien van staande bomen is een NKC 2 vereist.
Maar er gaat een klus aan vooraf die Harco zelf uitvoert: het blessen. Dat wil zeggen dat met een spuitbus stammen op ooghoogte gemarkeerd worden. Hoe de merktekens er precies uitzien (stippen, ringen enzovoorts) verschilt een beetje van boswachterij tot boswachterij, maar oranje geeft altijd aan: deze boom mag geveld worden. In het Kuinderbos tref je ook de letter K op bomen aan; van ‘klimmen’. Die boom moet opgesnoeid worden. En er is de heel belangrijke H. Die staat voor ‘horst’, dat wil zeggen dat er een roofvogelnest in de boom zit en dat die niet geveld mag worden. Harco laat een boom zien met twee oranje ringen en een grote blauwe H daar weer overheen. ‘Hier vond herblessing plaats, omdat een buizerd een nest maakte ná de eerste blesronde. Deze boom sparen we dus.’Na de storm
Het hier geoogste hout wordt bijvoorbeeld gebruikt voor planken en bebordingspalen en alleen het zaagsel eindigt als biomassa. Eén partij hout, uit een ander bosvak met vooral fijnspar en sitka, vond een heel bijzondere afnemer: kunstenaar Paul de Kort. Die realiseerde in 2016 het zevende werk in de collectie land art in Flevoland: Pier+Horizon. Ik schreef er meerdere keren over. Voor nu is het belangrijk om te weten dat het bestond uit enorme, drijvende ‘platen’ (kraggen) die op de wind en de golfslag van het Zwartemeer mee konden bewegen.
Storm Eunice (februari 2022) veranderde dat. Het kunstwerk kon de natuurkrachten niet aan en werd vernield. Diezelfde storm hield ook huis in het Kuinderbos. Zelfs in gezonde opstanden gingen bomen tegen de vlakte, zoals goed gewortelde sitka en fijnspar -die laatste heeft hier vanwege de bodemopbouw overigens nauwelijks last van verdroging en daardoor ook niet van insecten zoals de letterzetter.
Net als bij de lariksen blijft een deel van de overlevers staan vanwege hun ‘parasolwerking’ voor de jonge boompjes. Die tweede generatie zal hier trouwens niet bestaan uit louter natuurlijke verjonging: op de boomfeestdag worden 5000 fijnsparren door 700 kinderen geplant.Stammen in plaats van kraggen
Paul de Kort was ondertussen druk met zijn stammen uit het Kuinderbos. Die waterde hij, waardoor ze verduurzamen (ze krijgen minder haarscheurtjes waardoor ze beter bestand zijn tegen rot bijvoorbeeld). De stammen gebruikt hij om de kraggen te vervangen. Het is nog even spannend; zijn crowdfundcampagne is bijna voorbij. En dan! Dan is er hopelijk weer een kans om die choreografie te zien waarvoor de kunstenaar de lijnen uitzet, maar waarvan de natuur het verloop bepaalt.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog