www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bij de Bomenstichting #7 Een eik in Afferden

27 augustus 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Iedereen kan een boom aanmelden voor het Register van Monumentale Bomen dat de Bomenstichting beheert. Er zijn wel enkele voorwaarden; zo moet de boom bijvoorbeeld minstens honderd jaar oud zijn en hij moet nog een minimale levensverwachting hebben van tien tot vijftien jaar. Ook overheden, of een zbo (zelfstandig bestuursorgaan) zoals Staatsbosbeheer kunnen een boom voordragen. Alleen komen dat soort organisaties niet in aanmerking voor een subsidie. Boswachter beheer in Noord-Limburg Marit Hendriks van de Weem meldde een zomereik aan.

Niet zomaar
Die wordt niet zomaar opgenomen in het Register; een provinciale coördinator van de Bomenstichting komt eerst langs om hem te bekijken en gegevens te controleren. Dan wordt landelijk besproken of een boom al dan niet in het Register komt. Gebeurt dat, dan volgt na vijf jaar een inspectie om de staat van de boom te bekijken. Maandag 26 augustus heeft Marit afgesproken met Gerrit Visscher van de Bomenstichting voor de check van de data die zij digitaal doorgaf. En ik mag mee. Vormenrijkdom
Op weg naar de locatie hebben we tijd om elkaar te leren kennen. Voor Marit het traject doorliep om boswachter te worden (ze is hier sinds december in dienst), volgde ze de modeopleiding in Arnhem. Iets daarvan draagt ze altijd met zich mee: de voortdurende verwondering over de vormenrijkdom van de natuur. Als kunsthistoricus deel ik die uiteraard. En zij heeft een gewoonte die ik ook heb: mooie zaken die je zonder schade toe te brengen kunt meenemen, brengt ze onder in een verzameling. In dit geval op haar dashboard. Daar prijken de mooiste veren. Van links naar rechts: wespendief (een armpen), zeearend (een staartveer, gevonden in de Biesbosch waar ze ook werkte), jonge oehoe (een handpen) en buizerd (een handpen). Veren van die laatste vogel, die algemeen voorkomt, deelt ze ook uit aan kinderen. Heb je toch maar mooi iets van een echte roofvogel!

Eikenhakhout
Maar we zijn hier, in Afferden op een kleine strook bos tussen de Maas en de N271, voor de boom die ze voordroeg. Hij is net zichtbaar vanaf het pad, maar voor de inspectie moet hij uiteraard ook van dichtbij bekeken worden. Het gaat om een zomereik die op de overgang staat van rivierklei (door de Maas afgezet) naar stuifduinen waar de wind zand afzette.
De eik is het mooiste exemplaar in een perceel waarin hakhoutbeheer plaatsvond. Dat wil zeggen dat de bomen om de circa vijftien jaar vrij laag werden afgezet (met een hak of zaag) waarna deze weer uitliepen. Dat uitlopen gebeurt dan meerstammig vanuit een zogenoemde stoof. Het hout had allerlei doeleinden. Het werd gebruikt in bakkersovens of voor stelen en nog veel meer. Na de Tweede Wereldoorlog verdween het gebruik op de meeste plaatsen. Maar je kunt hier zonder verder onderzoek niet met zekerheid zeggen wanneer de boom voor het laatst is afgezet. Wel is duidelijk dat hij al behoorlijk lang vrij kan uitgroeien.Inspectie
Allereerst bekijkt Gerrit de algemene toestand van de boom. Hij zit overal fraai in het blad -behalve dan op de dode takken, maar die stoot de boom van nature af. Die takreiniging is juist een teken dat alles goed gaat. Wat best opmerkelijk is na zomers met twee hittegolven gevolgd door een extreem nat jaar.Dan volgt het meetwerk. Hoe je een meerstammige boom exact meet, is even puzzelen. Het belangrijkste is dat je precies vastlegt hoe je hebt gemeten. De gehele omtrek wordt op 25 centimeter hoogte vastgesteld op 4,57 meter. De centrale stam is op 1,3 meter hoogte 1,8 meter in omtrek. De omtrekopname vindt gewoon met een meetlint plaats, maar voor de hoogte is er een digitale meter. De eik blijkt 16 meter te zijn.
Om de precieze leeftijd vast te stellen van een levende boom, is er maar één methode: boren en in de boorkern de jaarringen tellen. Als dit professioneel gebeurt, is het veilig voor de boom. Maar er vindt toch een beschadiging plaats (al wordt het boorgat opgevuld met een houtprop) en daarom is enige terughoudendheid noodzakelijk. Nu is de leeftijd schatten van een boom berucht lastig. Groeide hij onder moeilijke omstandigheden op dan kan hij heel dun of laag blijven en toch enorm oud zijn. Maar hier is wel duidelijk dat de eik ouder dan tachtig jaar is en blijft het boren achterwege.

Postzegel
Het is afwachten voor Marit of ‘haar’ eik in het Register komt. Maar hoogstwaarschijnlijk wel. In de auto terug naar het station hebben we het erover hoe zo’n snipper natuur heel waardevol kan zijn. Niet alleen vanwege die ene eik, maar ook omdat er nog veel meer bijzondere bomen staan. En er is nog iets: Marit, relatief nieuw als boswachter, wil haar gebied uiteraard zo goed als kan, leren kennen. Daartoe bekijkt ze ook in haar vrije tijd oude kaarten en bestudeert ze het Actueel Hoogtebestand Nederland, dat toegang geeft tot de digitale hoogtekaart. Met dat materiaal worden sporen die je in het veld in eerste instantie ontgaan toch inzichtelijk. Blijkt dat zich in dat kleine bosje dat we bezochten ook loopgraven en schuttersputjes uit de Tweede Wereldoorlog bevinden. ‘Postzegelnatuur’, zoals kleine terreinen wel genoemd worden, moet je dus nooit zomaar afschrijven. En hoe mooi zou het zijn wanneer alle waarden die in een gebied aanwezig zijn, in één oogopslag inzichtelijk worden voor de beheerder? Dat is een klus voor de toekomst. Voor nu is er het nagenieten van wat we hebben gezien. Marit: ‘Ik hou van bomen en hoe ouder hoe meer ziel erin zit.’O ja, en er is natuurlijk altijd nóg een boom die ook gezien moet worden. Vlakbij de aangemelde eik staat een exemplaar, wellicht tweestammig uitgegroeid na het afzetten, of werkelijk bestaande uit twee bomen, dat is niet duidelijk, dat onze aandacht waard is. ‘Kijk nou, hoe mooi die stammen weer bij elkaar komen!’

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog