Bomen van Betekenis #27 Geplant voor Oranje
‘Ik geloof dat datgene wat iedereen kan doen aan het milieu, aan verbetering van de woonomgeving in zijn totaliteit, ook iets positiefs betekent voor Nederland, als geheel.’
Koningin Beatrix
Deze woorden sprak koningin Beatrix bij het planten van de zilverlinde die zij en haar man cadeau kregen bij hun zilveren huwelijksfeest in 1991. De feestelijke gebeurtenis vond plaats tijdens de Boomfeestdag in Beverwijk. De koningin liet zich vaker horen als pleitbezorgster van een goede omgang met de natuur, of beter: de Aarde. Zo sprak ze in haar kersttoespraak van 1988 over ‘eerbied voor het ecologisch evenwicht’ en over ‘behoedzaam en zorgvuldig beheer’. In de huidige tijd zouden sommige van haar uitspraken zeker als te politiek bestempeld worden. Maar daar gaat het nu niet over. Wel moet opgemerkt zijn, dat de koningin niet passief een boom in ontvangst nam, maar er een toespraak met een perspectief bijgaf.
Begin
Het planten van bomen om bijzondere gebeurtenissen binnen het Koninklijk Huis te vieren of te memoreren is niet heel oud. In de negentiende eeuw vond het incidenteel plaats, zoals in 1889 toen in Putten een eik werd geplant voor het veertigjarig regeringsjubileum van koning Willem III.
Op enige schaal gebeurt het pas sinds de troonsbestijging van Wilhelmina in 1898. Geschat wordt dat er toen zo’n 25 bomen zijn geplant. Het initiatief lag meestal bij Oranjeverenigingen en gemeentebesturen. Daarna volgden: de geboorte van prinses Juliana in 1909 en haar huwelijk in 1937 (waarvoor zo’n twintig bomen werden geplant). Bijzonder is de treurbeuk die Utrechtse schoolkinderen in 1934 op het Lepelenburg plantten bij het overlijden van koningin-moeder Emma. Voor het vijftigjarig ambtsjubileum van Koningin Wilhelmina (1948) en de inhuldiging van Juliana gingen verspreid door het land vijftien bomen de grond in. Over de troonsbestijging van Beatrix (1980) vond ik geen gegevens.
Koningslinde
Pas in 1988, bij de vijftigste verjaardag van koningin Beatrix, werd het planten een grote gebeurtenis, met honderden bomen. Dat aantal werd ruim overtroffen in 2013 toen de Stichting Nationale Boomfeestdag het voor alle 408 Nederlandse gemeenten mogelijk maakte de troonswisseling met het planten van een boom te vieren. Prins Willem-Alexander (die een week later koning zou worden) nam op 23 april de schop ter hand voor het eerste exemplaar. Dat gebeurde in het park van de Haagse wijk Transvaal, uiteraard in aanwezigheid van schoolkinderen.
Traditioneel werd zo’n boom vaak voorzien van een hek van siersmeedwerk waarin de initialen van de betreffende koninklijke persoon verwerkt zijn. Ook vind je wel stenen met inscripties en gewoon tekstbordjes. Voor het feest in 2013 ontwierp Margot Berkman het koningshek dat gemaakt is van aluminium en vier oranjebomen en vier rijksscepters toont. Het was aan de gemeenten om dit al dan niet te plaatsen.
Voor de troonsbestijging van Wilhelmina in 1898 werd een speciale cultivar gekweekt: Tilia europaea ‘Pallida’, oftewel koningslinde. Deze wordt nog steeds gebruikt.
Albertine Agnes
De Nederlandse koningen en koninginnen stammen rechtstreeks af van de Friese Nassaus. ‘Stammoeder’, als je dat woord mag gebruiken, is Albertine Agnes (1634-1696), kleindochter van Willem van Oranje, die in 1652 de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz huwt. Ze verkast van Den Haag naar Leeuwarden en sticht bij Heerenveen een buitenplaats die wij nu kennen als Oranjewoud.
Het voert te ver om nu de hele geschiedenis van haar buitenverblijf uit de doeken te doen. Wel is het goed om te weten dat begin deze eeuw Oranjewoud een transformatie onderging. Landschapsarchitect Michael van Gessel restaureerde barokke delen van het park en ontwierp nieuwe toevoegingen, zoals het verlengen van de centrale wateras (de Prinsenwijk of het grand canal). Daaroverheen kwam Museum Belvédère te liggen, een ontwerp van Eerde Schippers.
Grote bonte specht
Vanwege de lange gedeelde geschiedenis is het logisch dat er op Oranjewoud in 2004 een boom geplant werd bij de geboorte van prinses Amalia. Het betreft een koningslinde die Staatsbosbeheer schonk. Ook hier ging het weer om een Boomfeestdag waarop de buitenplaats verder met 2500 bomen werd verrijkt.
In 2014 vierde Museum Belvédère en Museumpark landgoed Oranjewoud het tienjarig bestaan. Ter ere daarvan ontwierp Van Gessel iets nieuws: de Amaliaboom kreeg een metalen omlijsting die ook als bank functioneert. Zoals alles wat Van Gessel doet, kenmerkt dit parkjuweel zich door een sobere chic. Het is altijd precies goed, niet te veel en niet te weinig. Wat nu wel opvalt, na tien jaar staat de koningslinde wat krapjes tussen de kastanjes, eiken en haagbeuk. En ik zie dat ‘beesten’ zich te goed doen hebben gedaan aan haar stam. Een mail aan collega Aaldrik Pot brengt uitkomst: waarschijnlijk gaat het hier om putjes gemaakt door de grote bonte specht die zo het sap van de boom kunnen drinken.
Altijd meer
Ik heb de gewoonte van al die bomenmensen die ik bezoek overgenomen: ook ik wil nu altijd nog meer laten zien. Langs het verlengde grand canal liggen aan weerszijden eilanden met eikenhakhout, zeven in totaal. Elke twee jaar wordt een perceel afgezet. De bomen lopen vanuit stoven daarna weer uit en dan begint de cyclus opnieuw. Terwijl het hout vroeger voor tal van zaken gebruikt werd (bakkersovens, het winnen van looizuur uit de schil) is er nu geen vraag naar. Bovendien is het kostbaar om de oogst het eiland af te krijgen. Het takhout blijft achter, maar niet zomaar. Het wordt in rillen gelegd. Zo ontstaan ideale broedplaatsen voor tal van vogels. Toch, ik dacht even dat het om een landkunstwerk ging.
Voor deze post is gebruik gemaakt van: Bomen voor Oranje van B.V. Voskuil (1991)
Met dank aan Dennis Benedictus
geef een reactie