www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Het omgekeerde leven?

29 april 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

‘In Backwards Groing Tree (2023) is een digitale weergave van een boom te zien. Claerbout observeerde deze boom vijf jaar lang en reconstrueerde de ontwikkeling vervolgens virtueel, maar dan in omgekeerde volgorde. De boom groeit achteruit en zal uiteindelijk weer in de aarde verdwijnen.’

Deze tekst staat op een groot bord alvorens je in het Centraal Museum in Utrecht de ruimte inloopt waar het werk van de Belgische kunstenaar David Claerbout wordt geprojecteerd. De informatie is correct (het museum nam hem over van de website van de kunstenaar), maar hoewel ik de woorden heus wel las, had ik geen besef van wat ze werkelijk zeiden.
In een grote donkere zaal zag ik een landschap; een kleine boom in een bloemrijke wei, wolkenluchten die voorbij trekken. De boom staat in een lage houten omheining, één van zijn zijtakken is afgebroken en ligt op de grond. Pas wanneer ik een hele poos bij het werk zit, valt me op hoe de wind anders door het gebladerte lijkt te gaan dan door de bloemen. Dat heeft altijd een wat surreëel effect, maar gebeurt ook in het echt. Ik schreef ooit al eens over mijn eigen waarneming; hoe de wind hoog in de bomen met bladeren speelt, terwijl riet op ooghoogte en masse vertraagd reageert. Dan lijkt het alsof er zich twee werkelijkheden tegelijk voordoen. Dat zou heel goed passen bij wat David Claerbout op lezingen vertelt over ander werk van hem, dat gaat over hoe we geneigd zijn één beeld uit de veelheid van beelden te halen en daarvan te zeggen dát is het. Maar in Backwards Growing Tree is meer aan de hand.

De boom en het landschap zijn net echt, maar toch anders. En dat komt door wat de zaaltekst me al vertelde, maar wat ik niet helemaal registreerde. Ik kijk naar een virtuele boom die achteruit ‘groeit’. De kunstenaar speelde al langer met het idee om zoiets te doen, maar trof niet zijn geschikte landschap met daarin een solitaire boom, zicht op de lucht en geen andere zaken die hem zouden verankeren in een herkenbare mensenwereld (dus geen auto’s, huizen enzovoorts). Tijdens zijn jaarlijkse wielervakantie in Italië vond Claerbout zijn boom.
Maar dat is niet helemaal de boom die de museumbezoekers nu zien. Hij vormde slechts een uitgangspunt voor de kunstenaar die aan de slag ging met cgi (computer-generated imagery) en de Copernicus database (voor allerlei satellietinfo, bijvoorbeeld over het weer). De boom in Utrecht is opgebouwd uit acht verschillende bomen. Dat was onder meer nodig om met behulp van die technologie uit de gamingindustrie een windvlaag er overal even overtuigend uit te laten zien. Het beeld dat ik bekijk is dus een zeer geavanceerde vorm van simulatie, en het getoonde loopt terug in de tijd. En dat gebeurt niet in een loop maar in ‘echte’ tijd. Ergens in 2027, zo is door een ingebouwd algoritme bepaald, is het op: de boom verdwijnt in de aarde. Einde film. De koper van het kunstwerk blijft dus met niets achter, wat al een statement op zich is in tijden van dolgedraaide kunstspeculatie. Bijna niemand leest de zaaltekst, slechts enkele bezoekers blijven langer dan een minuut in de ruimte met de projectie. Ik maak ook maar een half uur mee uit die vijf jaar van de totale duur. Veel verandert er niet op het scherm. Vreemd; terwijl ik weet dat de boel achteruitgaat, zie ik de wolken toch voorbij drijven en er klinkt af en toe een vogel, gewoon als een vogel.

Het werk maakt heel goed duidelijk hoe sterk we ons ‘normaal gesproken’ laten bepalen door chronologische tijd. Dat is de tijd waarvan we afspreken dat die de werkelijkheid is. We zijn er zo mee vertrouwd dat het beeld van tijd als een voorwaarts bewegende pijl, ons volkomen logisch lijkt. Dat het ook anders kan zijn, vinden we iets heel lastigs (voor theoretisch natuurkundigen) of juist ‘primitief’.
Niet dat ik na dat half uur nou ineens een omgekeerd idee van tijd heb, maar ik weet heel goed dat wanneer ik alleen in de natuur ben, kloktijd niet bestaat. En het interessantste is dat die niet vervangen wordt door iets anders (boomtijd zou een fraaie zijn), maar door eenvoudig zijn in de ruimte, met al dat leven om me heen. In mijn laatste boek noem ik dat ‘de opening naar het onbegrensde’. Ik zeg er verder niet veel over, omdat het dan zo snel verzandt in esoterie. Hooguit: in die ervaring is geen plek voor tijd.

Het werk van Claerbout vormt het sluitstuk van de tentoonstelling Op Scherp.
Op 21 mei houdt Claerbout een lezing aan de HKU.

Naschrift (22 mei): Gister was ik op de lezing die Claerbout gaf. Toen werd duidelijk dat ik een te romantisch beeld had van het kunstwerk dat zichzelf ‘opheft’ na vijf jaar. De data blijven bewaard en het geheel kan een ‘reboot’ krijgen. Op zich niet verwonderlijk dat het zo werkt: een heel team werkte jarenlang aan het kunstwerk. Maar toch.

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog