www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bomen van Betekenis #12 De lapjesboom van Overasselt

3 april 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Met de lapjes- of koortsboom in Overasselt als reisdoel, kan het bijna niet anders of het moet erover gaan: geloof je er zelf in? Waarin? Nou, dat wanneer je een deel van een kledingstuk van een zieke in een bepaalde boom hangt, de aandoening wordt weggenomen. Boswachter Katelijne Hoogendoorn en ik komen er niet helemaal aan toe, omdat er een gesprek aan vooraf gaat. Waarin we ontdekken hoe goed het is wanneer je het er met wederzijds respect over kunt hebben wat wel of geen betekenis voor jou heeft in jouw geestelijk leven en wat voor jou al dan niet een waardevolle bron is.

Wellicht niet heel oud
Waarheidsvinding en geloven in iets wat niet rationeel is, kunnen voor mij prima samengaan. Regelmatig levert dat wel enige teleurstelling op, zeker wanneer het zoveelste mooie verhaal of die fraaie traditie een uitvinding uit de negentiende eeuw blijkt te zijn. Hoe dat in het Gelderse Overasselt precies zit, kom ik niet achter, maar duidelijk is dat de koortsboom hier pas sinds het begin van de twintigste eeuw in gebruik is. De boom, een zomereik, dateert van niet eerder dan 1910. Van eventuele voorgaande exemplaren is niets bekend. De erkenning als bijzondere plek, en met name als bedevaartsoord voor de heilige Willibrord, gaat terug tot het midden van de negentiende eeuw. Dat is een verwarrend feit: De lapjesboom staat bij de Sint-Walrickkapel, wat heeft Willibrord dan met deze locatie te maken?Er bestaat het volgende verhaal over: ‘In de achtste eeuw nam de roverhoofdman Walrick per ongeluk de grote prediker Willibrord gevangen. Willibrord kreeg Walrick zover dat hij zich zou bekeren tot het christendom, met de voorwaarde dat Willibrord zijn zieke dochter zou genezen. Dat gebeurde inderdaad, mede doordat de dochter een lap in de boom bij de kapel hing.’

Walrick en Willibrord
Historisch zit het anders. De kapel is vijftiende-eeuws en werd gesticht op de plek van een vervallen priorij die onder de benedictijner abdij van Saint-Valery-sur Somme viel. Die abdij was op haar beurt rond 613 gesticht door de heilige Walricus (of Walrick), de Nederlandse naam van Saint-Valery. Walrick was vooral bekend vanwege zijn bekeringswerk (opmerkelijk genoeg wordt over hem verhaald dat hij een boom omhakte die door heidenen werd aanbeden). Verder werd hij vereerd als ‘voorspreker in geschillen’ en was hij de patroonheilige voor koortslijders.
De kapel, waarvan nu alleen de ruïne rest met de fraaie oostgevel met nissen en een raampartij, was dus gewijd aan Sint Walrick en is niet gesticht, zoals sommige legendes willen, door Willibrord (ca. 658-739), die als ‘apostel van de Lage Landen’ zich in zijn bekeringsdrang keerde tegen natuurverering en afgodsbeelden.
Er speelden dus twee zaken (tijdelijk) door elkaar: vanaf in ieder geval 1846 tot en met 1950 vonden er Willibrordbedevaarten naar de kapel plaats, (wellicht als opvolger van Walrickbedevaarten) terwijl er vanaf de twintigste eeuw een cultus ontstond rondom de eik die ziektes en met name koorts wegneemt wanneer er een (deel van een) kledingstuk in geknoopt wordt dat gedragen is door de persoon die iets mankeert.

Materie met kracht
Het geloof in koortsbomen is sterk verweven met een specifieke opvatting over materie binnen het katholicisme. Het beste zie je die terug in de reliekverering: aan overblijfselen van heiligen, of aan voorwerpen die met hen in contact zijn geweest, wordt een beschermende of wonderbaarlijke kracht toegekend. In het brede spectrum van officiële kerkleer tot volksgeloof bestaan verschillende ideeën over hoe een reliek werkt: heeft het object zelf kracht (gekregen) of gaat het erom je via het object tot de heilige te wenden (en in veel gevallen via de heilige tot God). Voor de meeste gelovigen zal het iets van alle drie zijn. En die ambiguïteit is wellicht terug te voeren op de wijze van kerstening in de vroege middeleeuwen. Paus Gregorius I gaf in de zesde eeuw instructies om bij de bekering van onchristelijke volkeren (in dit geval de Angelsaksen) heidense gebruiken en gebouwen te integreren in plaats van ze volledig weg te vagen. Er zijn desondanks heel wat heilige bronnen geplempt en vereerde bomen omgehakt, maar je kunt ook stellen dat iets van het heidendom makkelijk kon voortleven wanneer een heilige eik of linde bijvoorbeeld ‘slechts’ van een kruis voorzien werd tijdens de kerstening van een gebied. Het ging als het ware ondergronds en kon altijd weer opbloeien.
Een heel goed voorbeeld van het toekennen van een kracht en een spirituele waarde aan materie zien we ook in de verering van Bernadette van Lourdes. Met ter plekke een grot en een bron. Toen in 1953 in de linker nis van de Walrickkapel een beeld van Onze Lieve Vrouw werd geplaatst, metselde men als sokkel eerst een steen uit Lourdes in.

Wat het precies is dat mensen naar Overasselt trekt is moeilijk te zeggen. In ieder geval blijkt het eerder om de plek te gaan dan om de specifieke eik. In 2017 werd duidelijk dat wel erg veel takken van die boom te hoog waren om nog textiel aan te binden. Inmiddels staat er ook een nieuwe boom, makkelijk laag vertakt, en die is overladen met stukken kleding. En mondkapjes uit de tijd van corona toen velen naar de boom gingen. Vlakbij de kapel ligt een kleine heuvel begroeid met eikenhakhout, en ook daar hangen nu stukjes stof in de bomen.

Onkerkelijke praktijk
In sommige protestantse kringen zal men de wenkbrauwen fronsen bij de gebruiken rond de Walrickkapel. Voor hen zijn die ronduit heidens. In 1995 werd in de boswachterij Staphorst door paragnost Wim van der Veen een Oostenrijkse den gevonden die genezende kracht zou bezitten. Mensen uit het hele land, en van vele gezindten, trokken ernaartoe. Maar in december 1996 ontdekten medewerkers van Staatsbosbeheer dat de den was omgezaagd en voorzien was van een bijbeltekst: Richteren 6, waarin een altaar voor de afgod Baäl op last van de Heer vernietigd wordt. Daarmee was de kous niet af. Een dader werd niet gevonden maar korte tijd gingen de ‘pelgrimages’ gewoon door. Foto’s uit die tijd tonen mensen die hoopvol op krukjes tegen het restant van de den plaatsnemen. De boswachter kreeg telefoontjes: of het hout van het omgezaagde deel te koop was? Er viel geld te verdienen met stukjes ervan. En dat doet weer denken aan de reliekenhandel waartegen Luther (maar ook Erasmus) zo waren uitgevaren.

Tot slot iets waar ik heel benieuwd naar ben. Het is een katholieke gewoonte om een geloftegeschenk (ex voto) aan te bieden wanneer een bede verhoord is. Nu is in Overasselt geen plaats voor plaquettes met dankwoorden en zo, maar toch vraag ik mij af, zouden mensen terugkomen? Soms worden er bosjes bloemen aangetroffen bij de eiken.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog