Over onder meer bomen van Hilma af Klint en Piet Mondriaan
In Kunstmuseum Den Haag is de tentoonstelling Levensvormen te zien. Het oeuvre van de wereldberoemde Piet Mondriaan (1872-1944) wordt er vergeleken met dat van de tot voor kort onbekende Zweedse Hilma af Klint (1862-1944) Het is interessant om die twee naast elkaar te zien: beiden kwamen in hun kunst tot abstractie. (Af Klint zo’n tien jaar eerder dan Mondriaan overigens). Ze hebben elkaar nooit ontmoet en van wederzijdse beïnvloeding is geen sprake. Wel waren beiden gegrepen door ‘iets wat achter de zichtbare werkelijkheid ligt’. Wat ze daarmee bedoelden en hoe ze daarmee omgingen blijkt totaal verschillend te zijn.
Verschillende wereldbeelden
Hilma af Klint was eerst en vooral een mystica die haar artistieke talent in dienst stelde van de geestelijke wereld achter de stoffelijke verschijnselen. Ze had visioenen en doorgevingen van gidsen van voorbij de astrale wereld, woonde séances bij, zag natuurgeesten en verdiepte zich in het esoterisch werk van Carl du Prel (1839-1899). Van deze Duitse schrijver en filosoof-theosoof leerde ze over een ‘transcendentaal bewustzijn’ waarover de mens beschikt, naast het ‘gewone’ waakbewustzijn. Tussen beide bevindt zich een ervaringsdrempel en die kun je overgaan. Veel van haar werk is een verbeelding van wat voorbij die drempel ligt.
Piet Mondriaan was zeker ook redelijk thuis in de theosofische lectuur. Hij had een boekje van Alcyone (pseudoniem van Krishnamurti, zo wordt beweeerd) dat hij meenam van Amsterdam naar Parijs en later naar Londen en New York. Wat hij daaruit leerde weten we niet, maar wel is duidelijk dat hij zichzelf zag als schepper en iemand die beeldt (in tegenstelling tot verbeeldt). Dat heeft een parallel met wat Alcyone schrijft: ‘Want gij zijt God…maar gij moet diep van binnen in u zelf graven om God in u te vinden…’
De twee kunstenaars waren ervan overtuigd dat de evolutie de mens een minder materialistische wereld zou invoeren. Bij Mondriaan zou wat er nog aan vorm nodig is in dat nieuwe bestaan, gecreëerd worden volgens zijn opvattingen over harmonie. Af Klint droomde lange tijd van een museum voor haar kunst. Dat kwam er niet, maar ze hield hoop dat toekomstige generaties haar werk zouden begrijpen.
Mondriaan en de natuur
Er is veel geschreven over hoe Mondriaan zich verhield tot de natuur. Duidelijk is dat hij haar voor zijn abstracte doeken waar hij zo bekend mee werd, niet nodig had. Maar iedereen kan ook zien hoe zijn eerste abstracte schilderijen ontstonden door een natuurlijk gegeven zoals een boom ‘door te werken’. Het Kunstmuseum laat deze transformatie, die zo’n waterscheiding in de kunstgeschiedenis veroorzaakte, zien. Eerst is er Avond; De rode boom (1908-1910). Dat werk ontstond uit schetsen die Mondriaan maakte van een oude appelboom in de tuin van Marie Tak van Poortvliet in Domburg. De rode boom toont iets anders dan wat de kunstenaar waarnam (al bestaat er zeker zoiets als een onwaarschijnlijk rode gloed bij een zonsondergang aan zee), het gaat hier om wat een criticus ‘het sensatie-moment’ noemde. In 1911 en 1912 werkte Mondriaan diezelfde appelboom ‘steeds verder door’ totdat deze bijna lijkt op te lossen in een ritmisch lijnenspel. Daarin zijn nog wel gebogen strepen aanwezig, maar het is duidelijk dat de horizontalen en verticalen steeds belangrijker worden. Mondriaan had zijn weg gevonden uit de zichtbare werkelijkheid naar wat hij ‘een kunstwerk even sterk als waar’ noemde.
Heel kort samengevat: voor Mondriaan was er in de natuur zelden sprake van harmonie (waarnaar de kunstenaar streeft); meestal overheerst of het verticale (zoals bij een bos) of het horizontale (zoals bij de zee). Pas met inzet van de intuïtie (en niet de wiskundige berekening) van de kunstenaar kan men daaraan voorbijkomen. Er is ook nog iets anders: Mondriaan is altijd bloemen blijven schilderen, wellicht voor het geld. Maar ik denk dat hij tijdens zijn hele carrière totaal gefascineerd was door leven. Als je dat alleen maar afbeeldt heb je iets doods. Met verbeelding kom je al een stuk verder maar het ultieme is uiteraard zelf leven te beelden. Zo’n bloem in een glas water hield hem altijd een spiegel voor, ook wanneer ze verwelkte en de levensvorm veranderde.
Hilma af Klint en de natuur
De rol van vrouwen in de kunst is door zowel kunstenaars als kunsthistorici vaak gebagatelliseerd. Maar dat is niet de hele verklaring voor de onbekendheid van Af Klint. De kunstenares plaatste haar werk onder embargo: tot twintig jaar na haar dood mocht het niet getoond worden. Wat ook meespeelt is dat haar oeuvre niet makkelijk lineair te tonen is, zo van eerst was er dit en het ontwikkelde zich tot dat. In 1906 werkte ze al abstract, maar later ging ze ook botanisch tekenen. In de Eerste Wereldoorlog was ze zo ontdaan over de vernietiging van niet alleen mensenlevens maar ook van de natuur dat ze besloot haar talent aan te wenden om iets goeds in de wereld te brengen. Daarbij geloofde ze overigens dat elke bloem een eigen ziel heeft die niet aan de materie is gebonden en die de mens in zich op kan nemen. Haar ambitie om de natuur te tekenen en schilderen was enorm: ‘Eerst zal ik proberen de bloemen van de aarde te begrijpen; ik zal bij de landplanten beginnen. Dan zal ik, net zo zorgvuldig, bestuderen wat onder water leeft. Dan zal de blauwe ether en de ontelbare schepselen daarin het onderwerp van mijn studie zijn, en tot slot zal ik doordringen in het bos, waar ik op ontdekkingstocht ga naar de stille mossen, de bomen en de vele dieren die de koele, donkere ondergroei bewonen.’ Kijk naar haar eik, en zie hoe goed ze was.
Extra’s
In 2022 verscheen de film Hilma van regisseur Lasse Hallström (met Lena Olin als de oudere Af Klint!). Ik zag de film niet maar vind de trailer geweldig. Wel las ik de biografie die Julia Voss schreef over de kunstenares en dat boek is een meesterwerk. Knapst van al: ook als je niets hebt met Af Klints vormen van spiritualiteit en haar misschien wel een gekkin vindt, ga je toch helemaal mee in het verhaal. Als bonus corrigeert Voss ook de kunstgeschiedenis en geeft ze veel meer vrouwen dan Af Klint een plaats.
Conservator Laura Stamps van Kunstmuseum Den Haag maakte een podcast bij de tentoonstelling. Zij nodigde botanisch filosoof Norbert Peeters en mij uit voor een gesprek over beide kunstenaars. Beluister het hier.
geef een reactie