Schaduwwerk voor een natie
De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer werd in 1945 geboren. De bleierne Zeit (loden tijd) brak aan, een periode van zwaarte, verstarring en algehele dofheid die tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en de successen van het Wirtschaftswunder in lag. De term werd niet toen pas verzonnen, hij kwam in de zeventiende eeuw al voor en Hölderling gebruikt hem in een gedicht ( ‘Trüb ists heut…’) maar als we hem nu horen, denken we toch meteen aan een kapot geschoten en platgebombardeerd Duitsland waarin Trümmerfrauen (puinruimsters) materialen zochten die bruikbaar konden zijn in de wederopbouw. Kiefer groeide op in zo’n ruïneus landschap. Wat hem het meest zou tekenen is niet de ellende daarvan maar het zwijgen over wat eraan voorafging. Kiefer: ‘Op school kregen we drie weken les over de oorlog, en dat was het. Iedereen zweeg.’
Het woud als thuisland
Kiefers kunstenaarschap bestaat eruit dat hij kijkt naar wat er achter die stilte schuilgaat. Duitsland werd pas in 1871 een echt land, daarvoor bestond het immense gebied uit tal van vorstendommen en stadstaten. Er was niet zomaar een gedeelde, heroïsche ontstaansgeschiedenis voor handen, net zo min als een nationale trots.
Die moest ‘gevonden’ worden. De Slag bij het Teutoburgerwoud (Nedersaksen) in 9 na Christus leverde de nieuwe natie zijn oernarratief: toen maakten de Germanen korte metten met drie legioenen van het Romeinse leger. En zelfs in historische bronnen van de vijand (bij Tacitus) kon men teruglezen hoe krijgshaftig de Germanen waren. Tegelijkertijd ontstond bij die ‘herontdekking’ van een historisch feit de mythe van de Duitser die zo verbonden is met het land dat hij daar als het ware uit voortkomt. Der Wald als geboortegrond en thuis. Vandaar is het nog maar een stap naar Blut und Boden. Achter die term gaat een hele theorie schuil die de nazi’s op hun eigen manier invulden: Het superieure Duitse volk is geworteld in Duitse grond. Het dolende Joodse ras is dat niet, dat parasiteert slechts op het Duitse volk -wat een belangrijk argument werd voor de Endlösung die vorm kreeg in de (industriële) vernietiging van de Joden.
Het gewicht van de geschiedenis
Kiefer is een uitzonderlijk goede tekenaar en schilder maar al snel waren potlood en papier, olieverf en doek niet meer genoeg. Hij ging installaties en sculpturen maken en zijn ‘doeken’ werden eigenlijk ook beeldhouwwerken. Hij legt die op de grond om ze te kunnen overgieten met kokend lood of hij gebruikt gedroogde planten die hij in verf en pek plakt om ze daarna met gasbranders te lijf te gaan. Al die werken die zo ontstaan hebben een intrigerende huid waar je naar blijft kijken. In de alchemie van zijn atelier tovert hij de bast van ruwe berk en grove den tevoorschijn. Een sneeuwdrift van as eroverheen, en de kijker bevindt zich in een winters bos. Dat natuurlijk nooit zomaar een bos is; het gewicht van de geschiedenis en de mythologie is altijd aanwezig.
Ik ken geen kunstenaar wiens naam zo samenvalt met zijn werk. Kiefer, met het lidwoord ‘die’ betekent den, maar met ‘der’ betekent het kaak. De kunstenaar spreekt: heel vaak is de taal aanwezig in zijn werk. Niet alleen zijn er titels waarin tal van literaire verwijzing zitten, ook op de doeken en in installaties plaatst hij ‘naambordjes’, meestal van beroemdheden uit de Duitse geschiedenis. Letters in een kunstwerk hebben iets dwingends, alsof je ze moet lezen als sleutel tot de betekenis van het object. Maar wie dat bij Kiefer probeert, merkt dat het al snel te veel wordt; zoveel namen, referenties en kruisverbanden maken je vooral bewust van het feit dat je heel veel mist. Het werk sluit zich nooit helemaal, maar blijft wel cryptisch.
Verdwaald in woorden
Museum Voorlinden in Wassenaar toont nu een groot aantal werken van Kiefer op de tentoonstelling Bilderstreit. En daar gebeurde het, dat ik vergat te kijken en als een student hongerig naar informatie en antwoorden mijn mobiel erbij pakte en de ene zoekterm na de andere intikte. Om met meer vragen dan wijsheid achter te blijven. Het overkwam me bij het werk Karfunkelfee uit 2009. Had ik nou maar niet eerst naar de titel gekeken! Nadat ik het woord las, wilde ik ook weten wat dat wel niet is, een Karfunkelfee. Je kunt het woord vertalen met karbonkelfee, een wonderwezen uit oude verhalen of liedjes, dat zo sporadisch in bronnen wordt genoemd dat het niet zomaar te googlen is. Wel komt het voor in een gedicht van de Oostenrijkse schrijfster Ingeborg Bachmann (1926-1973), waarin een eind komt aan iets sprookjesachtigs uit de kindertijd. Maar die poëzie opent het kunstwerk niet. Is dat de met goudverf besmeurde ruwstoffen mantel van de fee die daar hangt? En wat doen die grote kiezen daar in de struiken (overigens: echte braamstruiken). Maakt Kiefer, zoals hij wel vaker doet, een reis naar de Griekse mythologie? En zijn ze een verwijzing naar Jason die een veld moest ploegen om in de voren tanden van een draak te strooien waaruit later bewapende mannen zullen groeien? De opdracht was die te verslaan alvorens hij Medea mocht huwen. Van haar kreeg hij een magische steen (een karbonkel?) die hij tussen de mannen wierp waarop zij elkaar afslachtten. Is het dan Medea’s mantel en hoe verhoudt zich die tot de titel?
Zo, ben ik even flink verdwaald! Maar kunst moet natuurlijk niet een louter literair spoorzoeken worden. Ik kijk en zie hoe fantastisch Kiefer dit bos maakte -en mij er diep in meesleurt.
Idealen en wanen
Mijn ogen mogen het werk doen, besluit ik. En juist dan daalt een besef in, over waar Kiefer voor mij over gaat. Ik sta voor het enorme werk Winterreise. Dat is in feite een kijkkast (ooit ontworpen als decor voor een ballet) met een traditionele coulissenwerking die de blik naar het verdwijnpunt trekt. Hier wemelt het tussen de boomstammen en bij reuzenpaddenstoelen van de naambordjes (en die titel alleen al). In het sneeuwlandschap staat als Fremdkörper een ziekenhuisbed. Met daarop een mitrailleur. Het mythisch woud is verstoord. Na de oorlog opnieuw beginnen alsof de geschiedenis niet zijn schaduw werpt is een illusie. Al die grote namen, ze staan voor idealen. Hebben we die nodig om überhaupt iets te schaffen? Maar hoe makkelijk slaan ze niet om in gevaarlijke waanbeelden. Die leiden tot het kapot maken van leven.
Nog meer Kiefer zien? Bekijk de film Anselm (2023) die Wim Wenders over hem maakte.
De entree voor de tentoonstelling bedraagt 22,50 en dat is fors. De museumjaarkaart is niet geldig.
Meer weten over Kiefer? Koop (tweedehands heel goed te doen) of leen een exemplaar van Landschap en Herinnering van de Britse historicus Simon Schama. Uit 1995 al, maar het bevat de beste introductie op Kiefers werk die ik ken.
Afbeeldingen:
Anselm Kiefer, Karfunkelfee, 2009 (Collectie Voorlinden, Wassenaar)
Anselm Kiefer, Winterreise, 2015-2020 (Privécollectie), foto: Georges Poncet
geef een reactie