www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Wat is een bos? Wat is een boom?

2 januari 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Bosreservaat Amerongse-Berg

Een bos is een levensgemeenschap. Allerlei zaken zijn er met elkaar verbonden of werken in op elkaar. Kennis van hoe een bos werkt, is dan ook onontbeerlijk voor wie het beheert. Elke ingreep, met kap als de meest in het oog springende, brengt immers een stroom aan veranderingen opgang. Daarnaast zijn er in Nederland bosreservaten. Hierin vindt geen beheer plaats, wel onderzoek. Ze vormen sinds 1980 de belangrijkste plekken in ons land om natuurlijke bosontwikkeling te volgen. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de uitgangssituatie er al sterk door de mens bepaald was.

Voorwaarden
Of er überhaupt sprake kan zijn van bos, en welk bos er mogelijk is, hangt af van de groeiplaatsfactoren. Als eerste denk je daarbij natuurlijk aan het klimaat. Hoeveel neerslag valt er? Wat is de lengte en intensiteit van hitte-, droogte- en vorstperiodes? Zeker in zijn begintijd, toen Staatsbosbeheer grote oppervlaktes met stuifzand vastlegde door ze in te planten, was het belangrijk goed op de hoogte te zijn van de heersende windrichting. Elke boomsoort heeft wat al die zaken betreft zijn eisen en grenzen (en in het geval van de linde: haar eisen en grenzen). En bomen ‘migreren’ wanneer het klimaat verandert. Neem de beuk, die kwam voor de ijstijden in wat nu Nederland heet al voor maar verdween toen het kouder werd uit Europa. Na de glacialen kwam hij vanuit het zuiden weer terug en zijn ‘opmars’ is nu tot in Zweden gevorderd.

Een andere omstandigheid is de grondsoort: wat is de korrelgrootte en welke mineralen komen erin voor? Klei is iets heel anders dan zand, waardoor lucht en water in die bodems zich heel verschillend gedragen. Ook van belang is de ligging van een terrein, is het heuvelachtig of vlak? En dan is er uiteraard nog de grondwaterstand. Geologie en biologie ontmoeten elkaar voortdurend. Immers de aardkundige gegevenheden bepalen wat er kan groeien, maar wat er groeit beïnvloedt op zijn beurt weer wat er eerst was. De wortels van een boom onttrekken bijvoorbeeld op een bepaalde diepte mineralen aan de bodem die via vallende en vervolgens verterende bladeren en takken in de bovenste bodemlaag terechtkomen –die zo dus rijker wordt aan voedingsstoffen. Zou je dat langzaam verterend materiaal weghalen dan onttrek je belangrijke mineralen aan de bosgemeenschap. Eeuwen voordat wetenschappers de biochemische en natuurkundige processen ervan in kaart brachten, was deze vorm van verarming al bekend. Er stonden dan ook zware straffen op strooiselroof.

Schimmels zijn hip
Maar onder de grond gebeurt nog veel meer. Worteleinden vergroeien er met de draden van schimmels en vormen zo een samenlevingsvorm die mycorrhiza heet. Er is wederzijds voordeel: de boom voedt de zwam met suikers en die geeft ‘in ruil’ daarvoor onder meer stikstof en fosfor terug. Daarover lees je al in de klassieke bosbouwhandboeken uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, maar de kennis erover is ouder. De symbiose werd tussen 1879 en 1882 bestudeerd door de Poolse mycoloog (schimmeldeskundige) Franciszek Kamienski en als mycorrhiza benoemd door de Pruisische botanicus Albert Bernhard Frank in 1885. In De Houtteelt van J.P. Van Lonkhuyzen, een veel gebruikte publicatie van de Heidemaatschappij uit 1924, wordt de wortel-schimmelrelatie beschreven zonder de vakterm te noemen. Dat is wel het geval in de invloedrijke uitgave van Waldbau auf Oekologischer Grundlage van Alfred Dengler uit 1930.

Schimmels zijn hip. Volkomen terecht overigens. Zo merkt de Amsterdamse hoogleraar evolutiebiologie Toby Kiers op: ‘Van de levende biomassa in de bodem bestaat 20 á 30 procent uit mycorrhiza. Je zou ze de koraalriffen van onder de grond kunnen noemen.’ Ondertussen fascineert Merlin Sheldrake een breed publiek met zijn boek Verweven leven, kwam in 2023 de film Onder het maaiveld uit en kijk je op Netflix Fantastic Fungi. Die gaan weliswaar over veel meer dan bos, maar maken ook heel goed duidelijk dat er nog een heleboel te ontdekken valt in de benedenwereld van bomen.

En soms willen mensen meer dan er is. Of beter; meer dan wetenschappers kunnen aantonen. In 2021 verscheen Finding the Mother Tree (Op zoek naar de Moederboom) van de Canadese bosecologe Suzanne Simard. Nog los van wat zij in haar boek daadwerkelijk zegt, hielp de publicatie bij het creëren van een beeld van bossen als een ideale maatschappij, waarin via ondergrondse netwerken (die een wood wide web zouden vormen) de sterkeren de zwakkeren helpen, bijvoorbeeld door suikers af te staan. Dat past in een tendens waarbij natuur of evolutie minder gezien worden in termen van strijd maar meer gekeken wordt naar samenwerking of zelfs altruïsme. In 2023 werd in een artikel in het gezaghebbende tijdschrift Nature Ecology & Evolution aangetoond dat er geen wetenschappelijke basis is voor allerlei claims op dit gebied, zoals het transporteren van voedingsstoffen via mycorrhiza van het ene wortelstelsel naar het andere. Ondertussen ben ik reuzebenieuwd of hier op zijn beurt een weerwoord op komt.

Raadsels
Door al die aandacht voor schimmels zou je bijna vergeten dat een gezonde bodem nog veel meer leven bevat. Maar ook dat er bovengronds voortdurend allerlei processen gaande zijn waarvan we nog niet honderd procent weten hoe ze werken. Neem fotosynthese. Iedereen kent wel de vereenvoudigde schema’s waarmee je op school de stofwisseling krijgt uitgelegd. Maar er is veel meer aan de hand. In dit blog ga ik op zoek naar antwoorden, waarbij ik op voorhand weet dat die niet compleet zullen zijn. Een ander raadsel dat mij bezighoudt is: hoe wordt een eikel een eik?

En dan ligt er nog de vraag ‘wat is een boom?’ Je kunt er natuurlijk het woordenboek bij pakken, en dan lees je ‘gewas met stevig oprijzende, houtige stam, die zich eerst op zekere hoogte boven de grond vertakt’. Een kind zal dan al terecht opmerken dat het verschil tussen een boom en struik niet duidelijk is. En dat klopt. Wanneer je precies spreekt van een boom is arbitrair. En sommige planten die wij bomen noemen (zoals palmen) zijn dat botanisch gezien niet (ze zijn nauwer verwant aan de grassen). En er is iets wonderlijks-wetenschappelijks aan de hand: indachtig de uitspraak van de biologe Lynn Margulis (1938-2011) dat alles wat leeft niet alleen door zijn omgeving wordt gevormd maar ook zijn omgeving verandert, kun je je afvragen waar de boom begrensd wordt. In sommige gevallen kun je niet zeggen dáár houdt de boom op en hier begint de schimmel.

Daarnaast ga ik naar buiten en portretteer ik elke week een Boom van Betekenis. Soms zal dat een kort verhaal opleveren over hoe iemand zich verbonden voelt met een bepaalde boom, maar het kan ook een long read worden waarin een stuk bosbouwgeschiedenis uit de doeken wordt gedaan. Verder bezoek ik musea: waar hangt de mooiste boom? Maar er zijn natuurlijk ook heel veel kunstwerken die onze veranderende omgang met bomen en bossen tonen. En uiteraard kan ik niet om de klimaatverandering heen. Wat betekent die voor onze bossen? Tot slot bespreek ik elke week een boek over bossen of bomen, waarbij de kinderboeken niet vergeten worden. Met mijn lezers vier ik 125 jaar Staatsbosbeheer én het Jaar van het Bos.

Jouw bomencorrespondent,

Marcel van Ool

reageren

geef een reactie

  • Saïra van Essen
    5 januari 2024 om 08:27

    Mooi stuk en heel interessant: wat wij mensen allemaal nog niet kunnen bevatten! Die documentaire Fantastic Fungi is echt een aanrader.

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog