Steltlopers in het bos
Er kan een mensenleven voorbij gaan zonder dat je ooit een houtsnip hebt gezien of gehoord. Dat komt niet in de laatste plaats door de verborgen levenswijze van deze prachtige vogel. Tijd voor een portret van deze steltloper in de bossen van de Drents-Friese Wold.
De houtsnip is inderdaad een vreemde eend in de bijt. Daar waar de meeste steltlopers zich vooral thuis voelen in open landschappen en aan de kust, is de houtsnip een echte bosvogel met een waanzinnig goede schutkleur. Eigenlijk is het qua uiterlijk de grotere broer van de watersnip. Een houtsnip is ongeveer even groot als een houtduif. Het verenkleed is gemêleerd met veel goudbruine en zwarte tinten. De snavel is zo’n 7 tot 8 centimeter lang. Opvallend zijn de grote zwarte ogen, aan de zijkant van kop die hem de volksnaam fluweeloog opleverde. Door de stand van de ogen heeft hij een zicht van 360° en door de grootte ervan kan hij ook relatief goed zien in het donker.
Nachtactief
De houtsnip is dan ook vooral ’s nachts actief. Ze zoeken op de tast naar wormen en insecten. Op het filmpje, dat is gemaakt door Sonja van der Wijk, is mooi te zien hoe een houtsnip met zijn gevoelige snavel, waarin honderden tastorgaantjes zitten, een worm uit de grond trekt. Overdag houden ze zich schuil op de grond in de ondergroei van het bos. Dat kan ook een hoop takken zijn. Collega’s die door de bossen lopen voor bijvoorbeeld inventarisatiewerkzaamheden schrikken wel eens onbedoeld een houtsnip op. Maar ook gebeurt het regelmatig dat een houtsnip een ogenschijnlijk veilige plek vlakbij een wandelpad heeft uitgekozen om de dag door te brengen. Als argeloze wandelaar kun je daar een ‘hartverzakking’ aan over houden omdat een houtsnip niet altijd geruisloos opvliegt.
Stand- of trekvogel?
SOVON, de organisatie die in Nederland de vogelstand bijhoudt, schat dat er in de winter zo’n 2000 tot 10.000 houtsnippen in Nederland leven. Die schommeling wordt veroorzaakt doordat er in deze tijd van het jaar nogal wat van deze ulekoppen, zoals ze vroeger ook wel genoemd werden, uit Noord-Europa onze kant opkomen. Of er veel of weinig houtsnippen komen, is vooral afhankelijk van hoe streng de winters in het Noorden en Oosten zijn. Gek genoeg trekken onze ‘eigen’ houtsnippen waarschijnlijk naar Engeland en Spanje om te overwinteren. Eigenlijk weten we het niet precies, wat de geheimzinnigheid van de houtsnip alleen maar versterkt.
In het voorjaar en de zomer krijgen we met een beetje mazzel meer van de houtsnip te zien, met name van de mannetjes. Die maken in wijde bogen rondvluchten boven hun territorium en laten daarbij een heel typisch geluid horen. Als je het heel simpel fonetisch vertaalt zeggen ze iets van knor-knor-knor-piep. Maar daarmee doe je dit mysterieuze nachtgeluid natuurlijk schromelijk tekort. Luister daarom hier hoe het echt klinkt (even scrollen).
Wel of geen vrouw?
In het Drents-Friese Wold werden bij de laatste volledige inventarisatie in 2015 negen territoria vastgesteld. Komend broedseizoen vindt er opnieuw een dekkende inventarisatie plaats. Houtsnippen zijn trouwens niet echt makkelijk in kaart te brengen, want het wil niet zeggen dat elk ‘zingend’ mannetje ook gepaard is. We zijn hoe dan ook wel benieuwd hoe het de houtsnip als broedvogel vergaat.
Een ander, minder fortuinlijk, moment wanneer je een houtsnip van dichtbij kunt bekijken is als ze tegen een raam aanvliegen. Vooral in de trektijd, vanaf half oktober, raken vermoeide vogels verzeild in steden en dorpen. Vooral groene tuinen trekken houtsnippen aan en daar kunnen ze grote raamoppervlakken van de huizen, net als veel andere vogels, niet goed inschatten. Op zo’n moment helpt het ook niet dat zijn ogen aan de zijkant van zijn kop zitten; wel reuze handig om vijanden aan te zien komen, maar minder geschikt voor het inschatten van afstand. Meestal komt het wel goed met een houtsnip die tegen een raam is gevlogen, als hij maar even de tijd krijgt om bij te komen en veilig is voor katten.
Hoe dan ook, de houtsnip is een fascinerende vogel die het de laatste jaren goed doet. Het duurt echter nog even voordat we weer kunnen genieten van hun avondpatrouilles boven het bos.
geef een reactie