Eerste broedgeval oehoe van Drenthe in Drents-Friese Wold
In het Drents-Friese Wold heeft een oehoe-paar deze zomer een aantal jongen met succes grootgebracht. Het gaat om het eerste broedgeval van deze grote uil in Drenthe. De oehoe is sinds 1997 weer terug in Nederland, met name in Limburg en de Achterhoek. In 2019 werden 38 paren in Nederland gemeld. Om dit voor onze provincie unieke broedgeval te vieren kreeg Henk Jumelet, gedeputeerde Provincie Drenthe, van boswachter Widmar van de Meer van Staatsbosbeheer woensdag een geboortekaart aangeboden.
Lysander, boswachter van Staatsbosbeheer vond in april al braakballen die erop wezen dat er oehoes waren neergestreken in het natuurlijke bos van het Drents-Friese Wold. Op 13 juni vond een ruiter in het bos een jonge uil en deze werd door de dierenambulance naar opvangcentrum Fûgelhelling in Ureterp gebracht. Het personeel van de Fûgelhelling had al gauw in de gaten dat het hier ging om het jong van de oehoe. Aangezien de jonge oehoe nog niet kon vliegen, kon Staatsbosbeheer het nest, een oud buizerdnest, vlakbij de vindplaats traceren. Het oehoe-jong is dezelfde dag nog bij het nest op de kluit van een omgevallen beuk teruggeplaatst, samen met een wildcamera om de zaak in de gaten te houden.
Camerabeelden
Op de beelden is het jong in de dagen erna duidelijk te zien. Het blijft zitten op de beukenkluit, wordt gevoerd door de ouders en het krijgt gezelschap van meerdere andere jongen. Nadat de jongen waren uitgevlogen, heeft Staatsbosbeheer de directe omgeving van het nest later minutieus afgestruind op prooiresten en braakballen. Daaruit bleek dat de uilen vooral leefden van bruine ratten, egels, jonge hazen, vogels (waaronder jonge buizerd, jonge bosuil en volwassen ransuil) en meikevers. De jongen zijn nu uitgevlogen en zoeken gewoonlijk naar een andere verblijfplaats ver weg. De ouders zullen naar alle waarschijnlijkheid in het Drents-Friese Wold blijven. Op de website van ROEG, het Drentse platform voor natuur, staat een montage van de camerabeelden van de kuikens.
Indrukwekkend dier
Gedeputeerde Henk Jumelet: “Ik vind het geweldig dat zo’n indrukwekkend dier zich thuis voelt in de Drentse natuur.” Ook boswachter Widmar van der Meer is verguld met de komst van de oehoe: “Het Nationaal Park het Drents-Friese Wold is een groots en ruig natuurgebied. Er is genoeg ruimte voor wildere natuur. De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan een natuurlijk en gevarieerd bos, dat aantrekkelijk is voor dieren, planten en mensen. Ook al gedijt de oehoe ook in andere landschappen, toch voelt het als een compliment dat hij zich hier blijkbaar thuis voelt.”
Eerste broedgeval Drenthe
Dit betreft het eerste broedgeval van de oehoe in Drenthe. Het eerste broedgeval in Nederland werd vastgesteld in Zuid-Limburg in 1997. Daarna breidde de populatie zich langzaam uit naar het noorden en het westen, maar pas in 2012 werden meer dan tien territoria gevonden in Nederland, toen nog vooral in Limburg en de Achterhoek. Ook in vlak over de grens gaat het goed met de oehoes. Daarna raakte de toename in een stroomversnelling en in 2019 zijn reeds 38 paren in Nederland gemeld (bron: oehoewerkgroep Nederland). De vestiging in Drenthe lag dus in de lijn der verwachting.
Over de oehoe
De oehoe lijkt qua uiterlijk op de ransuil, maar is een flink stuk groter en daarmee een indrukwekkende verschijning. Het vrouwtje is gemiddeld groter (gem. 67 cm) dan het mannetje (gem. 61 cm). De spanwijdte ligt tussen de 1,60 en 1,88 meter. De uil heeft opvallende, 8 centimeter lange oorpluimen en grote oranje ogen. De oehoe is een beschermde inheemse diersoort. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd.
geef een reactie
Nicky Mutter
Geweldig nieuws! We mogen trots zijn op deze nieuwe bewoners in het DFW. Nu maar hopen dat ze hier blijven wonen, en dat ze niet weggepest worden door het lawaai van groepen fietsers of luidruchtige wandelaars met- of zonder honden.