www.boswachtersblog.nl/ Drenthe

De zomereik in Drenthe #4

27 december 2024 Boswachter Aaldrik Pot in Drenthe

Oude en grillig gevormde eiken spreken al duizenden jaren tot de verbeelding.

In 2024 vierden we bij Staatsbosbeheer ons 125-jarige bestaan met het Jaar van het Bos. In een aantal blogs vertellen we graag meer over een boomsoort die voor Drenthe én de Drentse bossen heel belangrijk is: de zomereik. In deze vierde en laatste aflevering gaat het over geloof en gebruik rondom de Quercus robur.

Geen boom met zoveel verhalen omkleed als de (zomer)eik. In allerlei culturen staat de eik wel symbool voor ‘iets’. De gemene deler is dat hij wordt geassocieerd met kracht, spiritualiteit en stabiliteit. En ook robuustheid, goed verankerd met zijn wortels in de aarde, komen vaak terug. Voor wat dat laatste betreft is het niet gek dat men spreekt van een eiken huwelijk wanneer een stel tachtig jaar in de echt verbonden is. In die zin is eik meer waard dan goud, platina of diamant.

Heilige boom

Onze (spirituele) band met de eik gaat ver terug. In de Griekse mythologie stond de eik symbool voor de verbintenis tussen de goden en de mensen op aarde. Uit die tijd, ver voor het begin van de jaartelling, stamt ook het geloof dat eiken de toorn van de goden, die in de vorm van de bliksem op aarde werden afgevuurd, kon opvangen. Dat geloof kwam terug bij de Keltische, Noordse en Germaanse volken. Lang dacht ik dat de term Wodanseiken, een naam die vaak wordt gegeven aan eiken van enkele honderden jaren oud, ook met deze mythes te maken had. De ‘uitvinding’ is echter van veel recentere datum en bedacht door vader en zoon Bilders die in het midden van de negentiende eeuw als romantisch landschapsschilders de beroemde eiken bij Wolfheze op het doek zetten.

In de stripserie over de Keltische stam van Asterix en Obelix duikt de eik regelmatig op, zoals in de editie over Het Romeinse lusthof. In de Keltische cultuur hadden druïdes een bijzondere band met eiken.

Hoe dan ook zag men de eik tot diep in de Romeinse tijd  als een heilige boom. In de buurt van eiken vonden bijzondere rituelen plaats, begroef men overledenen en er werden offers gebracht. Toen het Christendom voet aan de grond kreeg, werd de eik als het ware ontheiligd. Niet langer zag men de mens – net als de eik – als een onderdeel van de natuur, maar als een wezen dat bóven die natuur stond. Daarmee veranderde ook onze omgang met oude bomen. Voor wie meer over deze omwenteling in de geschiedenis wil weten, maakte Wim Eikelboom een interessante podcast.

Oude eiken werden steeds vaker gebruikt voor het bouwen van boerderijen of toegepast als geriefhout. Maar ook voor het maken van houtskool dat gebruikt werd om ijzer te smelen, was steeds meer eikenhout nodig. In de ‘wilde’ tijd verdween dan ook steeds meer bos uit Drenthe. In de loop van de dertiende eeuw ontstonden in Drenthe de zogenaamde boermarken, ook wel buurschappen genoemd. Ze werden opgericht omdat plaatselijke bewoners de behoefte hadden de grens te bepalen van de onverdeelde wilde en woeste gronden, met daarin de nog overgebleven bossen, en die ook te verdedigen.

De eik in het resterende bos

Vanaf de 15e eeuw werden daarom in allerlei buurschappen zogenaamde willekeuren ingesteld die de laatste restanten bos moesten behoeden voor kap. In de willekeur van Roden (1492) staat op het kappen van bomen in het bos bijvoorbeeld een forse boete: een ton bier en een bedrag in geld. In de willekeur van Westerbork (1637) is niet alleen het kappen van bomen, maar ook het uitdragen van hout strafbaar is. Het gestolene moet in drievoud worden vergoed aan de eigenaar. In andere willekeuren, zoals die van Norg, is ook het weiden van schapen verboden. Alles om de verdere achteruitgang van het bosareaal te stoppen.

Akeren of ackeren in het bos. Met stokken werden de eikels uit de bomen geslagen die vervolgens door de varkens werden gegeten.

In de nog overgebleven bossen was de zomereik waarschijnlijk de belangrijkste boomsoort voor de samenlevingen van dat moment. Gebinten van de boerderijen werden bijvoorbeeld van eikenhout gemaakt en daar waren dikke oude bomen voor nodig. In het onvolprezen boek Historia forestis over de Nederlandse bosgeschiedenis citeert schrijver Jaap Buis de negentiende eeuwse bosbouwkundige R.W. Boer: De eerste plaats onder onze boomgewassen komt voorzeker toe aan den Eik, een groote statige boom, langzaam van groei, maar van langen levensduur, en die het sieraad uitmaakt van de bosschen van onze gematigde luchtstreken.’ Waarschijnlijk is de teelt van eiken dan ook een van oudste bosbouwkundige teelten in Nederland.

Eekschillers

Eiken werden echter niet alleen gewaardeerd vanwege het duurzame hout, de eikels waren zeer in trek bij varkenshouders. In de tijd dat de eikels rijp waren, trok men met varkens de bossen in om te ‘akeren’. Oftewel, de varkens aten voordat ze in november naar de slacht gingen, nog even hun buik rond. De voedzame eikels werden omgezet in vlees. Ook de brinken van de Drentse dorpen, waarop vaak eiken waren aangeplant, werden beweid met varkens. Uit de schors van de eik werd looizuur gewonnen. De arbeiders die hiermee belast waren, werden eekschillers genoemd. In sommige bossen, zoals in de Zeijerstrubben zijn nog kuilen te vinden waar de eekschillers actief waren.

Eekschillers in het Asserbos. (Jan Kzn de Vries, collectie Drents Archief).

Tot slot werd de eik op allerlei manieren toegepast in het vroegere geneeskunde, zoals het stelpen en genezen van ‘bloetspouwen, bloetpissen ende alle bloetganck’. Eikeltjeskoffie, koffie gezet van geroosterde en gemalen eikels, werd ingezet bij een heel scala aan klachten. Ik heb het wel eens gedronken. Echt lekker vond ik het niet. Maar bij regelmatige inname zou ik in ieder geval geen last meer hebben van mijn spijsvertering, bloedarmoede, zwakke botten en huidaandoeningen. Ik doe er – waarschijnlijk onterecht – wat lacherig over maar in de Tweede Wereldoorlog waren eikels, net als beukennootjes, een welkome en voedzame aanvulling op het karige menu.

Het moge duidelijk zijn, uit deze en de drie voorgaande blogs blijkt wel dat de zomereik in alle opzichten een onmisbare boom is, niet alleen voor Drenthe.

Namens alle collega’s van Staatsbosbeheer Drenthe wens ik u een vredig en eikrijk 2025 toe.

reageren

geef een reactie

  • Piet Westbroek
    12 januari 2025 om 20:50

    Ja, DE eik. Wie kent deze prachtige boom niet… Vaak met een stam-omtrek waar-je-U-tegen-zegt… keihard hout… de rust die er vaak vanuit gaat bij het bewonderen van ‘zo -een-woudreus’…

    Maar feitelijk is elke boom mooi…wat te denken van zijn ’tegenhanger’ (uiterst zacht hout) de Berk. Schilderachtige witte stammen…

    Wat-is-de-natuur-mooi…

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog