Een hommeljaar
Vroegbloeiers
In mijn tuin staan de krokussen massaal te bloeien. Honingbijen komen op de eerste mooie lentedag in groten getale (geen idee waar ze vandaan komen) af op deze rijke nectarbron. Best wel leuk natuurlijk, maar ik zie graag de eerste hommels verschijnen. Er staat een grote appelboom in de moestuin en elk jaar leg ik tuinbonen. Voor een rijke opbrengst zijn de hommels hard nodig, het zijn belangrijke bestuivers voor planten in de natuur en voedselbronnen voor de mens. Dat het niet goed gaat met de bijen (een hommel is ook een bij) blijkt uit diverse onderzoeken. We kunnen allemaal hulp bieden en dat begint al heel dichtbij, in de tuin bijvoorbeeld. Inzicht in het hommelleven is daarvoor wel noodzakelijk. Dave Goulson, een Engelse hoogleraar Biologie en gespecialiseerd in hommels heeft er drie boeken over geschreven.
In een hele korte samenvatting ziet een hommeljaar er als volgt uit:
Lentekoningin
De koningin heeft 8 maanden overwinterd en gaat in de lente naarstig op zoek naar nectar. Kijk eens om u heen: rond half maart bloeit er dan nog maar weinig. Een hommel heeft twee bronnen nodig om te overleven: nectar en stuifmeel. Wilgen zijn dan belangrijke en vroeg in de lente bloeiende voedselbronnen.
De vrouwelijke wilgen geven nectar, voor de broodnodige energie om te vliegen. De mannelijke wilgen leveren eiwitrijke stuifmeelkorrels. De eierstokken van de koningin bevinden zich in het achterlijf en hebben eiwit nodig voor het maken van nageslacht. De koningin heeft sperma gedurende de winter opgeslagen in haar achterlijf.
Nestlocatie
Na het nuttigen van voedsel gaat ze op zoek naar een nestlocatie. Dit kunnen bestaande holtes van bijvoorbeeld muizen, konijnen, mollen en vogels zijn. Ze gebruikt het aanwezige nestmateriaal in de vorm van veren, gedroogd mos, gras en dakisolatie om een knus balletje te maken met een holte in het midden.
Elke hommelsoort heeft een eigen nestvoorkeur plek. Aardhommels zitten graag onder houten vloerdelen van tuinschuren en spouwmuren. Weidehommels gebruiken oude vogelnesten in bomen. Boomhommels maken gebruik van holtes in bomen en mezenkasten. En de akkerhommel maakt een nest net boven de grond in dichte graspollen of een hoopje droge bladeren onder braamstruiken.
Zo groot als een tennisbal
In het oude nestmateriaal maakt de koningin in het midden een gat waar ze net doorheen past. De holte zelf is zo groot als een tennisbal. Ze maakt vervolgens een vingerhoedvormig kommetje van was. Dat kommetje vult ze met honing. Van stuifmeel maakt ze een balletje zo groot als een erwt. Haar eierstokken zijn als ze daarmee bezig is volledig ontwikkeld en vervolgens kan ze eieren leggen. Het mooiste komt nu: de koningin broedt haar eieren uit, net als een vogel. Wie had dit gedacht!
Maar, het is ook het meest cruciale moment in het gehele proces. Dit kost namelijk heel veel energie. Ze heeft wel haar honingpotje voorhanden, maar is dit voldoende? Een koningin verbruikt per dag soms haar eigen gewicht aan voedsel om haar eitjes uit te broeden. Ze moet hiervoor 6000 bloemen bij langs. Belangrijk en noodzakelijk dus dat er veel nectarrijke bloemen in de buurt van het nest moeten staan.
Vrouwelijk nageslacht en mannen
Na vier dagen komen de larven uit de eitjes. Deze vervellen drie keer, verpoppen en worden hommels. De eerste hommels zijn vrouwtjes, dochters van de koningin, de zogenaamde werksters. De koningin legt vervolgens nieuwe eitjes en de werksters verzorgen de larven. De eerste groep werksters gaan foerageren en de koningin blijft steeds vaker in het nest. Het risico om naar buiten te gaan en opgepeuzeld te worden is te groot en ze heeft nu haar dochters die voor haar zorgen.
In de zomer verandert de koningin van strategie: ze gaat niet langer vrouwelijk nageslacht produceren.
Nu komen er uit de eieren die ze legt hetzij vrouwelijke koninginnen hetzij mannen. De nieuwe koninginnen en mannen verlaten het nest voor altijd. Wanneer de zomer op zijn hoogtepunt is, zien we veel mannetjes. De mannen hebben slechts een enkele taak en dat is paren. Daarna sterven ze. De vrouwelijke koninginnen paren met een man en zoeken vervolgens een winterplekje op. Het sperma van de man dragen ze bij zich om het de volgende lente te gebruiken wanneer ze hun nest bouwen.
Een paar centimeter onder de grond
De koninginnen overwinteren een paar centimeter onder de grond, in rulle aarde. Ze kunnen zelf niet goed graven. Voorbeelden van overwinteringsplekken zijn tuinen, molshopen, oude composthopen en bloempotten.
De nieuwe koninginnen gaan vroeg in winterslaap (juli, augustus), de winter duurt lang en ze moeten het doen met de vetreserves in hun lijfjes. Hommels met kleine vetreserves lopen grote kans de winter niet te overleven. Ook vochtig weer, hevige regen kost veel koninginnen het leven.
De oude koningin die in de lente haar nest startte gaat dood, samen met haar werksters. Maar gelukkig komen in het voorjaar, als de eerste zonnestralen de grond verwarmen, de sterkste hommelkoninginnen weer tot leven en begint het hommeljaar weer van voren af aan.
En zo zit het dus in elkaar
Of we nu aan het opruimen zijn in de tuin, de composthoop verplaatsen, nestkastjes schoonmaken, bezig zijn met maaien van bermen, taluds, watergangen en graslanden. Aan het injecteren zijn, frezen of houtwallen snoeien. Met de kennis over het leven van hommels en een beetje logisch nadenken kunnen we allemaal ons steentje bijdragen om er voor te zorgen dat overal in stad en land, bos en heide, waar we ook zijn, elk voorjaar weer vele hommels mogen begroeten.
Boswachter ecologie Pauline Arends
geef een reactie
Piet Westbroek
Goedemiddag. Boeiend informatief verhaal. Wat is er mooier dan natuur in de ruimste zin van het woord. Herkenning ook. Zit je op zondag-middag na de kerk heerlijk – al dan niet mijmerend – in de tuin dan zie je een bij ‘aan-het-werk’ in ‘jouw’ tuin.
Dit in combinatie met de vogels welken zich thuis voelen dan kan je dag niet stuk.
Verveelt nooit !! Dank en groet, Piet, Krimpen a/d IJssel