De klapekster; slachter van de winter
In de winter vind ik de natuur altijd een tikje saaier dan in de rest van het jaar. Er zijn veel minder dieren actief, er zijn bijna geen groene planten en het weer kan grijs of regenachtig zijn. Als er sneeuw ligt, leef ik wel helemaal op. Dan kun je mooi de sporen van allerlei (zoog)dieren in de sneeuw volgen. Het verborgen leven van dieren wordt dan ineens heel zichtbaar. Toch zijn er ook diersoorten die hier juist alleen in de wintermaanden zijn. Vooral vogels, wintergasten zoals klapekster en koperwiek die hier de winter doorbrengen en vanaf maart weer naar hun broedgebieden in het hoge Noorden vertrekken.
De klapekster is zo’n wintergast die je op de Drentse heide en (hoog)venen kunt tegenkomen. Ik vind het een prachtige soort met een bijzondere manier van leven. De klapekster is de grootste uit de familie klauwieren in Europa. Slachter of slager is de betekenis van de wetenschappelijke naam van deze vogelfamilie. Ze leggen voedselvoorraden aan als ze genoeg prooien hebben gevangen. Daarbij worden de prooien aan scherpe voorwerpen gespietst, zoals doorns of dunne takjes. Afgelopen paar maanden wandelde ik een paar keer over een heideveld in het Hart van Drenthe waar ook klapeksters zitten. Ik wil jullie van deze wandelingen wat laten meebeleven.
Januari
Op één van mijn wandelingen over De Tweelingen in januari probeerde ik de klapekster te spotten. Deze keer was ik net een klaphek door en daar zat hij al, vlakbij, op het puntje van een dode boom. Met m’n verrekijker bekeek ik hem eens goed. Zijn kenmerkende kop bewoog af en toe heen en weer of hij hield hem een beetje schuin. Hij was duidelijk zijn omgeving aan het afspeuren. Plots liet hij zich in een soort duikvlucht schuin naar beneden vallen. Op ongeveer 30 meter van de boom verdween hij achter de vegetatie. Een paar seconden later vloog hij weer terug naar de dode boom. En wat schetst mijn verbazing, ik zie dat hij een worm heeft gevangen. Een beestje van nog geen centimeter dik en 10 centimeter lang. Hoe krijgt de klapekster dat voor elkaar. Op zo’n afstand, tussen de vegetatie, zo precies, zo’n kleine prooi te vinden. Dan heb je wel supertalenten. Vol verbazing blijf ik nog een poosje kijken. Nadat hij de worm opgegeten heeft, lijkt hij even genoeg te hebben. Ik wandel maar weer verder.
Februari
Toen ik thuiskwam van mijn werk vertelde mijn vriend enthousiast dat hij twee braakballen van de klapekster had gevonden. Hij was op de heide aan het wandelen geweest en had de klapekster uit een jeneverbes zien wegvliegen. Onder de struik vond mijn vriend twee braakballen. Ik bekeek de braakballen eens goed en zag duidelijk het schildje van een mestkever en de onderkaak van een muis. Wat een diverse prooien vangt de klapekster toch. De volgende dag zijn we samen weer gaan wandelen. Ik vol goede moed, want ik wilde natuurlijk ook een braakbal vinden. We zagen de klapekster nog niet en liepen naar de hoek waar de jeneverbes stond. Helaas, geen braakbal te zien. Blijkbaar had mijn vriend echt een geluksmomentje. Toen we verder liepen, zagen we de klapekster zitten aan de andere kant van de heide. Hij zal daar ook wel ergens een plekje hebben waar braakballen liggen, maar naar die speld ging ik niet zoeken.
Maart
Vorige week vrijdagmiddag (10 maart) had ik het geluk toch aan mijn zijde. We gingen even naar de heide om te kijken of de adders al langs het pad lagen te zonnen. Onderweg er naartoe hadden we het net over de klapekster toen hij opeens bovenin een eik zat. De zon scheen en het grijs, zwart en wit van de klapekster stak mooi af tegen de blauwe lucht. Elke keer als ik de klapekster zie, hoop ik dat ik hem een prooi zie vangen die hij dan ergens op spietst. En dit keer gebeurde het gewoon vlak voor mijn neus. De klapekster dook naar de grond en streek even later met een levendbarende hagedis neer bovenin een struikje. Met het blote oog konden we duidelijk de oranje buik van de hagedis zien. Met m’n verrekijker was het helemaal goed te bewonderen. De klapekster vloog een stukje weg en landde bij een klein struikje waar hij de hagedis aan een puntig takje wilde spietsen. Het ging niet heel gemakkelijk, een hagedis met z’n schubben is natuurlijk wat stug, maar het lukte hem. Het leek even of hij er nog even trots naast bleef zitten, voordat hij naar de volgende boomtop vloog.
We zijn naar het struikje gelopen toen de klapekster weg was en zagen, prachtig en spijtig tegelijk, hoe de dode hagedis daar vastgeprikt bungelde. Zo’n prachtbeestje ook. Wat is de natuur wreed en mooi tegelijk. Terwijl we stonden te kijken, zagen we de klapekster al met een volgende hagedis langs vliegen. Hij had een goede dag. Wij zijn verder gelopen en hebben geen adder gezien die middag. Misschien waren we wel teveel bezig met wat we net gezien hadden.
Nu is het echt lente en vertrekken de klapeksters binnenkort weer naar hun broedgebied. Je hebt dus nog maar heel even de tijd om zoiets bijzonders met eigen ogen te zien. Heb heel veel geduld, een beetje geluk en ga vaak het veld in. Succes!
geef een reactie
Lizette wolf
Het is zeker jammer dat we hem in de zomermaanden moeten missen. Misschien ooit in de verre toekomst dat ze weer gaan broeden in het mooie Drenthe. Voor nu moeten we het maar met zijn neefje, de grauwe klauwier, in de zomer doen. Ook erg leuk!
Lizette Wolf
Jaap P. Gehem
Heerlijke beestjes hè, die klapeksters. Het zijn ook ‘boeven’ voor zowel hun gedrag als op uiterlijk met dat ‘zware jongensmaskertje’ Jammer eigenlijk, dat we dit boevenpak straks weer een poosje moeten missen.
Jaap Gehem,
Natuurgids/ vrijwilliger
NP Drents-Friese Wold
Coen van Raaij @covara
Prachtig verwoord, klapekster is ook mijn favoriet waar ik uren naar kan kijken. Zag er ook ooit eentje een hagedis vangen, helaas voor mij vloog de klapekster met de buit naar een plekje waar ik hem niet kon zien. Volgende winter dan maar weer! Vriendelijke groeten.