ASSEN – Na de laatste ijstijd was hij ineens in Nederland: de échte wilde appel (Malus sylvestris). Maar dat was 10.000 jaar geleden! De laatste decennia is hij verdwenen uit ons landschap, tot er in Nederland nog maar zo’n 250 wilde appelbomen over waren, deels rond Assen en in de Drentsche Aa. Staatsbosbeheer heeft zich het lot van deze oer, oer, oermoeder van de wilde appel aangetrokken en zaadjes geoogst om die vervolgens op te kweken op onze bomenkwekerij in Flevoland. Na drie jaar zijn ze groot genoeg (2.50m) om uit te planten, en wel vandaag, op de Wereld Bossendag.

Met hun grote dorens en ieniemienie appeltjes lijken ze niet echt op de bekende hoog- of laagstam appelbomen uit de boomgaard. De eetappel die daar aan groeit, en die we nu in de winkel of op de markt halen, komt van oorsprong uit China en Kazachstan en is hier pas in de Middeleeuwen naartoe gebracht. De wilde appel is eigenlijk een bosboom en om er appelmoes van te maken heb je vooral héél veel suiker nodig. Wilde appels werden in het verleden wél gebruikt als veevoer, kennelijk is ons vee minder kieskeurig.

Dit plantseizoen wordt het voormalige landgoed Amelte bij Assen hersteld door de aanplant van duizenden boompjes. Hiertussen ook 30 nieuwe wilde appels. Geholpen door medewerkers van de gemeente Assen en Staatsbosbeheer plantten Ruud Wiersma, wethouder gemeente Assen, Eric van de Bilt, directeur Het Drentse Landschap en Ans van Wijk, gebiedsmanager Staatsbosbeheer Drenthe, de appelbomen. Ze beloofden in de toekomst nog eens terug te komen om naar hun boompjes te kijken.

Wil je de jonge appelboompjes zelf zien, kom dan eens langs op het vernieuwde landgoed Amelte. De appelbomen staan vlakbij het centrum van het Sterrebos, je kunt ze niet missen.

Boswachter Kees van Son