Kopzorgen over vleermuizen
HOOGHALEN – De overwinterende vleermuizen in de aardappelkelder op Kamp Westerbork zijn weer geteld. Het is een jaarlijkse inventarisatie die we al vanaf 1987 met medewerking van de Vleermuiswerkgroep Drenthe in januari uitvoeren. En er zijn zorgen over de afname van met name het aantal baardvleermuizen.
Aardappels
Met de bouw van de aardappelkelder is in 1942 begonnen, één van de weinige stenen gebouwen in het Kamp. Tijdens de oorlog werd hier meer dan 3,5 miljoen kilo voedsel opgeslagen. Tegelijk kon de aardappelkelder zo’n 40.000 kilo aardappelen herbergen*. Na de Tweede Wereldoorlog is het gebouw af en toe gebruikt voor opslag van zaden en boompjes (plantsoen). De aardappelkelder is een Rijksmonument.
Eerste vleermuizen
In 1986 werden er enkele overwinterende vleermuizen aangetroffen en vervolgens is de kelder, in samenwerking met het Herinneringscentrum, aangepast voor vleermuizen. Landelijk gezien is de kelder één van de belangrijkste overwinteringsplaatsen voor vleermuizen geworden. Met name de baardvleermuizen namen jaarlijks met 20% toe: van 10 baarden in 1987 tot 1.006 baarden in 2012. Ruimte genoeg; de verwachting was dat de stijgende trend zich zou voortzetten.
Afname
Onverwacht en in slechts enkele jaren heeft een enorme afname plaatsgevonden. Dit jaar zijn slechts 255 baardvleermuizen geteld. De oorzaak is onbekend. We weten het gewoon niet en dat leidt tot kopzorgen bij mezelf en bij de andere vleermuisonderzoekers. Daarom is deze winter begonnen met het plaatsen van dataloggers die de temperatuur en de vochtigheid meten. Het kan een heel natuurlijk verschijnsel zijn waardoor de vleermuizen wegblijven, bijvoorbeeld de zachtere winters. Of de vleermuizen hebben elders een onderkomen gevonden. Maar dit zijn veronderstellingen en daarom is aanvullend deskundig onderzoek zeer gewenst.
Granaatbunker
Waar het goed gaat met overwinterende vleermuizen in het Hart van Drenthe is de zogenaamde granaatbunker, een stenen gebouwtje midden in de boswachterij Hooghalen. In het verleden werd dit naoorlogse gebouwtje alleen gebruikt door jagers om materiaal in op te slaan. Ik had er al eens in rondgekeken en bedacht dat het met enkele maatregelen eenvoudig was in te richten als overwinteringsplek voor vleermuizen. Zo gezegd, zo gedaan een paar jaar geleden. Het dak werd verstevigd met platen en afgedekt met een laagje zand. De ramen, die er al niet meer in zaten, werden dichtgemetseld op drie toegangsspleten na. Tegen de muren werd een laag plagsel gestort. En… vleermuisklaar was het gebouwtje.
Roestjes
De eerste winter na de inrichting overwinterden er drie baardvleermuizen. Nu, zes jaar later hebben we 38 vleermuizen geteld, waaronder ook grootoor- en watervleermuis. Ook roestjes (nachtvlinders) maken graag gebruik van deze nieuwe locatie om te overwinteren. De deur klemt, het dak lekt, de wanden zijn vochtig en het pleister laat los en de vloer hobbelt. Voor ons mensen is er echt niet te wonen, maar de vleermuizen zijn er dolgelukkig. Een mooi succes: zo krijgt een vervallen bouwwerk een goede bestemming.
Boswachter Pauline Arends
*bron: Herinneringscentrum Kamp Westerbork
geef een reactie
Bats hibernating and mating, new study | Dear Kitty. Some blog
[…] Bats hibernating in Dutch Drenthe: here. […]