Kleine duiveltjes
HART VAN DRENTHE – Als ik wat bijzonders aantref in het veld kan ik behoorlijk opgewonden raken. Mijn dag kan dan niet meer stuk, zoals ze zeggen. En dat gebeurde kort geleden weer eens toen ik een dassenburcht inspecteerde in een voormalig stuifzandgebied in de boswachterij Hooghalen. Na het bezoek aan de burcht zocht ik een uitweg naar de bewoonde wereld.
Op het moment dat ik ze zag, ging mijn hart harder kloppen. Zou het echt zo zijn!? Inmiddels vind ik mezelf, na jaren onderzoek aan mieren redelijk deskundig, en de kleine koepelnesten die ik zag deden mij direct vermoeden met de gewone satermier (Formica exsecta) te maken te hebben. Maar waarom moet je daar nu opgewonden van raken?
Gepaste afstand
Deze mier valt onder de schubmieren en dankt zijn naam aan de hoorntjes op de zijkant van zijn kop die een associatie met de duivel oproepen. Het zijn echter geen hoorntjes als je goed kijkt met de loep, maar de zijkanten van de kop zijn verlengd. Alsof er een deuk zit in het midden van de kop. Volgens de Oostenrijkse mierenonderzoeker C.O. Dietrich is er in de deuk meer ruimte voor kaakspieren, die relatief lang zijn waardoor de mier meer kracht kan zetten bij het bijten.
De satermier heb ik nog maar drie keer in mijn leven gezien. Bij Ommen, in Estland en een vergelijkbaar biotoop in het Zwiggelterveld, dat ook behoort tot de boswachterij Hooghalen. Dat ze sterk kunnen bijten heb ik aan den lijve ondervonden. Tijdens mijn eerste ontmoeting met deze mierensoort (in Ommen) had ik binnen een minuut mijn broek uit. Bijzonder agressieve dames zijn het. Maar al doende leert men en ik weet nu gepaste afstand te houden.
Koninginnenstrijd
In Nederland komt de gewone satermier alleen voor op de zandgronden boven de grote rivieren. We moeten ze zoeken in open bossen en bosranden, droge graslanden met struweel en bij heidevelden. Ze verdwijnen als de biotopen te eentonig worden, de heide de nesten verstikt, bij intensieve begrazing, beschaduwing en overwoekering van de nesten door braam, brandnetel en gras. Het zijn graadmeters voor een gevarieerde leefomgeving. Wel begrijpelijk dat het helemaal niet zo goed gaat met deze soort. In een nest zitten meerdere koninginnen, zo kunnen ze zusternesten afsplitsen.
Op deze nieuwe plek telde ik tientallen nesten. Wil de satermier verder weg een nieuwe kolonie stichten dan moet de bevruchte koningin op zoek gaan naar het nest van de grauwzwarte renmier (Formica fusca). De koningin is namelijk niet in staat zelf een volk te stichten. Ze doodt de renmierenkoningin, de werksters accepteren haar vervolgens als koningin en verzorgen haar broed. De renmieren sterven uiteindelijk bij gebrek aan hun eigen koningin. Dat klinkt allemaal niet heel gezellig, maar fascinerend is het wel!
Van groot belang
Mieren zijn namelijk reuze interessant en van niet te onderschatten belang. Ze verspreiden zaden, verzorgen rupsen van vlinders, zijn uitstekende landbouwers en opruimers en dienen als voedsel voor allerlei andere soorten. Het is dus helemaal niet zo verwonderlijk dat ik opgewonden raak bij de vondst van tientallen nestjes met een heleboel van die kleine duiveltjes.
Boswachter Pauline Arends
Bronnen: Dietrich C.O. 1998. Plünderung eines Formica lemani-Volkes durch Formica exsecta (Hymenoptera: Formicidae) am Göller (Österreich: Niederösterreich) mit einer funktionellen Deutung des Beissverhaltens der Formica exsecta-Gruppe. Myrmecologische Nachrichten 2: 19-34
geef een reactie
Paul Voorhaar
Prachtig artikel. Nooit geweten, weer iets geleerd.
JJA van Dijk
Ik vind het een kooi artikel. Het bewijst maar eens hoe intrigerend het leven van de mieren is.
Rare Dutch ants discovery | Dear Kitty. Some blog
[…] Formica exsecta ants in the Netherlands: here. […]