Hoogveen is niet alleen een kwestie van geduld
BARGERVEEN – Hoogveen is in Nederland een zeldzaam landschapstype geworden. Duizend jaar geleden bedekte het nog een derde deel van ons land, een miljoen hectare. Bijna alles is inmiddels verdwenen. Verzwolgen door de oprukkende zee, ontgonnen tot landbouwgrond of afgegraven voor brandstof en turfstrooisel. Het ‘levend hoogveen’ spreekt door zijn geheimzinnigheid en ontoegankelijkheid juist velen tot de verbeelding. Maar we kunnen het hier nergens meer in zijn oorspronkelijke totaliteit ervaren en bestuderen. Niet in Nederland noch in de ons omringende landen.
Versnipperd
Tegenwoordig vinden we nog maar 10.000 hectare aan versnipperde hoogveenrestanten in ons land, die we koesteren als de laatste herinnering, met het Bargerveen als een van de grootste en belangrijkste. Ook daarvan is geen enkele vierkante meter gespaard gebleven voor afgraving, boekweitbrandcultuur of ontwatering. Een klein deel van dit gebied bestaat nog uit levend hoogveen, de rest bestaat uit herstellend hoogveen en vochtige heide.
Eenvoudig?
Het beheren van hoogveenrestanten in Nederland lijkt op het eerste gezicht eenvoudig: leg kades aan rondom potentiële gebieden. Gebruik daarvoor materiaal dat weinig tot geen water doorlaat, zoals keileem of compact zwartveen. Zorg er voor dat er geen gebiedsvreemd, voedselrijk water het gebied instroomt en wacht vervolgens op regen, veel regen. Genoeg regen creëert voedselarme omstandigheden, ideaal voor de groei van veenmossen. Deze sponsachtige, wortelloze plantjes, die in het water drijven en telkens aan de bovenzijde aangroeien, zorgen onder vermelde omstandigheden voor een groeiend veenpakket.
Geduld
Het állerbelangrijkste om weer een dik en verend veenpakket te krijgen, is geduld: het veen groeit met 1 millimeter per jaar aan. Maar geduld alleen blijkt niet genoeg. Een stabiel waterpeil in het veen is belangrijk, tussen de 20 tot 30 centimeter diep, het liefst het jaar rond. Een neerslagoverschot van circa 150 mm en een hellingshoek van maximaal 30 centimeter per 100 meter maaiveld is nodig voor de juiste afvoer. En het dieper gelegen grondwater, in de zandondergrond, dat tot aan de resterende zwartveenlaag reikt speelt tevens een belangrijke rol. Al met al toch niet zo eenvoudig.
Voedingsstoffen in lucht en regen
En dan is er nog de zogenaamde depositie van voedingsstoffen. Gassen die vrijkomen door verbranding van fossiele brandstoffen en ammoniak uit de intensieve veehouderij, en die vanuit de lucht, met de neerslaande regen, als stikstof in de bodem terechtkomen. De stikstofneerslag, die momenteel 20-25 kilo per hectare per jaar bedraagt, vormt daarbij een voedingsbron voor berken en pijpestrootje (in Drenthe ook wel bentepollen genoemd). Beide soorten kunnen de heidevelden en het hoogveen geheel overgroeien. Berken en pijpestrootje verdampen veel water. Door lichtgebrek en droogte verliezen de veenmossen en natte heide de concurrentieslag. Jonge pijpestrootje bevat veel eiwitten. Daarom wordt het begraasd met schapen en runderen. Zij eten de jonge aanwas en houden daarmee het landschap open. De schapen en runderen gaan s ’avonds weer naar de kooi en laten hier hun mest achter. Zo wordt een deel van de extra voedingstoffen omgezet in vlees en mest en heeft het veenmos en heide weer een kans.
Branden als beheer
Onder de juiste omstandigheden kan ook het afbranden van percelen met veel pijpenstro en jonge berk positief bijdragen aan het open heidelandschap. Het meest effectief is kleinschalig branden onder winterse omstandigheden, als de bodem bevroren is. Daarmee wordt voorkomen dat het vuur dieper het veenpakket inkruipt. Met een goede bries uit de juiste windrichting kan men vervolgens aan de slag. Onlangs waren de omstandigheden in het Bargerveen een aantal dagen ideaal en is, in enkele etappes, bijna 60 hectare pijpestrootje gecontroleerd afgebrand. Vervolgens is het nog belangrijk om tijdens het komende groeiseizoen juist op deze percelen begrazing toe te passen. Jonge aanwas groeit immers prima op de vruchtbare ondergrond.
Dit jaar zal zeer waarschijnlijk niet meer gebrand worden. De dagen worden langer en de zonnestralen krachtiger. Het zal niet lang meer duren voordat de eerste gladde slangen en adders uit hun overwintering plekken te voorschijn komen om op te warmen in de zon. En om te vechten voor het mooiste vrouwtje vertonen de mannetjes soms echt machogedrag. Hierover in de volgende Bargerveen-blog meer!
Op RTV Drenthe werd onlangs aandacht besteed aan het veenbranden in het Bargerveen. Hier kun je de aflevering terugkijken.
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=plPJgIbmYXQ&w=560&h=315]
geef een reactie
tinus volkerts
Een uniek stuk natuur van grote waarde,wees er vooral zuinig op!!!