Havelte – In de Wapserveense Aa, direct naast de Polder ten Kate ten noorden van Wapserveen, gaat in de verte een muskusrat door het water. Althans dat lijkt zó, op afstand. Als ik iets dichterbij kom, zie ik dat het helemaal geen muskusrat is, maar een fuutje. Beter gezegd ons kleinste fuutje, de dodaars. En het is er niet één maar het zijn er twee. Als kleine bruine bolletjes ploppen ze boven en verdwijnen weer net zo snel. Ze zijn niet eens schuw, want als ik er langzaam voorbij ga, blijven ze keurig op het water liggen.

Ik ken de dodaars vooral van de heideplassen van het Dwingelderveld en boswachterij Ruinen, maar ook in het buitengebied kom je ze tegen. Ze leven vooral van kleine waterdieren, in het bijzonder van libellenlarven. En dat komt goed uit want in de ondiepe heideplassen op het Dwingelderveld zit geen vis. Tijdens de winterperiode strijkt hij regelmatig neer in de Hoogeveense Vaart bij Nijstad. De vogelgids zegt dat ze 25 tot 30 centimeter meten, ik zie het er niet aan af. Wel zie ik waar hun naam vandaan komt: ze hebben een afgehakt kontje, dat er wat pluizig uitziet. Zeg maar ‘doddig’. Vandaar!

Door boswachter Hans Kruk