Over wolven en spinnen
Zaterdagmiddag mocht ik bij Cassata van RTV Drenthe (klik hier) mijn gedachten laten gaan over de komst van de wolf (of misschien is hij er al wel) en zaterdagavond was er een item bij 1Vandaag (klik hier) over hetzelfde onderwerp waarin ik iets zinnigs mocht proberen te zeggen. Het was dus een bijzondere dag, maar dat kwam vooral door wat ik die ochtend had gedaan. In een vlaag van enthousiasme had ik me aangemeld bij een spinnencursus van de KNNV Groningen/Haren. Ik wil vanuit mijn sporentic vooral graag weten wie welk webje maakt. Maar als je je ergens in verdiept, is de kans groot dat de informatiehonger vrij snel uit de klauwen loopt.
Ik weet niet of cursusleider Eunice Mollema het expres deed, maar we begonnen zaterdagochtend met de wolfsspinnen. Op ongeveer 5 meter afstand van waar we de auto hadden geparkeerd, miegelde het er van. Daar kunnen die gewone wolven een puntje aan zuigen. De wolfsspinnen maken geen web, maar rennen hard over de grond en jagen op het oog. Vroeger dacht men dat ze in groepjes (pacten) op jacht gingen, net als wolven. Vandaar de naam. Een misverstand is derhalve snel geboren. Wolven jagen trouwens ook lang niet altijd in een pact, maar dat terzijde.
Even kwam ook de zandwolfspin ter sprake, een soort die vanuit een holletje in zandige steilrandjes zit te wachten op een langs kuierende prooi. Hij zou daarom beter zandlynxspin kunnen heten, maar lynxspinnen schijnen ook te bestaan, doch behoren weer tot een hele andere familie. Hoe dan ook, Eunice vertelde er zo levendig over, dat het beest voor mij nu al mystische proporties aan nam. Maar we vonden hem helaas niet. Daarmee kan hij op het lijstje veelvraat, vliegende eekhoorn, hazelmuis et cetera. (Ik heb inderdaad nog nooit een hazelmuis gezien).
Wel zagen we strekspinnen, krabspinnen, dwergspinnen, een panterspin (ook een soort wolfsspin), hangmatspinnen en we vonden een webje van een trechterspin. Ik heb gemerkt dat mijn nieuwe hobby niet de meest eenvoudige is. Net als bij het determineren van planten, moet je aardig thuis zijn in de meest ingewikkelde termen; palpen (de bokshandschoentjes die een mannetjesspin aan zijn tasterpootjes heeft en waar hij zijn sperma in bewaart), cheliceren (gifkaken) of carapax (de rugzijde van de cephalotorax). Ik bedoel maar. Maar hemeltje lief, wat een vat vol bizar leuke wetenswaardigheden levert het op. Jammer dat mijn harde schijf een beetje vol raakt en ik weet niet zo goed wat ik moet wissen…
geef een reactie
Liza
Leuk geschreven! Dank voor het delen.