Spleetlippen en schietmotten
Leerzaam dagje! Voor het natuurprogramma Roeg! van RTV Drenthe en Staatsbosbeheer maak ik vanaf nu elke week een kort filmpje. Het thema De natuur van dichtbij is een beetje dubbelzinnig. Het gaat vooral over insecten die je bij wijze van spreken in je achtertuin kunt tegenkomen. Lekker dichtbij dus. Maar ik probeer ze ook nog eens van heel dichtbij in beeld te brengen. Het eerste filmpje over rode bosmieren, die proberen een loopkever naar hun nest te slepen, kun je zien in de aflevering van gisteren. Klik hier. Het filmpje van de mieren begint rond 8.50 min.
Vandaag was ik met Robert Pater, onze stagiair en gediplomeerd speurneus, op pad om een filmpje voor volgende week te maken. Dat gaat over zandbijen kan ik alvast verklappen. Maar gelukkig heb je ook altijd wel een paar ‘bijvangsten’ zodat er ook vandaag al iets leuks te melden valt. Zo ontdekte Robert op het warme zand een bijzonder insect dat zich verstopt had in een huisje van zand en takjes. We waren er vrij snel uit dat het een kokerjuffer moest zijn, de larve van een schietmot, maar ik ken die beestjes alleen alleen als ‘waterdier’.
In die waterwereld komt een familielid van onze landrot voor (Anabolia nervosa) voor die een soortgelijk huisje bouwt. Dat er niet zoveel mensen naar deze creaturen kijken, blijkt wel uit het feit dat het geen Nederlandse naam heeft. Maar ik dwaal af, ik weet nog steeds niet hoe het dier heet dat wij hebben gezien op het warme zand rond het hunebed van Steenbergen. In Nederland en België komen 230 verschillende soorten kokerjuffers voor, waarvan maar een paar soorten op het land leven, dus ik hoop er alsnog snel achter te komen.
Op het landgoed Mensinge bewonderden we aansluitend nog even de ploppende en blauw aangelopen heikikkers, maar wees Robert me bovenal op een ander fenomeen: de jeneverbessleetlip. Het is een minuscuul zwammetje dat op dode naalden van de jeneverbes leeft. Het staat als zeer zeldzaam te boek, maar Robert kwam hem op veel meer plekken tegen vertelde hij. Sterker nog, op elke jeneverbes die hij had bekeken, had hij hem aangetroffen.
Daar word ik altijd een beetje argwanend van. Zeer zeldzame soorten worden zelden van de ene op de andere dag algemeen. Op de website van de Nederlandse Mycologische Vereniging staat dat je dit familielid van de zakjeszwammen (sorry, ik kan er ook niets aan doen) alleen met zekerheid kunt determineren door er met een microscoop naar te kijken. Meestal betekent het dat er ook nog een veel algemenere soort is die sprekend lijkt op de zeer zeldzame.
Er zijn in ieder geval 145 soorten van dezelfde familie en er is inderdaad nog eentje die op jeneverbesstruiken voorkomt, de Lophodermium chamaecyparissi. Maar als ik het goed begrijp is dat een soort uit Japan. Daar hebben ze blijkbaar ook jeneverbessen en misschien zelfs wel een jeneverbesgilde. Hoe dan ook, ook hier blijven we nog even in het ongewisse. Dat is eigenlijk het leukste van alles.
Naschrift: Wat is Twitter toch een fijn medium. Alrik Hoven doet vrijwel meteen de suggestie dat het niet om een kokerjuffer gaat maar om de larve van een nachtvlindertje, de gewone zakdrager. Ik zei het al, een leerzaam dagje.
geef een reactie