Zekerheden
Er zijn van die zekerheden in het leven die ik koester. Een daarvan is dat in mei boven het Fochteloërveen boomvalken jagen op witsnuitlibellen. De boomvalk overwintert in tropisch Afrika ten zuiden van de evenaar. Vanaf eind april keren ze terug in Nederland waar ze eerst een tijdje rondhangen in gebieden als het Fochteloërveen en zich volstoppen met libellen die dan, normaalgesproken, massaal aanwezig zijn.
Dit jaar moet menig boomvalk zich achter de oren hebben gekrabd. Hetzelfde uitgestrekte veen, hetzelfde mooie weer, maar geen libellen. Door de lange winter en het aarzelende begin van de lente lieten de ‘witsnuiten’ wat langer op zich wachten dan normaal. Hoe is dat voor zo’n boomvalk? Ik stel het me als volgt voor:
Je hebt duizend kilometer gereden op weg naar je vakantiebestemming. Voor de zekerheid heb je van te voren dat bekende hotelletje geregeld, natuurlijk met avondeten en een pul bier. Na zo’n lange reis ben je uitgeput en heb je brullende honger. Bij aankomst in het hotel klopt alles. Dezelfde fijne kamer, dezelfde aardige mensen. Maar als je aan tafel gaat zitten komt er niemand die vraagt of je de menukaart wilt zien. Op het bord aan de muur staat in sierlijke krulletters ‘heute kein abendessen’.
Zo moet het ongeveer voelen. Wij kunnen dan een vriesdroogmaaltijd opentrekken. Een boomvalk moet een andere list verzinnen. Overschakelen op andere, moeilijker te vangen prooien bijvoorbeeld. Als die er al zijn en ze er de energie voor hebben na zo’n lange reis. Ik zie ze denken als ik ze door mijn verrekijker bekijk: hé boswachter, hoezo zekerheden?
Aaldrik Pot
geef een reactie
Linda
Wat heb je de desillusie mooi beschreven…