“This expresses a great deal without too much in it”
“Op een hete dag in augustus 1947 stapte Andrew Wyeth een verlaten slaapkamer binnen op de derde verdieping van een huis in Maine. Hij wilde er een aquarel maken van de dakkapel. Omdat het er zo verstikkend warm was, opende hij het venster, dat uitzag over zee. Een zucht zeewind bracht de gordijnen, die tientallen jaren onverstoord hadden gehangen, in beweging. De vogels in het kantwerk leken op de wieken te gaan. De kunstenaar maakte een snelle schets.”
Een moment van niks misschien, maar voor de kunstenaar die wakker is, was het alles. Andrew Wyeth (1917-2009) werkte de schets om tot een schilderij: Wind from the sea. Dat is nu een van de topstukken in de National Gallery of Art in Washington. Een ander werk van Wyeth is een van de meest geliefde schilderijen in Amerika, en ook bekend in Europa: Christina’s World. De kunstenaar schilderde het een jaar later, op dezelfde plek: bij het huis van Christina en haar broer Alvaro Olsen, vlak buiten het plaatsje Cushing aan de kust van Maine. De familie van de Olsens boerde er al sinds de achttiende eeuw en ooit deed het huis dienst als baken voor de schepen op zee. Toen Wyeth het huis en zijn bewoners in 1939 leerde kennen, was het al in verval. De witte verf bladderde van de klappen -dat is het oud-Hollandse woord voor de dikke spanen gevelbekleding die in het Engels clapboard heet. Gaten in ramen en muren waren opgevuld met krantenpapier. Alles in het huis was van de grootste eenvoud, onopgesmukt en daardoor nobel.
Wyeth werkte zijn hele leven op maar twee plekken: thuis, in Chadds Ford, Pennsylvania waar hij geboren werd en ook stierf, en in Maine waar zijn familie de zomers doorbracht. Dat de Olsens zo’n grote rol in zijn oeuvre zouden spelen, kwam in eerste instantie door Betsy James. Haar vader, een belangrijke uitgever, had Wyeth uitgenodigd langs te komen in Maine. Betsy en Andrew werden verliefd. Maar Betsy had een test voor Andrew. Hoe zou hij reageren op de Olsens, waar zij kind aan huis was maar die niet bepaald ‘polite society‘ waren? Christina was deels verlamd door polio, ze was wat men toen kreupel noemde. En als gevolg daarvan incontinent. Ondanks de zorg van haar broer stonk het huis. Het deerde Andrew niet, hij viel voor de Olsens -en hun huis. Betsy en Andrew trouwden en bleven de Olsens bezoeken tot in de winter van 1967-68 toen broer en zus kort na elkaar stierven. Andrew had zelfs een atelier in het huis.
Vijfentwintig jaar geleden zag ik Christina’s World voor het eerst. Ik vond het ’t mooiste schilderij in het Museum of Modern Art (MoMa) in New York. Maar toen was ik een jonge hond voor wie alles nieuw was. Ik keek te snel, miste tekst. Vorige week was ik terug. Ik keek langer. En nu wist ik dat die jonge vrouw niet hulpeloos of eenzaam is. Zij is Christina, en zij is sterk. Als zij naar buiten wilde, de velden in, dan kroop ze omdat ze niet kon lopen. Wyeth heeft zich altijd vol bewondering over haar uitgelaten.
Maar waarom is dat schilderij nou zo goed? Of waarom is Wyeth überhaupt zo’n geweldige schilder? Voor mij heeft het er vooral mee te maken dat hij iets van het platteland trof. Een stemming van als je alleen in de natuur bent. Met niets meer dan het geluid van de insecten in het droge gras. Kunsthistorici hebben het liever over de spanning die zijn werk heeft: van de ene kant is het realistisch, van de andere kant is het uitgebeend, soms zelfs bijna teruggebracht tot een abstracte compositie -dat is vooral het geval bij de meer dan driehonderd raampartijen die hij schilderde. Wyeth vergeleek zichzelf wel met Hopper -die van het wereldberoemde schilderij Nighthawks, waarop je een New Yorks interieur van een diner ziet met eenzame mensen. Hij zei dan: Hopper is van de stad, ik van het land. Hopper wordt altijd in verband gebracht met iets onheilspellends dat in de lucht hangt in de moderne stad. Zit zoiets ook in het werk van Wyeth? Meestal liet hij figuren in zijn schilderijen achterwege. De kunstenaar reikt de kijker geen verhaal aan. Er is geen houvast, maar leegte. Wie daar bang voor is, gruwt van Wyeth.
In New York ontdekte ik ook iets anders, wat je op een reproductie snel ontgaat. (Mijn foto is ook niet al te best, maar maakt hopelijk wel duidelijk wat ik bedoel). Het veld van Christina’s World heeft een haast onmogelijke diepte. Elke halm is goed getroffen. Doordat je Christina vanaf de rug ziet, denk je als kijker al snel dat haar blik verlangend uitgaat naar het huis, haar thuis. Maar Wyeth laat ons zien, wat Christina ziet: een wereld in het gras. Die kenden we als kind, maar we zijn hem vergeten.
Voor deze post is gebruik gemaakt van: Andrew Wyeth, looking in, looking out. Catalogus samengesteld door Nancy K. Anderson en Charles Brock, National Gallery of Art, Washington 2014
geef een reactie