Weer of geen weer
In 2012 maakte Berndnaut Smilde een wolk. Dat was voor de Hoornse kunststichting Hotel Mariakapel. Het werk heette toepasselijk Cumulus. Een foto ervan werd aangekocht door de Londense Saatchy Gallery en even was de wolk wereldberoemd. Het werk zette de surrealistische wereld van Magritte op z’n kop door hem reëel te maken. Een wolk in een stenen binnenruimte. Wat Cumulus ook duidelijk maakte, is wat een kunstenaar vermag als hij op de hoogte is van technisch allemaal kan. Het schildersdoek, waarop een illusie gevangen moet worden, is heel ver weg. Ik vroeg me toen af wat Smilde met andere weerfenomenen zou kunnen. Een regenboog?
En warempel, voor de tentoonstelling Weather or not in de Eindhovense Mu artspace maakte Smilde een regenboog. Dat wil zeggen, tijdens de expositie die nog tot 25 september duurt, creëert de kunstenaar drie keer een regenboog. (Wie er bij wil zijn, er is nog een kans, op de 23ste). Door een gigantisch prisma wordt dan een regenboog getoverd op het tegenoverliggende Klokgebouw. Afgelopen zondag moest ik me tevreden stellen met een foto.
Die dag scheen de zon niet. Dat betekende dat de Heliophone van de Belgische kunstenaar Aernoudt Jacobs niet werkte. Wie meer geluk heeft kan door een grote toeter de zon horen. De installatie zet namelijk het licht van de ster om in geluid -en dat zonder elektrische versterking. Voor mij ook geen sneeuwstorm. Andere bezoekers moeten die wel hebben meegemaakt. In een rond paviljoen van Martijn Koomen dwarrelt en stuift dan dons. “Gegevens over temperatuur, luchtvochtigheid en windsnelheid worden omgezet in een visuele ervaring”, lees ik. Even denk ik ook het spannendste werk op de tentoonstelling te missen: de waterdruppel die in de lucht danst. Dat is een werk van de Ier Alistair McClymont en is gebaseerd op onderzoek uit de jaren zeventig dat uitgevoerd werd aan de Universiteit van Manchester. Of dat ooit een toepassing buiten de kunst heeft gekregen is niet duidelijk -meestal interesseert mij dat ook niet zo, als het kunstwerk maar goed is. Toch, bij een tentoonstelling over kunstenaars en het weer, zou het wel boeiend zijn als de relatie met de wetenschap helderder is.
Wanneer de oppasser op de tentoonstelling met een pipet een waterstraaltje in het schijnbare niets spuit, kom ik erachter dat die ene druppel die overblijft in een verticale luchtstroom hangt. Die kennis doet niks af aan de schoonheid. Niet alles hoeft een wonder te zijn.
Ik zie ook een ruimte met nepweer. Daar is enthousiast over geschreven, maar mij beangstigt het idee: in een kamer waar geen daglicht doordringt, is een lichtkoepel aangebracht. In een strak blauwe lucht is overtuigend de zon te zien. Het licht is van een zomerdag. Maar niet heus, de bron is LED en iets met nano wat ik niet begrijp. Het is het werk van de Italiaanse professor Di Trapani en de vinding wordt ook al commercieel toegepast. Een toverlantaarn uit een brave new world. Steek je kop maar in het zonlicht.
Er is in Eindhoven veel werk waarin ‘iets omgezet wordt’: zonlicht in geluid, weerdata in een kolk van dons, en de beweging van een plantenstengel ‘ergens in Amerika’, wordt doorgegeven naar hier en brengt 42 verdorde takken duizendblad aan het zwiepen. Het zijn dit soort vertalingen waar Rob Sweere een radicale streep door haalt. Hij zegt: ga maar liggen, buiten uiteraard, wees stil en onderga wat er gebeurt. Sweere nam al 75 keer het initiatief tot zo’n (non-)actie, en hij gaat onder de titel Silent Sky Project gewoon door. In Eindhoven hangt de prachtige foto van nummer dertien, van 18 juni 2006. Het was Oerol op Terschelling en Bruno Doedens formeerde een gigantisch labyrint van zand, de zogenoemde Jaarringen. Sweere bracht 2000 mensen op de been die plaatsnamen op het aardwerk. Die keken liggend een half uur naar boven. En dan kan het je zomaar gebeuren. Dat je niet denkt over die vleugelslag van een vlinder die aan de andere kant van de wereld een orkaan veroorzaakt, maar dat je opgaat in het geheel van wat is. Je bent weer.
geef een reactie