www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Vanaf Vlieland #1

2 september 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Vlieland, donderdagavond, zes uur. De horizon is leeg. Alle vaarten lijken binnen. Het eiland heeft er zesduizend gasten bij. Ik dwaal door het dorp -er is maar een nederzetting hier: Oost-Vlieland. Het is er gezellig druk, maar niet overdreven. De meeste Vlielandgangers die er nu zijn trekken naar de camping, Stortemelk of De Lange Paal -die laatste is van Staatsbosbeheer. Het is Into the Great Wide Open.

Halverwege de Dorpsstraat sla ik af naar de kerk. Hier is niemand meer en ik kijk even de zeventiende eeuw in. Vlielanders houden van huisjes en schuurtjes, die vaak een naam krijgen. Ik zie ”T Pronk Stuk’, ‘Hol’ en de ruïne van ‘Eldorado’. Vreemd genoeg heet de midgetgolfbaan ook zo, Eldorado. En daar staat een wonderbaarlijk mooi prieel. Het blijkt de oude koepel van de vuurtoren te zijn, uit 1908. In de jaren tachtig naar de vaste wal verdwenen en uiteindelijk op marktplaats beland voor 18.000 euro. En nu dus weer terug.

Festivals maken mij onrustig. Als ik me wat voorbereid (inluisteren op youtube), ontstaat automatisch een planning, waarvan ik al weet dat die onmogelijk is. Of heel wat stress oplevert omdat ik me van locatie naar locatie ga haasten. ‘In mijn tijd’ bestond een festival uit één podium. Je nam een koelbox bier mee het veld op en als je uit gepogood was, klom je daarop om Iggy beter te zien.

de-open-plek

Terwijl ik nog aan het eten zit, mis ik Jacco Gardner. Collega Jorien heeft al losgelaten dat er een programma is. Bij mij knaagt het. Gelukkig krijg ik mijn polsbandje (dat is je passepartout) bij De Bolder en dat is ook de plek waar Bombay optreedt en die wil ik niet missen. Een voorloper van de band ontstond al in 2008 op het conservatorium in Amsterdam. Maar alles toont nog piep en heeft de jonge-hondenenergie van een schoolband. Moet het publiek er nog inkomen? Of speelt Bombay de eerste helft wat lafjes? Niet dat ik me verveel -Lisa drumt met zoveel plezier dat ik het een plezier vind om naar haar te kijken. De laatste twee nummers hebben pas echt dat brutale waar de band zo goed in is. De eerste crowdsurfer bewijst dat ze op stoom komen. Maar wat laat dus.

Terug naar het dorp. Nee, voor mij geen camping. Wat een gruwel vind ik dat. Ik verdwaal een beetje. Jammer dat feeëriek zo’n versleten woord is. Ik kom in een bos waar wit licht langs de boomtoppen sluimert. Vast een van de vele kunstprojecten -die voor zaterdag op het programma staan. Het licht is subtiel genoeg om wel nog de sterren door te laten. En mijn God, wat heeft Vlieland een sterrenhemel! Lang geleden keken mijn beste vriend in Indonesië en ik uit over de Javazee, en we beloofden dat elke keer als we ‘die drie sterren op een rij’ (de Gordelsterren van Orion) zouden zien, dat we dan even aan elkaar zouden denken. In de stad komt het daar niet van. Maar hier! De wereld is weer rond.

In een paars bos hoor ik een national gitaar. Niet live bespeeld, iemand draait nog een laatste muziekje. En dan weer door het donker, waar je gewoon de schijn van het schelpenpad volgt. Voor ik er erg in heb sta ik weer bij de kerk. Er is geen hond en Oost slaapt.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog