Salaam Aleikum in het nieuwe Arcadië
Als ik de natuur in wil, kan dat letterlijk om de hoek. Daar begint immers de Stichtse Lustwarande, het snoer van buitenplaatsen dat zich van de Utrechtse oostelijke stadsrand helemaal tot in Amerongen uitstrekt. Ik kan daar, ondanks verrommeling, nog goed zien waar de negentiende-eeuwse stad ophield en het land begon. En verkeerspleinklassieker De Berekuil (1944) zorgt ervoor dat ik met het grootste gemak onder een drukke weg door kan.
Op andere plekken is zo’n scheiding veel vager of heel ver opgeschoven en moet je achtereenvolgens een jaren dertig-, vijftig-, zeventig- en vinexwijk door. In het noorden van Utrecht is de grens wel scherp, maar best heftig: de rondweg (de N230, die hier Karl Marxdreef heet) ligt als behoorlijk obstakel tussen de woonwijk Overvecht (uit de jaren zestig) en de natuur van het Noorderpark -een wat misleidende naam voor een amalgaam van nieuwe bossen, oude polders, forten, moerassen (zogenoemde zodden), bloemrijke hooilanden, ‘gewone’ landbouw en wat dorpjes. Hartstikke Hollands dus, het landschap hier tussen Heuvelrug in het oosten en Vecht in het westen in. Of, van zuid naar noord: tussen stad en het Gooi. Een soort uitstulping van het Groene Hart. Vriend L. en vriendin K. hebben er hun hardlooprondje. Kijk wat voor plaat zij er ’s ochtends heel vroeg schoot.
Staatsbosbeheer heeft er echte parels, zoals fort Ruigenhoek, de Bethunepolder en de Westbroekse Zodden. Ik herinner me massa’s rietorchissen. En purperreiger en woudaapje huizen er. Parallel aan de rondweg, dus heel dicht bij de stad, loopt de Gageldijk. Die is genoemd naar de wilde gagel, een struik die van venige grond houdt en hier dus gedijt. Als je over de bladertoppen wrijft of de katjes kneust komt een geweldige geur vrij, scherp en harsachtig. De plant werd gebruikt om muggen te weren, leer te looien en bier te brouwen (gagel was een bestanddeel van gruit of gruut waarmee bier gekruid werd).
En toen. Toen kwam er een Randstadgroenstructuurbos: het Gagelbos. Dat klinkt allemaal vreselijk, maar het idee was goed en de uitwerking ook. Dat rare woord stond voor de versterking van het landelijk gebied dat altijd het gevaar liep door de stad overlopen te worden. Toen in 2014 ook nog een grote brug geslagen werd over de rondweg heen, lag het gebied klaar om door recreanten ontdekt te worden.
Ik was er zaterdag, op het Kom over de brug-festivalletje. Je kon met paard en wagen vanuit de woonwijk, over de brug, het Gagelbos in. Wat veel mensen deden. Het leek wel een Bona-reclame, ook omdat heel wat mensen picknickspullen meebrachten. Na de parkeerplaats is de eerste verrassing een prachtig berkenbos. Slim om die boom aan te planten: zonder er honderd jaar op te hoeven wachten geeft die een sprookjessfeer.
Met vriendin A. ging ik ook picknicken. En de boel bekijken -wat een beetje lui voelde: boswachters Tineke en Tim zie ik keihard werken. Terwijl wij heerlijk in de schaduw eten en drinken is het ongelofelijk om te zien waarmee je kinderen een hele middag bezighoudt. Over een brede sloot ligt een soort trekpontje. De truc is: dit ding kan flink kantelen. Maar het is 25 graden en nat worden is niet erg. Er is nog veel meer te doen (de NatuurWijs-ontdekkingstochten zaten vól). Maar vandaag bewegen we niet erg.
Al vrij snel krijgen we buren. Een moeder met kinderen. En dan haar vriendinnen. Tegen ons is het ‘hoi’, tegen bekenden ‘salaam aleikum’. Het is de Islamitische groet die ‘vrede over u’ (of je?) betekent. Verder is de voertaal Nederlands. We krijgen kaneelkauwgum uit Marokko maar raken zelf niks kwijt. Er wordt gedieet met alleen yoghurt. Terwijl de kinderen het leven in de sloot ontdekken (piepkleine kikkertjes en flinke slakken) horen we van de buurvrouw hoe fijn ze het hier vindt. Voor een deel komt dat omdat het kroost zichzelf vermaakt, maar ook: het is hier mooi. Stiekem denk ik wel, hadden we maar die buren gehad die uitpakken met een barbecue vol hapjes.
Op de weg terug nog even de paarden aaien. Ze ruiken lekker. En dan lopend over de brug, naar de bus richting stad. We hebben het over de kinderen. Wie neemt later de kruidenierswinkel van de ouders over, wie gaat er theoretische natuurkunde studeren. Misschien zit er wel een nieuwe Jac. P. Thijsse (m/v) tussen.buren
Foto’s: Katja van Nus en Alexandra Blok
geef een reactie