www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Bij zinnen

11 juli 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

bos meijendelVaak hoor ik: “jij hebt echt de leukste baan.” Dat zal ik niet tegenspreken. Wel is het zo dat veel werk onzichtbaar is. Als ik ‘een stukje over een natuurgebied’ schrijf, begint die klus in het nwa, het natuurwetenschappelijk archief, dat onder het beheer van onze bibliothecaris Hans Vink valt. Veel van wat Hans gewoon weet, heb ik ook nodig. Heel vaak verwijst hij door naar mensen die zich ooit met een gebied bezighielden. Zo bouw je een kennisnetwerk op.
In het nwa vind je naast ‘klassieke’ basisinformatie over bodemgesteldheid, ontginningsgeschiedenis, flora en fauna en beheer ook artikelen over monumenten en ander erfgoed, oud foldermateriaal en zelfs handgeschreven of getikte correspondentie. Dat is mijn huiswerk. Ondertussen ga je hiaten zien en vormen zich de vragen voor de boswachter ter plekke. Soms zoek ik er een specialist bij om te checken wie aan het gebied heeft ontworpen -en of dat ontwerp uitgevoerd is. En vind ik zelf altijd interessant: hoe zit het met de bewonersgeschiedenis, of hoe werd het gebied beschreven door (beroemde) gasten? Kwamen er kunstenaars? Dan volgt uiteraard het terreinbezoek zelf, het schrijven en de ‘nazorg’ -meestal bel ik nog met een ecoloog voor de laatste stand van zaken. Alles bij elkaar heerlijk werk.
Maar soms moet je ook ‘uit het hoofd’. Niet beladen met kennis gaan kijken. Gewoon gaan en maar zien wat je gebeurt. Met vriendin A. deed ik een dagje bos en strand, in (of is het ‘op’? -‘normaal’ had ik dat uitgezocht, nu laat ik het waaien) Meijendel bij Wassenaar. Het plezier begint al op de parkeerplaats: het blauw van het slangenkruid en het geel van de teunisbloem zorgen voor een impressionistische rand om het asfalt. Iets verderop zien we het matzilver van de zeedistel -nog in de knop, maar straks ook blauw gekroond. De bordjes ‘welkom bij Staatsbosbeheer’ en ‘welkom bij Dunea’ wisselen elkaar af, en het maakt ons niet uit.badmeesterWe drinken een glas bij ‘De Badmeester’. Ik spot een rups met een geweldige vacht. Die ziet er uit om te aaien (niet dat ik dat ooit zou doen). Vriendin A. weet van de rupsbastaardsatijnrups. Die zat vorig jaar op haar badhanddoek en dat leidde tot vreselijke huiduitslag -het dier laat brandhaartjes los. De kenmerkende twee rode stippen vlak onder de kop ontbreken. Toch, na het maken van de foto houden we afstand.
Als ik de zee maar ruik, word ik zo uitgelaten als een kind. Maar eerst doen we bos en duin. Langs de weg snuiven we de geur op van heggerozen en egelantieren en teunisbloemen. Daar word je heel blij van en je ontdekt (weer) hoeveel diepte zo’n plantenparfum heeft. We treffen de vrijwilligers van Staatsbosbeheer. Die verzorgen de rondleidingen door het bunkerstelsel dat hier als onderdeel van de Atlantikwall is aangelegd. Wij maken een praatje maar slaan toch even over.
In het bos is het stil en de eerste kilometers komen we niemand tegen -op zaterdagmiddag, in Nederland! Wat is de flora van de bosrand toch elegant. De nog groene bessen van de Salomonszegel bungelen onder de bladeren, de kamperfoelie lijkt te weten hoe mooi hij uitkomt tegen het donkere loof. Op open zonnige stukken liggen prachtig kleedjes in rood en blauw; vergeet-me-nieten en guichelheil. Tussen de konijnenkeutels bloeit het duinviooltje. In de verte piekt de Hoftoren achter het duin.oeverzwaluwenEr is ook ruigere natuur: de Gallowayrunderen die onverstoorbaar doorgrazen. De verrassing van de dag zijn de oeverzwaluwen. Die zagen we al door de lucht jagen, maar ook de steilwand waarin ze hun holen hebben gemaakt, is gewoon vanaf het pad te zien. Ooit was dit een doodnormaal verschijnsel in Nederland, voor ons is het haast exotisch.
En dan, ik ben geen zwemmer, maar ik moet zand tussen mijn tenen hebben, de branding in. Old school, pootjebaden.
Even weg van het denken. Onbevangen. Buiten lijkt dat vanzelf te gaan. De zinnen verzet.strand

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog