www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Glorieuze comeback voor een landschapsschilder

29 juni 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Adriaen_van_de_Velde_-_Een_boerderij_met_een_dode_boom_(1658)Het mooiste schilderij hangt meteen bij de ingang. Nou ja, vooruit de twee mooiste zijn daar. De overzichtstentoonstelling van Adriaen van de Velde (1636-1672) in het Rijksmuseum in Amsterdam is een voorbeeldige kunsthistorische exercitie. De expositie is klein (23 schilderijen en 37 tekeningen), maar veel relevante stukken uit het buitenland zijn er en de teksten op de bordjes zijn glashelder. Het is voor het eerst dat een tentoonstelling geheel gewijd is aan werk van Van de Velde. Dat is opmerkelijk omdat hij onder kenners geldt als een van de grootste landschapsschilders uit de zeventiende eeuw. Toch is hij wat roemloos. Dat was ooit anders. In de achttiende eeuw stond de schilder te boek als wonderkind en in de negentiende eeuw, toen het museum De Hut voor 8290 gulden kocht, gold dat werk als een van de hoogtepunten uit de schilderkunst van de Gouden Eeuw. Nu moet ik bekennen dat ik Van de Velde wel altijd noem bij het rijtje belangrijke schilders, maar dat ik nou een beeld had van zijn oeuvre, nee. In die zin is de tentoonstelling ook belangrijk, om een oude meester opnieuw onder de aandacht te brengen.the-hut-detail-1671Bij De Hut, geschilderd in het laatste levensjaar van de schilder, hangt voorbereidend werk. Vermoedelijk schetste Van de Velde in de open lucht zijn onderwerpen. Die eerste aanzetten werkte hij om tot een zelfstandige tekening. Daarnaast maakte hij detailstudies van ‘een herderin met schapen’ die hij later gebruikte voor het schilderij. Een zo’n schaap alleen al. Hoe moet je dat nou omschrijven, dat Van de Velde zijn wolligheid zo goed getroffen heeft? Maar ook de houding is heel erg des schaaps, en de blik ook. Van de Velde speelt dat bij veel meer klaar, dat hij precies ‘dat wat het is’ te pakken heeft. Een rieten dak, een oude boomstronk, de kont van een paard. Zo bouw je een meesterwerk op.haagse bosHet is niet helemaal zeker, maar twee werken zijn vermoedelijk in of bij het Haagse Bos gemaakt. Wat voor een Staatsbosbeheerder natuurlijk extra leuk is. Er hangt een pentekening van ‘kegelspelers op een open plek in het bos’. Het kegelspel werd in de zeventiende eeuw in de openlucht beoefend en was vaak een attractie bij herbergen. Bij Van de Velde echter geen liederlijke taferelen, zoals we die vaker zien, maar serieuze spelers. De schilder heeft meerdere malen de Koekamp verbeeld, dat is de plek waar nu nog steeds een hertenkamp is. Op het paneeltje zien we oude en jonge bomen in een los verband. In plaats van een strakke grasmat, zijn er bosweides. Het geheel lijkt op de deer parks zoals we die uit Engeland kennen en die waarschijnlijk ook bij ons nog lange tijd bij voormalige jachtgebieden aanwezig waren.Het_Strand_van_Scheveningen,_Adriaen_van_de_Velde_(1658)Er is meer werk uit deze contreien. Van de Velde schilderde verschillende gezichten op Scheveningen. Bij een werk wijst het tekstbordje de kijker terecht op een eenzame figuur die naar de zee staart. We zien hem vanaf de rug en kijken zo met hem mee. Een schilderkunstige truc, die het in de Romantiek tot eigen genre schopt.
Van de Velde heeft nogal wat werk gemaakt waar de gouden gloed van het Zuiden overheen hangt. Geïdealiseerd en geïtalianiseerd. Die schilderijen zijn hartstikke goed. Maar toch. Ik ga terug naar het begin van de tentoonstelling. Daar hangen, ‘gezicht op de monding van een rivier’ en ‘boerderij  met dode boom’. Beide hebben een extreem lage horizon onder een helder blauwe lucht met witte donzige wolken. Daartegen steken mens- en dierfiguren scherp af. Over grote delen van het landschap valt een zware schaduw. Die dode boom is met klimop overwoekerd maar ik bespeur niks van een grafsymboliek. De koe wordt gemolken, het vee blaakt. Dit is een tevreden Holland.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog