www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

De nieuwe oude wereld van Claudy Jongstra

2 juni 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

doek als vachtdoek als vleugel

Bij binnenkomst van de tentoonstelling in het Fries Museum wapperen de werken van Claudy Jongstra je haast in het gezicht. Een groot aantal van haar doeken hangt vanaf het plafond naar beneden. Ik zie weeefsels zo ruig als een berenvacht of juist gazig als een insectenvleugel. En alle kleuren zijn mooi.
Jongstra wordt wel ‘viltkoningin’ genoemd. Zij was het die de techniek van het vilten herontdekte en het stof van de jaren zeventig van het weefgetouw blies. Ineens was het wandkleed high art. Alleen bij Jongstra hangt het vrij in de ruimte. Structuren, kleuren en zelfs geur maken een belevenis van haar kunstwerken. Jongstra heeft een eigen kudde van 150 Drentse heideschapen, zo komt ze aan de wol voor haar werk. Verder kweekt ze tal van planten voor de verfstoffen, van doodgewone ui voor het geel uit de schillen tot indigo waar je alle denkbare blauwen mee kunt maken. Ooit was het een reclameleugen van een verfgigant, maar Jongstra’s kleuren, die leven pas echt.
Een deel van de tentoonstelling is ingericht als atelier. Een enorme stellage functioneert als droogkast, het ruikt er heerlijk naar brandnetel.pot Met de potten waarin verfstoffen onttrokken worden aan planten maakte Jongstra een installatie. Dat is een wonderschoon kabinet waarin allerlei magische processen plaatsvinden. Tenslotte hangen grote hoeveelheden wol klaar om geweven te worden. De schakeringen geel en oranje zijn ontelbaar -letterlijk, ze lopen in elkaar over. De ruimte krijgt door al die potten en wol een amberen gloed waar de bezoeker zich helemaal in kan onderdompelen. Dat klinkt alsof ik me wat te rijk uitdruk, maar het is echt zo.
Bij het maken van Jongstra’s kunst komt flink wat ambachtelijkheid kijken. Dat geeft de werken iets nobels: handen hebben dit gemaakt, van materialen uit de aarde en de levende natuur. Jongstra gaat nog een stap verder en zegt: “het voelt alsof je met iets heiligs bezig bent als je zelf iets schept.” De makers van de tentoonstelling deden iets geweldigs. Je mag zelf aan de slag. Op een stuk karton span je wat scheringdraden en je kunt gaan weven. En je mag diezelfde verrukkelijke wol gebruiken die de kunstenaar ook toepast. Ik ben zo een half uurtje zoet en daarna ruiken mijn handen naar lanoline. Kunst is het niet geworden maar ik ben wel gelukkig met mijn werkje.
Jongstra weet hoe aanstekelijk het werkplezier is. Dat ziet ze telkens wanneer klassen haar atelier bezoeken en kinderen kunnen ervaren wat een echt vak is -ik bedoel dat haast in de bijbelse zin. Timmeren, pottenbakken, weven, steenhouwen…dat zijn toch andere werkzaamheden dan geld maken of zo.
In 2014 begon Jongstra aan een doorlopend project, Farm of the World, waarmee ze met name jongeren bewust wil maken van onze omgang met natuur en landschap. De kunstenaar woont op het Friese platteland en weet van de vernielingen die de intensieve landbouw aanricht. Ze streeft naar een respectvolle omgang met het land: “ik wijs jongeren constant op onze gedeelde verantwoordelijkheid om iets moois van deze wereld te maken. Aandacht, zorg en verbondenheid zijn begrippen die diep in ons dna zijn verankerd. Mensen herkennen die waarden, maar soms kost het moeite om ze aan de oppervlakte te krijgen.”
Jongstra brengt zachtheid en bezieling in een wereld die dat heel hard nodig heeft. Als er een punt van kritiek is op de tentoonstelling: had de kunstenaar de héle vloer gegeven.strengen

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog