www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Een slimme man die de dingen zegt zoals hij ze ziet

19 mei 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

De achttiende Westhofflezing werd gister gehouden door Pieter van Vollenhoven. Victor Westhoff (1916-2001) was de belangrijkste natuurbeschermer van na de oorlog. In de zaal zitten heel wat mensen die hem gekend hebben; het uitwisselen van anekdotes over deze gedreven bioloog hoort bij het evenement. Wat doet Van Vollenhoven bij een ‘ons-kent-ons-biologenclub’? Dat vroeg hij zichzelf ook af. Met “ik weet niks van natuur” opende hij. Die bewering is zeker niet waar, maar geeft zijn bescheidenheid weer. Die houdt op wanneer het gaat over terreinen die hij wel bestudeerd heeft.
Doe nu niet zo ter zake, maar Van Vollenhoven kan heel goed vertellen, uit het hoofd. Als publieksopwarmertje verhaalt hij hoe ‘deze Schiedamse jongen die gezellige prinses’ aan de haak sloeg. Door haar een doos chocola (‘die ik eerst leeggegeten had’) met daarin een muisje te geven. Zo had hij later nog de kans haar op te bellen en naar het wel en wee van het knaagdier te vragen. Vind ik heel romantisch en bijna hoofs.
Van VollenhovenEn nu concreet. Van Vollenhoven schreef in 2014 samen met Joop Schaminée en André van der Zande de discussienota ‘Monumenten, inspiratiebron voor natuur’. Die titel is wat misleidend, het gaat niet over een vergelijking tussen ‘oude gebouwen’ en natuur, maar om de bescherming van beide en hoe je dat  politiek-bestuurlijk het beste doet. Van Vollenhoven kent monumentenland en ziet grote kansen voor verbetering in de natuurbescherming.
Allereerst, betoogt Van Vollenhoven, zorg voor duidelijkheid. Er zijn voor natuur zoveel verschillende beleidscategorieën, zoveel verschillende statussen, en daar bovenop wordt in de wet ‘natuur’ ook nog eens steeds anders uitgelegd. Als je ‘vanuit de samenleving’ extra financiering wil voor natuur moet je een stuk helderder worden. Voor een monument is wettelijk vastgelegd wat het is, wie er verantwoordelijkheid voor draagt en de benoeming (‘dit is een beschermd monument’) gaat niet over omvang, eigenaar of beheerder. Eenmaal aangewezen, staat de status niet meer ter discussie. Tenslotte gaat het bij aanwijzing tot monument om een Nederlandse beslissing. Van Vollenhoven pleit voor natuurbescherming op drie niveaus: rijks, provinciaal en gemeentelijk. In tijden van een terugtredende (rijks)overheid misschien een vreemd geluid. Maar Van Vollenhove heeft gelijk. Waarover zo meteen meer.
Het tweede punt Van Vollenhoven gaat over ruimte. De meeste van onze monumenten staan niet op zich, ze maken deel uit van een beschermd stads- of dorpsgezicht. Dat is een logisch geheel. Een van de grootste bedreigingen van onze natuur is de versnippering. Gebiedje hier, gebiedje daar maar niet aan elkaar. En natuur moet kunnen bewegen, dat is haar aard. Oplossing: Nationale Parken Nieuwe Stijl. Daarin zijn bestaande gebieden (beter) op elkaar aangesloten. Ze worden, ingegeven door geologische en biologische processen, tot grote beschermde eenheden gesmeed. Vlakbij de Biesbosch liggen verschillende andere natuurterreinen, maak daar één ‘zoetwatergetijdengebied van de benedenrivieren’ van. Bij de parken, niet in, moet er ruimte zijn om extra geld te genereren.
Daarnaast pleit Van Vollenhoven ervoor om betrokkenheid (van burgers, bedrijven, organisaties) bij natuur te faciliteren. Denk daarbij aan pacht, adoptie, aandeelhouderschap of iets heel nieuws. Voorwaarden zijn dan wel een koersvastheid in beleid en transparantie in de boekhouding. Dat laatste door voor elk Nationaal Park een gebiedsfonds op te richten. Je moet ook af te rekenen zijn op beloofde inspanning, zo is de redenering. En denk ik dan: zo wordt ook duidelijk hoeveel geld natuur (nu) oplevert zonder dat een deel daarvan terugvloeit naar de beheerder.
Coreferent Eric Luiten, Rijksadviseur voor Landschap en Water, wees er nog eens op hoe betrokken de burger wel degelijk is bij de natuur. Bijvoorbeeld toen een wat vrijere omgang met onze kust bepleit werd door een minister die ooit zei ‘dat het bij ons best wat Belgischer mag’ (citaat door mij toegevoegd). Het land was te klein. En terecht. Het leert ons iets belangrijks, dat mij uit het hart gegrepen is: hoe mondig en zelfredzaam de burger  ook moet zijn, bij een zaak van een dergelijk groot belang als natuur, is de rijksoverheid aan zet.
Van Vollenhoven sloot heel ‘Leids’ af. Hij wil een feestje in de natuurwereld. Ik kom graag.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog