Andy Goldsworthy terug in Nederland
Voor de vierde maal bezoekt de Britse landkunstenaar Andy Goldsworthy ons land. Toen hij de laatste keer hier was, in 1999, maakte hij werk in opdracht van Staatsbosbeheer dat met een tentoonstelling van zijn werk op Kasteel Groeneveld het honderdjarig bestaan vierde. Zondag was het tijd om herinneringen op te halen. Tal van boswachters en beheerders zullen Andy nooit vergeten. Dat kwam in de eerste plaats omdat hij hun taal spreekt. In het veld gaat het om natuur en landschap. Dat de kunstenaar wereldberoemd is, maakt niets uit. Een verhaal komt altijd terug: de verdwijning van een kunstwerk dat hij in het park van het kasteel maakte. Het ging om een cairn, een conische stapeling, in dit geval van beukentakken. Het was veel en secuur werk om die te maken. De kunstenaar wist precies wat voor soort takken hij nodig had terwijl het werk vorderde. Zijn assistent Andrew en ik zochten die dan bij elkaar. En ineens had je door hoeveel vormen een beuk kan hebben. We vonden gevorkte en ronde takken en stukken die onder een onwaarschijnlijke hoek van negentig graden gegroeid waren. Toen het kunstwerk zo goed als af was, zei Goldsworthy alleen maar “wait”. We hoorden een zachte ‘krak’. “Now it’s settled’. En dat klopte. Het werk voegde zich op een magische manier naar de plek waar (en waaruit) het ontstaan was. Dat dit zo’n sterk werk is, heeft ook puur formeel te maken met het lijnenspel. De rechtopgaande bomen van de laan en dan precies voor het verdwijnpunt, bijna menshoog, gebogen lijnen. Maar er is meer. Andy: “The piece took on a tremendous energy.” Inderdaad, alsof de energie van dat hele landschap was samengebald in dit werk. Stel je voor dat je het kunstwerk zo maar tegenkomt tijdens een wandeling? Daar kregen mensen helaas de kans niet voor. Een boer die op het kasteelterrein woonde, besloot om ‘het ei’ zoals hij het noemde, ‘veilig te stellen’. Met een vorkheftruck verhuisde de cairn van de laan naar het boerenerf. Dat het daarbij nauwelijks schade opliep zegt genoeg over de constructie. Maar een rel was geboren. Stal de boer het werk of stelde hij het veilig? In ieder geval had hij een pronkstuk voor zijn eigen paastentoonstelling een paar weken later. Andy, gewend aan de vergankelijkheid van zijn werk, kon er alleen maar om lachen. Zondagavond weer.
Maar dat was toen en dit is nu: Goldsworthy is vier dagen te gast in Doesburg. Gister hadden we een dag in het veld. Dat wil zeggen dat we de achttiende-eeuwse linies van het stadje verkenden. Die bestaan uit aarden wallen en er is een laag deel dat als park fungeert, en een hoog deel dat afgesloten is vanwege de aanwezige natuurwaarden. Of we er later iets van terugzien in een voorstel voor een kunstwerk is niet duidelijk, maar onmiddellijk was er wel een thema. De lijnen die de mens in het landschap aanbrengt, zoals de wallen, maar zeker ook de rijen met wilg, de watergangen en de meidoornhagen, creëren twee werkelijkheden. Er ontstaat een binnen en buiten. Wordt er in- of buitengesloten? Dat is trouwens ook lang de essentie van Doesburg geweest: heel veilig omwald, maar tegelijkertijd daardoor ook een eiland. Recent werkte Goldsworthy overigens in hagen. Dat zijn werelden op zich en wie weet.We bleken een held te delen: de vorig jaar overleden Britse historicus en ecoloog Oliver Rackham. Aan hem hebben we het echt leren lezen van een landschap te danken. Hoe heeft de mens door de eeuwen heen zijn omgeving gevormd? Welke huwelijken tussen natuur en cultuur zijn er aangegaan? Werkten ze? En wat zien we daar nu van terug? Voor Goldsworthy bleken de vragen die we niet konden beantwoorden het interessantste.Waar de kunstenaar uiteindelijk mee komt? Nogmaals, daar valt niets over te zeggen. Als je de Hoge Linie vanuit de stad afloopt, botst je tegen de IJssel. Zo! Dat is indrukwekkend -en voor ons ook heel vertrouwd. Goldsworthy vertelde daar hoe zijn werk in The Presidio, een park in San Francisco, ‘misbruikt’ is om het realiseren van kunstwerken toe te staan in Nationale Parken. Zo van ‘als het daar kan, waarom hier niet’. Maar dat is wel het laatste wat hij wil. Wat zou je immers naast die natuur moeten stellen? Hier in Doesburg voelt hij wel een uitdaging, waarbij hij zich realiseert dat de linies en dijken al zulke krachtige kunstwerken in zichzelf zijn. Spannend dus. Een ding weet ik zeker; de kunstenaar doet er alles aan om tot iets wezenlijks te komen. Ik dacht: zou ik daarom zo van zijn werk houden? Niet omdat het mooi is, maar omdat het eerlijk is?
Derde afbeelding van boven: met Andy Goldsworthy (rechts) en Staatsbosbeheerder Erik Klein Lebbink bij de meidoornhagen op de Hoge Linie.
Vijfde afbeelding van boven: met Andy (links) en Erik bij ‘mijn’ meidoorn op de Hoge Linie.
geef een reactie
Land-art-kunstenaar Andy Goldsworthy geïnspireerd in Doesburg - Oog op Doesburg
[…] van de mensen die hem heeft rondgeleid is de Marcel van Ool, kunst- en cultuurhistoricus van Staatsbosbeheer. In 1999 heeft hij Goldsworthy ook begeleid bij het realiseren van objecten in […]