In het veld
Als het boek Vliegwerk van Matthias Depoorter iets duidelijk maakt, is het wel dat vogelen niet alleen iets van vroeger is. Het gaat ook nu om bijzonder gepassioneerde mensen. Tijdens vergaderingen zie ik dat die zich prima kunnen bezighouden met gewone soorten als Meeuw of Merel die op de balkonrand van ons kantoor neerstrijken. Dat soort vogelaars zijn ook gedragsonderzoekers, met interesse voor al het gevederde binnen hun blikveld. Er zijn er echter ook die het alleen om de opwinding van het spotten gaat, en het vervolgens afvinken (…) van het lijstje. Voor heel veel plekken op aarde is een inventarisatielijst beschikbaar met daarop alle vogels die er zijn waargenomen. Daarnaast zijn er verschillende sites waarop actuele waarnemingen bij te houden zijn. (Voor specifiek vogels bij ons: dutchbirdalerts.nl, voor natuur in het algemeen: waarneming.nl). Wat voor een hectiek daaromheen hangt werd afgelopen weekend duidelijk. Tijdens de landelijke tuinvogeltelling kwam het bericht online dat in een tuin in het Noord-Hollandse Hoogwoud een Roodkeelnachtegaal zat. Een vogel die normaal in Siberië of zijn overwintergebied in Zuidoost-Azië te vinden is. Honderden geïnteresseerden trokken naar de Hollandse spot. De eigenaar van de tuin hief vijf euro entree, de buurman verkocht koffie voor een euro.
De Roodkeelnachtegaal én de drommen vogelaars haalden alle pers en er waren blije gezichten alom.
Het kan ook anders. Met een groot aantal weidevogels gaat het niet goed. Sovon, van onder veel meer de tellingen, riep 2016 uit tot Jaar van de Kievit. Dat deze vogel extra aandacht krijgt, is niet verwonderlijk, zijn aantallen lopen al jaren terug (tussen 2003-2014 gemiddeld met 2,8%). Nu is het zo dat wat voor de ene weidevogel gunstig is, bijvoorbeeld een beetje mest op het land, of akkerland in de buurt, voor andere overbodig of zelfs funest is. Het is dus niet zo dat Sovon maar overal Kieviten wil. Maar op het Friese land horen ze gewoon. En dat botst met het traditionele rapen van Kievitseieren. Voor wie denkt dat het alleen om het eerste ei gaat, dat dan aan de commissaris van de Koning wordt aangeboden en die het oppeuzelt: in 2013 werd door de provincie een ontheffing verleend voor het rapen van 6307 eieren, in 2014 voor 5939. In 2015 besliste de Raad van State dat de provincie niet voldoende onderzocht had of de populatie Kieviten dat soort aantallen wel aankan. Er volgde een verbod op het rapen. De commissaris ziet dit jaar af van het in ontvangst nemen van het eerste ei. In plaats daarvan gaat hij bij de eerste melding wel kijken. Zo behoud je het fjildgefoel. Voor- en tegenstanders van het ljipaaisykjen zijn het over een ding eens: het overleven van de Kievit is sterk afhankelijk van de nazorg, dat wil onder meer zeggen het plaatsen van stokken bij de nesten zodat boeren rekening kunnen houden met de aanwezigheid van eieren en jongen. Maar wie die nazorg het beste voor zijn rekening kan nemen, dat ligt uiterst gevoelig.
Terug naar het plezier van de waarneming. Ik zal nooit een echte vogelaar worden (ik ben een plantenman), maar het begint wel te kriebelen. Ik wil gewoon dit jaar de Raaf zien. En zou je ooit in het veld een Ravenveer vinden?
Ik maakte een rondje langs onze twitterende boswachters en vond geweldig materiaal. Hier echte tweets uit het veld:
Kolonie Zilverreigers door Thomas van der Es, boswachter in de Biesbosch en een echte vogelaar.
Bij onderstaande Waterpieper schreef hij: “Controleert als ijsmeester het dunne laagje in polder Ganzewei.”
Bertwin Bergman meldde op 9 januari, vanuit de Oostvaardersplassen: “De jonge zeearend van 2015, met kraaien en een buizerd.”
Hij kan je van elk spoor vertellen welk dier het achtergelaten heeft. Maar eigenlijk is hij allround natuurman: Aaldrik Pot. Bij het Drentse Buinen spotte hij deze Ruigpootbuizerd die “bidt voor het eten.”
Marijke Vaes (de Peelen) heeft vriendschap gesloten met een Roodborst: “Hij zat me op te wachten met een blik alsof hij wilde zeggen: ‘waar bleef je nou?'”
Ook van Marijke: “Die eigenwijze kop, dat glanzende, krachtige lijf, wat is de aalscholver toch een stoere vogel!”
Jeroen den Hartog, werkzaam in het Haagse Bos, vond op 23 december dit in zijn gebied. “Hier heeft de havik een vervroegd kerstdiner gehad.”
Boswachter Mark Kras (Hollands Duin) trof een ‘poserende’ kolgans.
De linkjes in de tekst staan er niet zomaar. Je kunt ze allemaal volgen.
geef een reactie