De groene omsingeling van Doesburg
Het middeleeuwse IJsselstadje Doesburg heeft meer dan alleen een fraaie kern. Als een groene gordel ligt een vroeg achttiende-eeuwse verdedigingslinie om de plaats heen. Aan de oostzijde is er de Hoge Linie, aan de zuidzijde de Lage Linie, pas in de jaren vijftig van elkaar gescheiden door de komst van de provinciale weg N317. De Hoge Linie is een van de heel weinige Staatsbosbeheerterreinen dat afgesloten is voor het publiek. Betreding zou hier de plantengroei aantasten. De Lage Linie, waar een nieuwbouwwijk praktisch tegenaan ligt, kan wel altijd bezocht worden.De verdedigingswerken zijn een ontwerp van Menno van Coehoorn en bestaan uit aarden wallen. Een luchtfoto maakt hun typische vorm meteen duidelijk. De uitspringende puntvormen noem je lunetten. Tegen een aantal van deze is vanuit de achterliggende laagte een hellingbaan gelegd. Handig om een kanon boven te krijgen. Verder heeft elk onderdeeltje van de aanleg ook een naam, maar linielingo is heel esoterisch. Daar zie ik even vanaf.Dat de wallen van Doesburg er nog zijn is een wonder. Toen in 1923 hun vestingstatus werd opgeheven lagen ze er maar te liggen. De stad wilde ze slechten, de minister greep in. Hij zag het historische en esthetische belang in van deze aardwerken. Uiteindelijk werden ze in 1966 aangewezen als monument. Er zijn nog een paar jaartallen die genoemd moeten worden om de linie van vandaag te begrijpen. In 1948 en 1949 is een beplantingsplan opgesteld en deels ook uitgevoerd. En in 1975 is voor de Hoge Linie besloten over te gaan tot ‘geleide verwildering’, dat zou de natuurwaarden verhogen.
Het probleem dat zich nu voordoet is hetzelfde als op heel veel buitenplaatsen en landgoederen. Terwijl allerlei planten en dieren zich er steeds meer gaan thuisvoelen, beginnen de vormen wat sleets te raken. Het ontwerp wordt overgenomen door de natuur, en die houdt bijvoorbeeld niet van rechte lijnen en hoeken. Voor Staatsbosbeheer als eigenaar van de wallen is het lastig. Gehouden aan wet- en regelgeving -en daar bestaat nogal wat van – moeten we zowel allerlei soorten beschermen op deze plek, als het monument in stand houden. De stad wil ondertussen wel wat meer pronken met zijn groene ligging en de wallen zicht- en beleefbaarder maken. Gelukkig gaan alle betrokkenen heel secuur te werk, met historisch onderzoek en inventarisaties van soorten. En terwijl ik meestal voor echte keuzes ben (bij een belangrijk ontwerp, gaat de cultuur voor de natuur) denk ik dat je hier het beste van twee werelden kunt hebben. Dus de meidoornhagen mogen strakker, de wilgen geknot, de populieren weg (als er een omwaait scheurt die de wal open), de eiken juist behouden- dan kun je vorm van de linie al van verre zien. Over andere ingrepen zal nog wel wat gesteggeld moeten worden. Maar wat zou het geweldig zijn als de Hoge Linie ook een beetje als het geheim van Doesburg bewaard blijft. Een plek waar misschien iedereen van weet, maar waar je niet zomaar naartoe kunt. Dat is niet alleen goed voor de natuur maar ook voor de verbeelding. En áls je er dan mag komen, oh! De bomen zijn er beladen met sterretjes, dat is de wilde bosrank. Libelles scheren over de graslanden. Als elfen? Of gevechtsvliegtuigen? De bramen zijn rijp en warm van de zon. Tegen elk ontwerp in heeft een meidoorn zich als solitair gevestigd, precies waar geen soldaat of strateeg hem zou willen. Die heeft het verdiend te blijven.
Eerder dit jaar lanceerde de gemeente een schitterend plan: de Britse kunstenaar Andy Goldsworthy komt in januari 2016 naar Doesburg om te onderzoeken wat hij met de wallen kan. Goldsworthy is vooral bekend van werk uit de jaren negentig. Hij maakte toen heel vergankelijke composities van takken, bladeren of ijs. In 1999, toen Staatsbosbeheer 100 jaar bestond, verraste hij ons met zandsculpuren in Schoorl en conische of juist zuiver ronde stapelingen van takken op het terrein van Kasteel Groeneveld in Baarn. Ondertussen heeft hij ook bewezen met permanent werk goed uit de voeten te kunnen. Zo legde hij monumentale slingermuren (sheepfolds) aan in Engeland en toen ik dacht zijn repertoire wel te kennen, werd ik in het de Young Museum in San Francisco gegrepen door zijn werk Drawn Stone uit 2005. Goldsworthy maakte dwars door het park en het museum heen een smalle breuklijn, diep genoeg om te suggereren dat die tot in het binnenste van de aarde loopt. Het is een heldere verwijzing naar de typische tektoniek van de Californische aardkorst.
Ik ben natuurlijk heel benieuwd naar wat Goldsworthy voor Doesburg bedenkt. Zeker is dat het niet een of andere malligheid wordt waar je een decennium later van denkt ‘o ja, dat vonden we toen modern’. Het wordt iets goeds. Van de plek zelf.[youtube https://www.youtube.com/watch?v=g1UpH5-5JJ4]
geef een reactie
Andy Goldsworthy terug in Nederland | BuitenPlaatsen
[…] is vier dagen te gast in Doesburg. Gister hadden we een dag in het veld. Dat wil zeggen dat we de achttiende-eeuwse linies van het stadje verkenden. Die bestaan uit aarden wallen en er is een laag deel dat als park […]
Kinderkunstwerken in de Doesburgse natuur | BuitenPlaatsen
[…] komt. Zou mij niks verbazen als hij gegrepen wordt door de IJssel. En het kan haast niet anders of de linies van Doesburg zullen hem uitdagen. Samen, dus rivier en vestingwerken, vormen ze een groen-blauwe […]
Monumentaal boek over land art | BuitenPlaatsen
[…] dus niet maar hij vormt wel een schitterende en grootse greep.Fijn ook hoe ze aandacht besteed aan Andy Goldsworthy. Ze noemt het werk dat hij maakte voor het honderdjarig bestaan van Staatsbosbeheer en neemt ons […]