www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

De denkende directeur van het Wereld Natuur Fonds

11 juni 2015 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

wijsgeer in de wildernisJohan van de Gronden, directeur van het Wereld Natuur Fonds en filosoof, schreef een goed boek: Wijsgeer in het wild. Het is een verzameling van tien opstellen, waarin de auteur, heel onderlegd, ons meeneemt naar de Amerikaanse wildernis (die geen wildernis is), naar de Oostvaardersplassen (die dat al helemaal niet zijn) en naar heel veel cultuur die een nauwere relatie met natuur blijkt te hebben dan op voorhand gedacht. Voor wie de boel een beetje bijhield de afgelopen jaren, geen verrassingen. Uitleggen dat ook de ‘nobele wilden’, zoals de oorspronkelijke bewoners van Amerika en Australië, hun megafauna uitroeiden (en dus niet altijd in de door de Westerse mens gedroomde oorspronkelijke harmonie met de natuur leefden), is een cliché op zich. Voor mij althans omdat ik dat al tijden hoor. Toen ik er voor het eerst over las, was het een schok, omdat het mij confronteerde met allerlei vooropgezette ideeën over wat natuur is en welke rol de mens daarin heeft. Dat is het een beetje met dit boek: voor wie het een kennismaking is met uiteenlopende figuren als Kant, Burke, Aldo Leopold (van wie het motto is), Henry Thoreau, Maria Sybilla Merian of Lao Zi, een betere introductie kun je je niet wensen. Van de andere kant, het is wel weer dezelfde pot die denkers, wanneer het over natuur gaat, altijd opwarmen.
Het interessantste vind ik dan ook de stukken waarin ik iets van de persoon Van De Gronden te zien krijg, of waarin hij echt stelling neemt. Haast ontroerend is de doorkijk die hij de lezer op zijn persoonlijke leven gunt, in het stuk over het taoïsme. Van de Gronden blijkt bevriend met de formidabele vertaler Kristofer Schipper. Samen reizen ze door China op zoek naar resten van een duizenden jaren oude leefwijze die harmonie met de natuur als kernwaarde heeft. Bij het taoïsme komt het erop neer dat de mens zijn eigen natuurlijkheid realiseert en van daaruit spontaan in en met zijn omgeving is. (Dan betreed je het woud zonder het gras te beroeren, las ik ooit). Bij een oude tempel stuitten ze in een grot op een grote hoeveelheid afgedankte beelden, die oorspronkelijk op huisaltaren stonden. ‘Hebben!’, zou ik ook denken. Ze houden zich in. Toch een soort heiligschennis. Maar Schipper doet iets zó aardigs. Hij gaat later terug en omdat hij de mores van het land kent, kan hij een beeld van De Heer van de Aarde (Van De Gronden!) bemachtigen. Hij stuurt het op naar zijn vriend, allang weer terug in Nederland. Die schrijft dan de prachtige zin : “En nu zit de kleine god naast mij in de trein, terwijl het polderlandschap aan ons voorbijtrekt.” Wanneer Van De Gronden twee culturen en uiteenlopende tijden zo samensmeedt, denk ik, ja, hij gelooft met heel zijn wezen in wat hij zelf de zachte waarden noemt, in het koesteren van schoonheid, en de veelheid van leven. Van De Gronden schept ruimte voor het denken, weg van het enge determinisme van Dawkins en Swaab. Dus ik vind het fijn bij hem. Maar zegt hij ook nog iets over natuurbescherming? Zeker. Een van de beste stukken gaat over grutto’s en boeren in het Friese Idzega. Spreekt sowieso voor Van de Gronden, dat hij achter zijn bureau vandaan komt, en zelf in de weides en stallen gaat kijken en boer Klaas bezoekt. Maak ik nou uit zijn tekst op dat hij ook koeien melkt? ( “Als we ’s avonds twee uur lang in de weer zijn geweest in de stal om de koeien te melken…”). Hij is (hoe kan het anders) stellig in zijn veroordeling van de boeren en de politiek die van het bloemrijke Friese land een groene woestijn hebben gemaakt, met maar één soort gras en nauwelijks enig ander leven. Hij noemt het onderzoek van Rosemarie Kentie waarin begin dit jaar aangetoond werd dat die kekke bloemstroken rond verder agro-industrieel ingerichte akkers en weides, de grutto en andere weidevogels nauwelijks helpen. Wat dan wel? Van De Gronden: “Gewoon een vijfde van je land zo inrichten dat je collectief belangrijke natuurwaarden weet te behouden.” Wat raar dat de directeur van het Wereld Natuur Fonds hier niet meldt dat zijn eigen club dit jaar experimenteert met financiële steun aan friese boeren om precies dat te doen.
Af en toe staat er een zin die ik op het randje vind (als er weer iets ‘door het zwerk vliegt’, vraag ik mij af van welk jaar dit boek is), er is een enkele tikfout door de redactie gemist, het Engels had wel vertaald mogen worden en Van de Gronden gebruikt de term Afrikaanse diaspora verkeerd. Verander dat bij de tweede druk en je hebt een verzameling puntgave essays.

Johan van de Gronden, Wijsgeer in de Wildernis, essays over mens en natuur. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2015

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog