Here's something for the weekend #165
Oh, Italiaanse villa’s en hun tuinen! Als ik niet ter plekke kan zijn, lees ik erover. Bijvoorbeeld in Italian Villas and Their Gardens (1904) van de immens chique Amerikaanse schrijfster Edith Wharton, inderdaad, ook van The Age of Innocence. (Door Martin Scorsese prachtig verfilmd, met een leader vol ontluikende bloemen). Haar boek heeft, net als het werk van heel veel Britse Edwardians bijgedragen aan ons beeld van wat een Italiaanse tuin is: “De Italiaanse tuin is er niet voor de bloemen, de bloemen zijn er voor de tuin; ze zijn slechts een eventuele toevoeging…Dat wordt grotendeels verklaard door het warme en droge klimaat dat alleen het kweken van voorjaarsbloemen mogelijk maakt. Het gevolg hiervan is de grote nadruk op permanente effecten die bereikt worden met die andere middelen voor tuincompositie – marmer, water en groenblijvende planten.”
Nu zijn sommige Renaissance- en baroktuinen inderdaad aangelegd als louter patronen van buxus om een klaterende fontein heen, maar het beeld van de Italiaanse tuin zonder bloemen moet volgens de laatste onderzoeken worden bijgesteld. Al langer was bekend dat er vlakbij het huis vaak giardini segreti waren ingericht waar bloemen gekweekt werden. En er was wel degelijk kleur in de ontwerpen van de ‘hoofdtuin’ zelf door bijvoorbeeld het toepassen van eenjarigen en ook gebruikte men graag nieuwe plantensoorten die in de zestiende eeuw werden aangevoerd uit onder meer Amerika. Voor een aantal florentijnse tuinen weten we dat nu zeker. Misschien is de mythe van Italiaase tuinen bestaan uit ‘steen, groen en water’ zo hardnekkig omdat ze zo werden aangetroffen door de noorderlingen op grand tour. En de meeste liggen er nog steeds zo bij.
De invloed van de Italiaanse architecten is niet te overschatten. Via voorbeeldboeken en traktaten gingen hun ideeën de wereld over. En ontwerpers van elders bezochten uiteraard Italië. Wat zo’n studiereis opleverde zie je bijvoorbeeld aan ons Elswout, waarvan de vormentaal van de achtergevel ontleend is aan de Villa Farnese in Caprarola die architect Muysken ongetwijfeld gezien had.[youtube https://www.youtube.com/watch?v=Qn3l_CzxS5I]
Wat Wharton, en in deze documentaire ook Monty Don, heel goed aanvoelen is de magie van de tuinen. Vaak bestaat bij ons het idee dat in de Renaissance het verstand (weer) doorbrak in de westerse cultuur en dat de mens allerlei dwaalleren uit voorgaande tijden achter zich liet. Dat klopt maar ten dele. De Renaissancemens hield van raadsels en dubbele betekenissen. Opdrachtgevers voor tuinen waren praktisch zonder uitzondering katholiek, maar hadden vaak een grote interesse voor het Griekse en Romeinse heidendom én waren betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Verschillende waarheden konden prima naast elkaar bestaan. In Italiaanse tuinen en parken wordt een geraffineerd spel met betekenissen gespeeld. Wie uit is op eenduidigheid mist het echte plezier.
Het geheim van een goed tuinontwerp zit ‘m erin dat je, met alle kunstgrepen die je ter beschikking staan, juist de natuur een stem geeft. Al is het maar een fluistering.
Italian Villas and their Gardens (‘The original 1904 edition’), door Edith Wharton, met illustraties van Maxfield Parish. The Mount Press / Rizzoli, New York 2008
geef een reactie