'All this talk about holiness now…'
Yosemite kende ik in 10.000 stukjes. Mijn oma had een bijna wandvullende puzzle ophangen met daarop afgebeeld de beroemde vallei in dit Californische National Park. Eindeloos kon ik wegdromen in die plaat: een lieflijke weide met her en der een groepje bomen, en dat stukje paradijs dan omzoomd door onmogelijk steile kliffen. En precies in het midden van de achterwand van dit natuurtheater, een waterval die in twee trappen duizend meter omlaag stort. De plek ooit daadwerkelijk bezoeken zou, met die herinnering uit de kindertijd, al haast als een pelgrimage voelen. Dat het vorige week een echte bedevaart werd, komt ook door latere kennis. Ik had de schitterende foto’s die Ansel Adams (1902-1984) in Yosemite maakte, tijdens mijn studie leren kennen. En ik had John Muir (1838-1914) gelezen, de belangrijkste conservationist van de negentiende eeuw en een inspirator voor tal van Nederlandse natuurbeschermers. Yosemite was voor mij heilige grond geworden. Daar was het allemaal begonnen. Het is weliswaar niet het oudste National Park van Amerika (dat is Yellowstone, dat die status in 1872 kreeg) maar in 1864 werd het gebied uitzonderlijke bescherming toegekend toen president Lincoln de Yosemite Grant ondertekende. Yosemite zou daarmee gevrijwaard blijven van exploitatie en opengesteld worden voor het publiek -een mijlpaal in de geschiedenis van de natuurbescherming én van de recreatie. In 1890 werd Yosemite een National Park, wat grotendeels te danken was aan het voortdurend campagne voeren van John Muir.
Het was hem niet alleen gelukt om politici en rijke vrienden te overtuigen van de noodzaak om wildernis veilig te stellen, hij bereikte ook een breder publiek met zijn boeken. Voortdurend spreekt hij zijn lezers aan: deze natuur is onze band met God, vernietig haar niet! Bij Muir is de Yosemite Vallei een tempel, de wiegende dennen, bidden tot God, het evangelie is er uitgedrukt in graniet, een bemoste steen wordt een altaar. “De plek scheen mij toe als heilig, waar men God hoopt te zien”, schreef hij.
Dat wordt snel allemaal wat veel van het goede. Maar ik moet zeggen, een verblijf in Yosemite heeft iets van een religieuze ervaring. Als je geluk hebt. Het park ontvangt namelijk vier miljoen bezoekers per jaar en in het hoogseizoen sta je er in de file.Vanuit het Oosten is er maar een toegang tot Yosemite, via de Tioga-pas. Die is van oktober tot en met april gesloten en dit jaar ging hij zelfs in mei nog af en toe dicht vanwege hevige sneeuwstormen. Laat dat nou net ook plaatsvinden toen wij hem voorbij waren. Dat betekent: na ons geen bezoekers meer in het gebied. Het ongelofelijke gebeurde, mijn reisgenote en ik hadden de hele vallei voor ons alleen! En voor we daar überhaupt waren, hadden we coyotes in sluipgang gezien, en een zwarte beer (die bruin is) en indrukwekkendst van al: een bald eagle (Amerikaanse zeearend). Hoe hoog de bomen hier zijn! -en zo oer en van zichzelf. Even is er iets sprookjesachtigs, als uit de oude wereld: diep in het bos bloeit de dogwood (kornoelje).
Niets bereidt je voor op het natuurlijke hoogtepunt van de vallei, als je daar ineens staat voor die waterval. Een typisch Europees woord als subliem, betekent niet zo veel hier. Het is ook niet zo dat je weggeblazen wordt. Er is geen sprake van totale overrompeling. De natuur neemt je liefdevol in haar armen. Hoe genoeg en compleet alles is! En dan gaat de zon ook nog onder met een roze rand.
Als we de vallei weer verlaten, is er ruimte voor andere gedachtes: hoe vreemd dat wij dit wildernis noemen. Voor de oorspronkelijke bewoners van Yosemite, de Awahneechee, was het duizenden jaren lang gewoon thuis. En wat een triestheid dat in 1914 even verderop de Hetch Hetchy Vallei werd afgedamd, waarmee een plek minstens zo mooi als die we net gezien hadden, verloren ging.
Als ik meer lees, krijgt de figuur Muir ook wat reliëf. Blijkt dat hij twintig jaar lang een commercieel landgoed runde, waar hij onderbetaalde Chinezen tewerk stelde en gretig gebruik maakte van verdelgingsmiddelen. Verder was hij niet de steile Calvinist geworden die zijn opvoeding van hem had moeten maken. Achter al zijn religieuze verrukking (die al weinig protestants aandoet) ging ook een uitstekende observant schuil. Muir was een van de eersten die uit bestudering van het landschap afleidde dat het gevormd moest zijn door gletsjers. Voor hem was de schepping niet een historisch moment van zo’n 6000 jaar geleden, zoals de preciezen in de leer belijden, maar een eeuwig voortdurend proces.
Hoe dan ook, hier zijn geweest, in Yosemite, verandert je. Muir schreef: “We are now in the mountains and they are in us…” Dat klopt en lijkt te beklijven. In San Francisco kregen we te horen: “Jullie brengen de bergen mee.”
Chris Highland: Meditations of John Muir: Nature’s Temple. Wilderness Press, Berkeley 2001
David Rains Wallace: Articulate Earth, adventures in ecocriticism. Backcountry Press, Kneeland 2014
Cheryl Strayed: Wild, a journey from lost to found. Atlantic Books, Londen 2012
De titel van deze post is ontleend aan Joni Mitchells Woman of Heart and Mind (“All this talk of holiness now / It must be the start of the latest style / Is it all books and words / Or do you really feel it?”).
Foto’s: Manon Wigny, met dank.
geef een reactie
Marloes Mennen
Ha die lieve Marcello wat fij dat je er weer bent en wat een fantastisch verhaal!! Hoop zo dat Do nog eens naar California gaat verhuizen. Zij zelf ook trouwens!
Manon
Mooi! Jazeker, daar stonden we. Op die enorme bloemenweide; toch intiem door die enorme wanden van steen. Misschien was het juist het vanzelfsprekende van alles, wat het zo paradijselijk maakte. Er is water, er is gras, er zijn vogels, bijen, vissen, bloemen en bomen; overvloed, beschutting, bescherming tegen ‘buiten’. Hier is het goed…
JJA van Dijk
Ik vidt het article interisland. Het park heft voor mij een romantische en intrigerende uitstraling. Hier wordt ik stil van. Zo te kunnen genieten van de rust en ongerepte natuurr