Het Mastbos is er voor iedereen
In 1904 karakteriseerde de aardrijkskundige Blink, die Nederlands mooiste plekjes beschreef, het Mastbos als volgt: “…een stuk frissche natuur, van heerlijke dennegeur vervuld, in alle richtingen met paden en lanen doorsneden.” En dat klopt nog steeds. Het is zo’n opmerkelijke gewaarwording, de drukke stad achter je te laten en meteen de dennen te ruiken. Je bent onmiddellijk buiten.
Het deel van het bos dat direct aan de stad grenst, is een hondenlosloopgebied. Je gaat natuurlijk niet zomaar een hond aanhalen. Maar als ik mensen hier vraag naar waar het nou het mooiste is in het bos, dan komt de hond toch kijken wat de baas aan het doen is. Ik word even maatjes met een geweldige ridgeback, en daarna met een Ierse setter. Ik amuseer me en krijg zoveel enthousiaste verhalen te horen over waar ik allemaal kan gaan kijken. Vooral het zuidelijk deel van het bos wordt vaak genoemd. ’s Ochtends vroeg schijnt het daar heel bijzonder te zijn. “Zonder hond” zegt de bazin van de ridgeback, “gewoon wandelen en in de natuur zien hoe de dag aanbreekt”. Kan ik me helemaal voorstellen, helaas zit dat er voor mij niet in vandaag. Wat ik van het stel van de setter absoluut niet mag missen is de ooievaar, die nestelt op de schoorsteen van de boerderij waar Staatsbosbeheer kantoor houdt. Dat is net buiten het bos. Ik loop door een statige dreef, langs het schitterende kasteel Bouvigne en de ietwat opmerkelijke nieuwbouw van het waterschap en daar ligt een verrassend open landschap waar de Mark doorheen kronkelt. Ik zie ze niet, maar het is vast goed wonen hier voor amfibieën -als ze niet eindigen in de bek van de ooievaar. Die zit op z’n nest en ik kijk er zomaar een half uur naar. Terug het bos in!Ik vergeet de kaart even en laat me drijven. Al snel zijn er helemaal geen mensen meer. Je hoort hier niet van de paden af te gaan, maar op sommige plekken is ’t wat onduidelijk of er sprake is van een pad. Mag vast, vul ik maar in. Helemaal tussen de bomen is het stil. Totdat de gaaien gaan schreeuwen. Zelfs als je weet dat het geluid maar van een hele ordinaire vogel is, heeft het even iets unheimisch. Dat is zo bos. Iets verderop zilvert een hulst. Hij is haast in de beuk gegroeid, heel dicht staat hij op zijn buurman. Er is nog meer bijzonder groen. In de steilwanden van de diepe sloten (het zijn soms bijna grachten) groeit het dubbelloof, een prachtig varentje dat met allerlei mossen landschappen in miniatuur vormt langs het water. O, ja de blauwe bosbes, die op veel plekken in de negentiende eeuw verwijderd werd, die staat er gewoon weer. Frisgroen nu.
En dan is het tijd voor het café. Ongelofelijk, hoe druk het dan ineens wordt, als je weer op een grote dreef gaat wandelen.
Van de organisatie die zich bezighoudt met de viering van vijfhonderd jaar Mastbos, hoorde ik dat er enige zorgen waren. ‘Pakken we wel groots genoeg uit?’ Niet doen, dat zorgen maken. De plek is het feest.
Er worden dit jaar tal van activiteiten georganiseerd, zoals aanstaande zondag de opening van het feestjaar. Meedoen? Check de site: 500jaarmastbos.wordpress.com.
geef een reactie
meer lezen over Het Mastbos | Mastbos 500 jaar
[…] Er is al veel gezegd en geschreven over Het Mastbos en nog steeds verschijnen er verhalen die de moeite waard zijn. Graag verwijzen wij u naar de verhalen die collega Marcel van Ool (adviseur landschap en cultuurhistorie) eerder deze week schreef voor zijn blog Buitenplaatsen1 en buitenplaatsen2. […]