Een monument van een biologieboek
Afgelopen week ging ik elke avond met Aristoteles naar bed. Het boek bedoel ik, over hem. De bioloog Armand Marie Leroi schreef The Lagoon waarin Artistoteles schittert als grondlegger van onze wetenschap en met name van de biologie. Leroi is een orginele en humoristische verteller die zijn stof tot in de kleinste verfijningen beheerst. Dat maakt The Lagoon tot een van de beste boeken van 2014.
De titel slaat op een lagune op het eiland Lesbos waar de Griekse filosoof rond 345 voor Christus neerstreek. Hij deed er aan natuurwaarneming en -studie en sprak er met vissers en boeren over hun bevindingen. Leroi wandelt met Aristoteles door het Griekse landschap en verwoordt voor ons waar het de denker om te doen was. Gaandeweg ontvouwt zich een compleet wereldbeeld. Aristoteles had belangstelling voor alles wat leeft, catalogiseerde dat allemaal, en met een ijzeren logica maakte hij er een intellectueel raamwerk voor. Dat laatste is voor de moderne lezer een schok. Een voorbeeld van hoe Aristoteles redeneert: een rog heeft een kraakbeenachtig skelet omdat hij soepel moet zijn vanwege zijn zwemwijze en omdat de rog alle aardse materiaal voor zijn harde huid gebruikt heeft, was er niets over voor zijn skelet. Dat ‘aardse materiaal’ klinkt in onze oren misschien nog het vreemdste, maar wacht maar. Het is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk voorstelbaar dat Aristoteles bedacht dat harde onderdelen van het lichaam gemaakt zijn van het element aarde. Bij Aristoteles voert de natuur een strikte huishouding: je kunt niet iets twee maal uitgeven, dus wanneer het materiaal voor de huid gebruikt is, schiet er niets over voor de botten.
Aristoteles ging uit van een aantal grondstellingen, waarbij hij zich niet bekommerde om hun bewijsbaarheid. De allerbelangrijkste is ‘de natuur doet niets zonder doel’. Het woord ‘omdat’ gebruikt hij voortdurend en altijd wordt daarbij het doel naar voren geschoven zodat dit samen valt met de oorzaak (filosofen spreken van doeloorzaken of doelbeginselen). De eveneens Griekse filosoof Anaxagoras zei dat de mens het slimste dier is omdat we handen hebben. Nee, zegt Aristoteles, het is andersom: we hebben handen omdat we het slimste dier zijn, immers alleen een hoog intelligent wezen zou in staat zijn de handen te gebruiken.
Vanuit een cultuur die door het Christendom bepaald is, stel je dan al snel de vraag: wie heeft het doel in de natuur gelegd? Maar dat is niet hoe Aristoteles denkt. Het doel (of beter de doeloorzaak) is ‘gewoon’ een eigenschap van de natuur. Leroi houdt tot bijna op het einde van zijn boek voor ons verborgen dat het woord “God” wel degelijk door Aristoteles gebruikt is. Eerst wordt duidelijk dat voor Aristoteles alle beweging en verandering op aarde bepaald worden door de hemellichamen die ook elk schepsel zijn doel geven. De beweging van de hemellichamen, die Aristoteles als goden beschouwd, wordt veroorzaakt door zogenoemde ‘onbewogen bewegers’ en op hun beurt kennen die één eerste onbewogen beweger. Dat is de God van Aristoteles, en die is onstoffelijk, wat wil zeggen dat hij uit niets anders dan denken kan bestaan. Binnen die godsopvatting is het logisch dat de menselijke rede het beste instrument is om het goddelijke te benaderen. Maar in zelfs het meest eenvoudige schepsel schuilt iets goddelijks.
Leroi heeft wel door dat hij hiermee zijn held ver weggevoerd heeft van wat wij nu wetenschap noemen. Maar zo betoogt hij, hoe makkelijk is het om op de schouders van reuzen te staan (Linnaeus, Cuvier, Darwin, Mendel) en met afschuw terug te kijken op de domheid van voorgangers. Leroi maakt duidelijk: Aristoteles was de eerste reus.
Armand Marie Leroi, The Lagoon, How Aristotle Invented Science. Viking, New York 2014.
geef een reactie
Mommersteeg, G.L.A.M. (Geert)
Beste Marcel van Ool. Een kort bericht om te bedanken voor de enthousiasmerende tip betreffende het boek over Aristoteles. Ik zet het zeker op mijn lijstje nog aan te schaffen (en te lezen) boeken. Het e.e.a. deed mij denken aan een hoofdstuk over Aristoteles als bioloog dat ik nog niet zo lang geleden las. Het staat in het eveneens zeer lezenswaardige boek van Rebecca Stott ‘Darwin’s Ghosts. The Secret History of Evolution’ waarin zij leven, denken en werk van een aantal van Darwin’s intellectuele voorgangers beschrijft. Een ’tegen-tip’ dus. Maar misschien kent u het boek al.
Overigens heb ik al vaker interessante tips verkregen via ‘BuitenPlaatsen’. Waarvoor eveneens dank. Ik heb mij indertijd geabonneerd omdat u iets aardigs had geschreven over de bijdrage van mijn vrouw Nan Groot Antink aan een tentoonstelling in galerie Phoebus in Rotterdam (betrof o.a. een lade gevuld met haar ‘palet’ van natuurlijke verfstoffen). Nan heeft momenteel een tentoonstelling bij galerie Sanaa (Utrecht) maar ik geloof dat u sindsdien op de uitnodigingen-lijst staat.Volgende week zondag is er een kunstenaarsgesprek. ‘Iets voor het weekend’? Nog een tip, dus. Zo kan ie wel weer.
met vriendelijke groet Geert Mommersteeg