In een doosje gedaan en bewaard
Staatsbosbeheer bezit nauwelijks roerende goederen van cultuurhistorische waarde. Dat komt omdat buitenplaatsen, boerderijen en andere monumenten leeg werden overgedragen. Het heeft iets spijtigs, omdat het verhaal incompleet is: prachtige natuur en gebouwen, maar geen interieur. Terwijl daarin juist de bewonersgeschiedenis zo tastbaar kan worden en je bijvoorbeeld kunt zien hoe verschillend men door de eeuwen heen ‘naar buiten keek’. Gelukkig hebben we her en der wel wat. Zoals de kostbare xylotheek op Kasteel Groeneveld in Baarn.
Een xylotheek is een houtverzameling, maar dat klinkt wat lomp. Specifiek worden er kistjes mee bedoeld die de vorm van een boek hebben. Elk boek is gewijd aan een boomsoort. De rug is meestal beplakt met bast en voorzien van een etiket. Doe je zo’n ‘boekkistje’ open, dan tref je er een vergaarsel aan dat een beeld geeft van de boom buiten: er zijn twijgjes, stukjes van de wortel, vruchten, een zaailing, bloemen en soms een stopflesje met stuifmeel. In de Baarnse boeken zijn ook per boom stukjes houtskool, as, kernhout en rechte en schuine doorsnedes van een tak opgenomen. Het is wel duidelijk: het aanleggen van een xylotheek was een ernstige aangelegenheid.
Xylotheken passen in de lange traditie van het verzamelen van naturalia. In Noord-West Europa begon die in de zestiende eeuw (zie de eerdere post daarover). De vroege collecties hadden een religieus en amateur-wetenschappelijk karakter en dienden ook ter vermaak. Gaandeweg werden de verzamelingen steeds serieuzer. In de achttiende eeuw, met de komst van systematische indelingen van de natuur (denk hierbij aan het werk van met name Linnaeus) ontstonden echte studiecollecties van bijvoorbeeld insekten, schelpen, gedroogde planten en (nog steeds curieus in die tijd) fossielen. Xylotheken hadden ook economisch nut: ze brachten bomen en hun ‘producten’ in kaart -vandaar ook die stukjes houtskool, die tonen de brandwaarde. Er is zelfs een boomboekenverzameling met alleen maar Braziliaanse specimen, toch een soort uitstalkast van koloniale waren.
De meeste xylotheken zijn tussen 1750 en 1815 gemaakt. Vooral in Duitsland werkten vakkundige lieden aan het vervaardigen van Holzbibliotheken. Bekend is het werk van Carl Schildbach (1730-1817) die al bij leven geroemd werd om zijn kennis van de natuur en het maken van nauwkeurige nabootsingen van bijvoorbeeld vruchten. Van zijn xylotheek resten nog 530 banden die in het Naturkundemuseum des Ottoneums in Kassel bewaard worden. En om jaloers op te worden: voor de Documenta in 2012 ontwierp Mark Dion het nieuwe onderkomen voor de xylotheek.
Niet dat wij te klagen hebben, onze verzameling staat er prachtig bij op Groeneveld. Na een zorgvuldige restauratie, dat wel. Een xylotheek heeft vele vijanden: licht (als het van de zon komt, tast het cellulose aan), luchtvochtigheid en temperatuur (te droog en de boel barst, te vochtig en je krijgt schimmels), beestjes (houtworm!) en van binnenuit: zuren uit het hout (die papier aantasten). Het mag überhaupt een wonder heten dat van zulk kwetsbaar erfgoed als xylotheken er nog iets meer dan veertig over zijn, waarvan drie in Nederland. (De Universiteit Groningen bezit drie banden die over zijn van een xylotheek met 150 boeken. Die collectie wordt hier niet meegeteld).
Onze xylotheken waren prestigieuze cadeaus van koning Lodewijk Napoleon aan de universiteiten van Leiden, Franeker en Harderwijk. Ze zijn tussen 1809 en 1811 geschonken en komen waarschijnlijk uit het atelier van Ferdinand von Schlumbach in Neurenberg. Na omzwervingen in onder meer het Rijksherbarium belandde de Leidse xylotheek in de jaren zestig van de vorige eeuw bij Staatsbosbeheer.
Maar er is meer. In 2012 kreeg Staatsbosbeheer de zogenoemde Delftse Xylotheek in bruikleen, die nu opgesteld staat naast de ‘antiquarische’. De nieuwe verzameling bestaat uit vijftig boomalbums, gemaakt door Ben Lemmers, elk voorzien van een boekje met uitleg verzorgd door Jos Swiers. Als ik niet wist hoe ontzettend veel en secuur werk het allemaal is, zou ik zelf aan de slag gaan. Misschien heel voorzichtig beginnen, met iets tussen herbarium en xylotheek in, en zo mijn eigen tuincatalogus maken. Deed ik als kind ook al.
De bovenste foto is van Onno Meeter en toont de xylotheek van Franeker.
N.B. de xylotheek van Groeneveld is tijdelijk ‘ontmanteld’ in verband met aanpassingen aan de klimaatbeheersing.
geef een reactie