www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Here's something for the weekend #152

13 februari 2015 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=xvxpETbsn08]New York, 2022, de stad heeft 40 miljoen inwoners. Er heerst armoede en er is terreur. Echt voedsel zoals fruit, groente, zuivel, vlees, kortom eten uit de natuur, bestaat niet meer. Er zijn een soort koeken, in verschillende kleuren, die soylent heten, een samentrekking van soy (soya) en lentil (linze). Maar of het eten wel gemaakt wordt van waar het naar genoemd is, blijft zeer de vraag.
Er leeft nog een generatie die wel ‘de oude wereld’ heeft meegemaakt. Dat wil zeggen nog herinneringen koestert aan natuur en grondgebonden landbouw. In deze film, Soylent Green uit 1973, is euthanasie volkomen normaal. Er wordt een ceremonie om het levenseinde heen gehouden waarin de ‘klant’ zijn mooiste kleuren, muziek en beelden krijgt voorgeschoteld. Hier zien we de oude Sol Roth, die ontdekt heeft waar soylent green van gemaakt wordt en daar zo van is geschrokken dat hij besluit uit het leven te stappen en ‘naar huis te gaan’. En huis is natuur. Zijn vriend die langskomt en meekijkt had geen idee hoe mooi die is.
Soylent Green is een anti-utopie of dystopie. Dat is een genre waarin we een verschrikkelijke wereld gepresenteerd krijgen. Bijna altijd wil de schrijver of regisseur ons waarschuwen tegen iets wat in onze eigen tijd mis zou kunnen gaan zoals een bedrijf dat te machtig wordt of wetgeving met een totalitair trekje die wordt doorgevoerd. In veel dystopieën wordt het individu teruggebracht tot een nummer, volkomen ondergeschikt aan het systeem dat drijft op een ijzeren rationalisme. In de eeuw van Hitler, Stalin en Mao is het niet gek dat het genre floreerde. De twee bekendste dystopieën zijn 1984 van George Orwell (1949) en Brave New World (1931) van Aldous Huxley. Maar er zijn er veel meer en steeds valt op: de natuur is verdwenen, vervangen door iets kunstmatigs. Of ze bestaat alleen in een reservaat, waar je niet geacht wordt te komen omdat het er barbaars is. Natuur is gevaarlijk want niet te controleren. Bovendien is natuur, als je er niks meedoet, waardeloos. Bij Huxley lezen we “sleutelbloemen en landschappen, -ze hebben één groot nadeel: ze zijn gratis.” En om te voorkomen dat vooral ‘de lagere klassen’ zich verstrooien in de natuur, begint men (dat wil zeggen de totalitaire Wereldstaat) met kinderen middels elektroshocktherapie een afkeer van bloemen bij te brengen. Elke keer dat een kind een roos te zien krijgt, wordt het een schok toegediend.
Orwell schreef het mistroostigste boek ooit. Hij schetst een wereld waarin de mens totaal gecontroleerd wordt door de staat (daar slaat het beroemde Big Brother is watching you op). Industrie en bureaucratie bepalen het leven van de mens. Tegen deze grauwe en intens akelige achtergrond fonkelen de spaarzame natuurscènes des te meer. Zoals deze: “Het landschap waarnaar hij keek… Het was een oud weiland vol konijnenholen, met een voetpad dat erdoorheen slingerde en hier en daar een molshoop. In de rafelige heg aan de andere kant van het veld wiegden de takken van de iepen heel zacht in een briesje.” Het blijkt om een terugkerende droom te gaan van de hoofdpersoon, Winston. Hij verwijst naar de lieflijke natuur als ‘Het Gouden Land’, iets uit ‘de oude tijd’. Echte natuur zit er nauwelijks in het boek. Er is een schrijnende scène, waarin Winston en zijn geliefde Julia zich in het geheim terugtrekken op een kamer. Winston vindt er een glazen presse-papier met daarin een koraaltakje. In dit volkomen nutteloze voorwerp, is als het ware alles gestold wat nog van de natuur over is. (En het wordt later ook nog eens verbrijzeld).
De anti-utopie van onze tijd is The Circle (2013) van Dave Eggers. Hij heeft verhalen zoals je die wel hoort over de facebook campus enorm opgeblazen om ons na te laten denken over identiteit en privacy in een matschappij die volledig online is. In het boek is er sprake van ’totale transparantie’: mensen dragen altijd een camera mee en delen zo hun hele leven met iedereen. Omdat camera’s niks meer kosten, zijn ze overal. Stel je google earth voor in real time, real space. Hoofdpersoon Mae vindt het geweldig hoe ze een ster wordt in die wereld. Ze lijkt niet eens echt te beseffen hoezeer ze de natuur toch nog nodig heeft. Mae ontsnapt aan de tirannie van de schermen als ze gaat kanoën. Eggers geeft haar de natuur als tegengif. Heel symbolisch: tijdens een kanotocht legt ze aan op een eilandje waar nooit iemand komt. In een boom vindt ze een vogelnest en “could she bring it down to her to peek in? Just for a second? She could, couldn’t she, and then put it right back? No. If she did, she’d ruin whatever was inside.”
Nu weet ik helemaal niets over de digitale samenleving (ik heb niet eens een privé e-mailadres), dus ik kan niet bepalen of Eggers onzin schrijft of niet. Maar hij maakt wel een punt dat mij uit het hart gegrepen is. Er gaat niets boven natuur, omdat zij echt is.

                                                  Resist Ersatz

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog