www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

De man die de Spanjaarden naar hun landschap leerde kijken

8 januari 2015 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

de haesMet onze stoet aan geweldige landschapsschilders, is het niet vreemd om in buitenlandse musea een fijn stukje Nederland tegen te komen. Afgelopen najaar stond ik nog uitgebreid stil bij Het Laantje (in Middelharnis) van Hobbema, dat in Londen hangt. En welk museum dat ertoe doet heeft nou geen riviergezicht van Van Goyen? Maar in het Prado in Madrid zag ik iets heel anders: echte Hollandse zomp van plassen en veenweiden, eigenlijk zoals wij die met name kennen van schilders van de Haagse School (ca. 1860-1890). Met hun hang naar het platteland waren zij romantisch, maar ze weigerden dat opgesmukt of in roze zonnegloed weer te geven. Als zij het grijs zagen, kregen wij het ook grijs te zien -wat niet wegneemt dat er ook frisgroene weides onder blauwe luchten gemaakt zijn. Maar het streven was realisme. En wie de werkelijkheid wil weergeven, gaat buiten, en plein air, werken. Je ontdekt als schilder de voortdurende verandering van het licht, en als je daarin een moment  probeert te vangen, dan ben je al haast impressionist. De toets wordt vanzelf losser omdat het samenvallen met het moment, snelheid en directheid vereist.
Deze overgang van romantisch realisme naar impressionisme speelde zich ook af in het leven van de schilder Carlos de Haes (1826-1898). Zijn vader kwam uit Eindhoven maar Carlos werd geboren in Brussel. Het grootste deel van zijn leven bracht hij door in Spanje, waar hij de leerstoel landschapsschilderen aan de Academie van Madrid bekleedde.
carlos de haes, canalIn Spanje (maar ook in andere delen van Europa) bevond het genre ‘landschap’ zich ergens onder aan de ladder. Op Academies en officiële salons werden historiestukken het hoogst gewaardeerd. Dat wil zeggen schilderijen die Bijbelse of (al dan niet klassieke) geschiedkundige taferelen tonen. Je snapt het al: landschap is daar slechts ondersteunend, als achtergrond. De Haes was een van de eersten die in de Spaanse negentiende eeuw naam maakte als schilder van doeken met landschap als enig ondewerp en daar ook medailles mee won op belangrijke tentoonstellingen.
De Haes ondernam verschillende reizen naar Nederland en België (de Lagunas Hollandesas hierboven zijn uit 1884). Maar waar hij vooral heel beroemd mee werd, zijn de realistische weergaven van het Spaanse platteland: kloosters en boerderijen buiten Madrid. Hij legde ook verder weg gelegen streken vast. In het Prado hangt een gezicht op een ongerepte kust bij Torremolinos. Helemaal spectaculair wordt het als hij expedities naar de Pyreneeën onderneemt, of naar de Sierra de Guadarrama. Een van zijn meesterwerken is La Canal de Mancorbo en los Picos de Europa uit 1876. Het is spectaculair (omdat de natuur dat daar is), zonder een poging tot sublieme overdondering.
Vanwege de film en verschillende tentoonstellingen is nu veel te doen over de britse schilder William Turner (1775-1851). Er wordt een heel esoterisch vocabulair gebruikt om uit te leggen waarom de schilder zo goed en vernieuwend was. Zo moeilijk hoeft het bij De Haes niet te zijn. Hij daagt niet uit tot grootse beschouwingen. Maar zijn verdienste is enorm. Hij liet de mensen zien: dit is jullie land.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog