Paradijs van de Rede
In 2008 nam ik in mijn boek Het verlangen naar buiten een afbeelding op van het schilderij Hertenjacht in Aranjuez van de Spaanse schilder Martínez del Mazo uit ca.1640. Daar zat wat sensatiezucht achter, beken ik. Niet alleen is het doek compositorisch buitenissig door die enorme witte diagonaal, ook de voorstelling is voor ons nogal een schok. We zien schermen die in feite een vangpijp vormen. Herten worden vanuit de omringende bossen en weides opgedreven en vlakbij het platform dat over de baan is opgesteld, gedood. Op het podium hebben koningin Isabella (de vrouw van Philips IV, opdrachtgever van Del Mazo) en haar hofdames plaatsgenomen. Het was de bedoeling dat zij de jacht zouden gadeslaan, maar er lijkt gewoon gekletst te worden door het grootste deel van het gezelschap. Misschien was dat wel mijn ontsteltenis. Deze vorm van jacht is al barbaars, maar de personen voor wie hij georganiseerd is, lijken zich er ook nog nauwelijks voor te interesseren. Zinloos geweld? In die tijd was jacht, naast het meest geliefde tijdverdrijf van een groot deel van de adel, nog verbonden met het tonen van krijgslust (‘wij verdedigen het land’) en met verboden en protocollen die de rangen- en standenmaatschappij weerspiegelden. En terwijl vrouwen zeker joegen, lijkt er hier ook iets over man-vrouwverhoudingen gezegd te worden.
Het schilderij zag ik vorige week in het Prado in Madrid en ik besloot naar Aranjuez te gaan, een kleine vijftig kilometer ten zuiden van de hoofdstad gelegen in de vruchtbare vlakte waar de Taag en de Jarama samenvloeien. Aranjuez behoort sinds de vijftiende eeuw tot de bezittingen van de Spaanse kroon maar onder Filips II werd het pas een echt zomerpaleis, een buitenplaats waar de koninklijke familie tussen mei en oktober verbleef. In 1552, hij was toen nog prins, liet Filips al kunstmatige meren aanleggen om vogels te lokken die hij nodig had voor de valkenjacht. Filips, ‘onze’ Overheerser, wordt in Spanje ook gezien als een typische Renaissance prins, met grote belangstelling voor de wereld om hem heen -hij was gek op planten en bomen en hij liet kaarsrechte lanen en volgens rasterpatronen ingeplante boomgaarden aanleggen en maakte van Aranjuez ook een centrum voor botanische experimenten. Planten uit de ‘nieuwe’ wereld werden ernaartoe gebracht om te acclimatiseren. Een uitgekiend systeem van irrigatiekanalen bevloeide de tuinen en boomgaarden. Het menselijk vernuft triomfeerde over de natuur om deze om te vormen tot een nieuw paradijs.
In de achttiende eeuw, onder Filips V en vooral Ferdinand VI en zijn vrouw Bárbara de Braganza, zou dit nog veel verder worden doorgevoerd. Aranjuez, waar sinds Filips II een ‘bouwverbod’ gold, krijgt naast een paleis ook een stad, door architect Santiago Bonavia volgens strikt rationele principes opgebouwd, dat wil zeggen met een raster van straten die onder negentig graden kruisen, en kavels die uniform bebouwd moesten worden. Hier werd de enorme hofhouding gestald -die moest opdraven bij de strak geregisseerde feesten en ontvangsten in de tuinen en op het water.
Heel veel van de oude grandeur is er nog, zelfs de oude waterwerken van Filips functioneren nog. Maar toch. Het paleis, waarin heus wel schitterende zalen zijn, is voornamelijk gevuld met zielloze Bourbonpronk. De tuinen bij het paleis zijn even helemaal geweldig, ze lijken wel bossen met een ondergroei van buxus (schaduw werd in Spanje uiteraard nog meer gewaardeerd dan bij ons). Het ontwerp op deze landtong tussen de rivierarmen is briljant met zijn voortdurende herhaling van hoeken van 33 graden. Maar je hebt wel snel door ‘hoe ’t zit’. Al zijn de beelden en fonteinen zeventiende eeuws, ze staan precies op de plek waar je ze verwacht (op de kruising van paden) en zijn daardoor weinig spannend. Dat krijg je als het verstand de natuur volledig gaat bepalen. Een vallend blad is al haast een dissonant -een heel welkome. Ik vermaak me met de roodborstjes en eekhoorns. Maar wat op deze winterse dag mist, zijn mensen die het paradijs bevolken.
Voor deze post is onder meer gebruik gemaakt van het ‘papierwerk’ dat ingediend werd om op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te komen, als Cutural Landscape Heritage of Humanity. Er is ook aandacht voor de bijzondere natuur in de omgeving.
geef een reactie