De hemel boven Haarlem
Museum De Hallen Haarlem heeft weer een zomertentoonstelling: Lucht! (in de Nederlandse kunst sinds 1850), een vervolg op Naar Zee en Zó Hollands. De mooiste Hollandse luchten zijn misschien wel die op de ‘Haerlempjes’ van Jacob van Ruisdael (1628-1682), zoals in het Rijksmuseum of Mauritshuis te zien. Zeker, die schilderijen tonen een zicht op de stad, maar het doek wordt voor meer dan tweederde ingenomen door de lucht, ’t Groot Gewelf. Als de stad met zijn Grote of Sint-Bavokerk niet zo’n kenmerkend silhouet had, zou je haar nauwelijks herkennen. Het is niet bekend of Ruisdael iets bedoelde met zijn landschappen. Omdat er, door heel kleine figuurtjes, gewerkt wordt op het land en in de blekerijen, is wel gesuggereerd dat Ruisdael ons wijst op Gods welgevallen: de deugdzame mens arbeidt. Maar boven de welvarende stad hangt ook een donkere wolk: een vingerwijzing niet hoogmoedig te worden? We weten het niet, en wat lijkt de zeventiende eeuw dan ver weg.
In De Hallen bewonder ik Willem Roelofs (1822-1897). Zijn landschappen bestaan ‘in het echt’ nauwelijks meer, maar zijn doeken hebben toch nog iets innig vertrouwds. Roelofs, die een fabuleuze techniek had, zowel in olie- als in waterverf, was duidelijk over wat hij met zijn landschappen wilde: “Het doel, het streven van de kunst, is als dat van de muziek, te ontroeren’. Een ‘stomnatuurlijk’ landschap, waarbij de kunstenaar alleen weergeeft wat hij ziet, daar had hij niks mee. Zijn werk lijkt altijd een tevredenheid uit te drukken, ook als hij donderwolken schildert. Maar het is een tevredenheid van tóen. De ontroering heeft nu een akelige keerzijde, we voelen onze ontevredenheid en gehaast zoeken we naar iets wat die kan wegnemen.
Een van de fijnste werken uit de Nederlandse na-oorlogse kunst is Della Scultura & La Luce van Marinus Boezem. De kunstenaar is het bekendst door De Groene Kathedraal bij Almere. Op basis van de plattegrond van de Notre Dame in Reims plantte hij er 178 populieren. Omgeven door groene muren, ondertussen behoorlijk hoog, kijk je naar de hemel. Maar Della Scultura dus. Het kunstwerk bestaat uit een ronde doos. Als je die opent, bevindt zich in de bodem een berglandschap (van de Mont Blanc en omgeving) in reliëf. In het deksel een ultramarijne hemel met de sterrentekens in wit. Een tel heeft de kunstenaar je te pakken. “Hij heeft het hele universum opgesloten in deze kleine doos” zei Fleur Junier ooit. (Zij is conservator bij Museum Jan Cunen in Oss dat een doos bezit -de kunstenaar maakte er vijf).
Het is een bleke dag als ik in Haarlem ben. Op zolder in De Hallen kan ik de lucht zien. Ik kijk er zomaar een kwartier na. Dat is langer dan naar welk schilderij ook.
geef een reactie
André Smit
Beste Marcel,
Leuk zoals jij altijd weer tentoonstellingen bezoekt die ook op ons lijstje staan !.
Logisch: een kwartier naar wolken kijken is nooit genoeg ( dan krijg je ook jouw resultaat !): wolken moeten de hele dag worden bekeken. Kijk maar eens naar de website van de “society” http://cloudappreciationsociety.org/. Als je ze ook in de hand wil hebben : “Clouds that look like things” en “extraordinary clouds” zijn aanraders voor de boekenkast.
groet,
André Smit
Roswitha Wiedijk
Bedankt voor weer een mooi, inspirerend stukje. Waarbij dingen die je ooit gezien of gelezen hebt weer naar boven komen en zomaar in het fraaie geheel passen.
En die laatste zinnen blijven lang hangen. Iets om bij stil te staan, letterlijk en figuurlijk…