Subtiel spel van betonnen kolossen
In 2009 bestond de Zeeuwse Wilhelminapolder (bij Goes) 200 jaar. Het kunstwerk dat die gelegenheid markeert werd afgelopen vrijdag officieel opgeleverd. Dat er zoveel tijd zit tussen een idee en de uitvoering ervan komt door de Nederlandse regelgeving. Waar ik overigens helemaal niet tegen ben, het gaat tenslotte om de openbare ruimte en daar moet je zorgvuldig mee omgaan. En dan hadden ze ’t in Zeeland nog makkelijk, het kunstwerk ligt op landbouwgrond, dus allerlei lastig te verkrijgen ontheffingen in verband met natuurwaarden, hoefden niet.
Het landschap van de polder is weids en hoekig: strakke percelen, dijken die een scherpe hoek met het maaiveld maken, lanen met de bomen in het gelid. Het land dat geploegd is voor de aardappels ligt er met zijn patroon van voren bij als een kunstwerk op zich. Hooguit bij een rafelrandje van Natuurmonumenten is het wat minder geordend. De Duitse kunstenaar Michael Beutler (1976) ontwierp voor dit landschap negen betonnen sculpturen met juist ronde vormen. Maar rond is hier niet zuiver bol, de werken zijn afgeplat of ‘scheef’. Alsof er iets niet lekker uit een geboortekanaal is gekomen. Wat is er aan de hand?
Elk werk bestaat uit twee dezelfde onderdelen die niet helemaal sluitend op elkaar gezet zijn. Er ontstaat een duidelijke ‘naad’, de hartlijn van het kunstwerk. En bij alle negen kolossen, hoe verschillend ook, ligt die lijn op 3,80 meter boven NAP. Je zou er een denkbeeldige waterpas tussen kunnen leggen. Zelfs als je dat niet weet, is er toch een verbinding tussen de werken: ze liggen telkens op zichtafstand van elkaar. Het oog gaat zo op verkenning in de polder. En dan wil je ook van punt naar punt, de polder door. Slechts een werk ligt als verrassing buitendijks, aan de Oosterschelde.
De ‘bollen’ zijn al door de bevolking in bezit genomen. Op een staat een bescheiden ‘graffiti’ (“Goes 3 km / Kwadendamme 15 km”, met een pijl naar links). En met Pasen was er een met geel cellofaan verpakt – een nieuwe traditie voor de Wilhelminapolder?
Heeft mijn oog er een afwijking voor? Ook hier werd ik, net als bij het werk in beton (en staal) van Paul de Kort in Overijssel, weer getroffen door het contrast van harde door mensenhanden gemaakte materialen en vormen aan de ene kant en het tere maar volmaakte van een slakkenhuis aan de andere kant.
geef een reactie