www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Mondriaan; tussen voorstelling en compositie

5 februari 2014 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

mondriaan per and oceanmondriaan compositie 10

 

 

 

 

Van Mondriaans prachtige serie Pier and Ocean, waarop de paalhoofden voor de Domburgse kust te zien zijn, wisten we het natuurlijk al – het is zelfs een kunsthistorische klassieker: alle tekeningen vormen een opmaat naar de abstracte Compositie 10 in zwart wit uit 1915. Zeker als je de titel erbij hebt, kun je in de Pier and Ocean tekeningen het lijnenspel herkennen dat de golfbrekers, de golven zelf en bijvoorbeeld een fonkelende sterrennacht boven zee, met elkaar vormen. De Compositie lijkt er nog verdomd veel op, maar is voorstellingsloos. De onderlinge verhoudingen van de lijnen zijn geen verwijzing meer naar het landschap. Maar dat wil niet zeggen dat ze niks uitdrukken. Mondriaan zocht, en hier wordt het wat hoogdravend, naar iets universeels dat het nietige, het veranderlijke en ‘klein-menschelijke’ overstijgt. Dat universele is ook in het landschap maar het landschap als voorstelling is niet in de compositie.
In het Gemeente Museum in Den Haag is nu een tentoonstelling te zien over Mondriaan in zijn eerste Parijse periode, tussen 1912 en 1914. Toen hij terugkwam in Nederland stelde hij bij galerie Walrecht in Den Haag zestien composities tentoon. Duidelijk was dat hij goed naar de kubisten gekeken had. Maar Mondriaan ging nog veel verder. Hij ging tot de kern. Het Gemeente Museum maakt duidelijk dat hij daarvoor zijn eigen, ouder werk als basis gebruikte. Studie bomen 2 uit 1912 zou heel goed het uitgangspunt geweest kunnen zijn voor Compositie No. VII, en een negentiende-eeuws werk, Hooischelf -dat een realistisch boerenlandschap toont – leidde tot Compositie No. VIII.
mondriaan denneboschmondriaan compositie XIV

Er is een heleboel wetenschappelijk onderzoek aan te pas gekomen om dit soort veronderstellingen te onderbouwen. Met röntgen en doorvallend infrarood licht fotografie is bijvoorbeeld onder het verfoppervlak gekeken. Daarmee kun je achterhalen wat de eerste opzet van Mondriaan was. En wat bleek zoal? Hoogst waarschijnlijk vormt Dennebosch uit 1906 de grond voor Compositie No. XIV.

Mondriaan heeft zijn werk zelden concreet toegelicht. Maar in 1916, toen kunstpaus H.P. Bremmer van Compostie 10 in zwart wit had gezegd dat het een ‘kerststemming was’, antwoorde hij: “Als men de kerstidee werkelijk abstract beeldt, beeldt men rust, evenwicht, domineeren van het geestelijke, etc. – zoo zal U ’t bedoeld hebben, maar de lûi zijn te – om ’t zoo op te vatten.”

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog