Het vergulden van de lelie
Wie een beetje tuiniert weet dat de winter helemaal niet saai is. Dat het echt niet gaat om altijd maar die ‘junimaand’ als horticulti hoogtepunt. In de natuur is het altijd seizoen. Wat dacht je van een sprookjeslandschap met kerstrozen (nu!) of al die bollen en knollen die je bijna kunt horen, zoveel groeikracht lijken ze aan de dag te leggen.
Maar ik wil het hebben over een van mijn lievelingsplanten, de Salomonszegel. (Het is heel chic om ‘het Salomonszegel’ te schrijven). Dat duurt nog lang, voordat die bloeit. Toch is hij ook in de winter interessant. Hij heeft namelijk een wortelstok die vaak wat boven de grond uitsteekt en er in eerste instantie uitziet als iets dat elk moment kan gaan bewegen. Als je beter kijkt, begrijp je de wetenschappelijke naam van de plant: Polygonatum odoratum. Die komt van het Griekse ‘polys’ (veel) en ‘gony’ dat knie of knoop betekent (‘odoratum’ slaat op zijn welriekendheid, nu niet aan de orde). Maar er is meer. De bloeistengels laten bij het afsterven een kringvormig litteken achter. Dat vind ik heel poëtisch: een herinnering aan alle jaren dat hij bloeide en een belofte voor een komend seizoen.
In de middeleeuwen zag men in de littekens de afdruk van de zegelring van koning Salomo, vandaar de Middellatijnse naam Sigillum salomonis en later de Nederlandse naam Salomonszegel. Zo staat het in H. Kleijns Planten en hun naam – waaruit bijna iedereen op het internet overschrijft. Ach, met wat fantasie, waarom niet. En toch, waarom Salomo? De site tuinieren.nl meldt dat de kringen op de wortelstok de vorm van de letter ‘S’ hebben. Dat zou een fraaie verklaring zijn. Alleen, ik zie geen ‘S’. Ook niet na het uitgraven van een wortelstok, om hem echt goed te bekijken.
Een ‘bloemenhealer’ op het internet heeft de oplossing. Zij schrijft dat als je de wortelstok doorsnijdt zich een zeshoekige ster aftekent. (Die het zegel van Salomo is). Ik had hem toch al uit de grond gehaald, dus klieven kon er ook nog wel bij. Niks te zien. Een winterpeen is fraaier. Ik stop het restant wortelstok terug in de grond. Ik weet bijna zeker dat het wel weer uitloopt.
Wat zijn volksnamen dan een opluchting: Witwortel, dat heerlijk voor zich spreekt, is helaas verdwenen maar in Oostelijk Drenthe schijn je Adderkruid nog wel te horen. Ook een logische naam als je de slangachtige geleding van de wortel bekijkt. En zou hij in het Noorden van Drenthe nog Mot [zeug]-met-biggen genoemd worden? Die naam snap je als je de plant ziet bloeien, alsof de bloemetjes aanliggen.
Les één: natuur hoef je niet fraaier te maken dan ze is.
geef een reactie