Over raven en boomlijken
Vorige week zag ik op Elswout, de buitenplaats in Overveen, wat de najaarsstormen hadden aangericht. Vooral de gevelde monumentale linde maakte indruk. Is er nog een kans dat deze boom uitloopt in het voorjaar? Of gaat dat er gewoon zo raar uitzien dat je een gemankeerd parkbeeld krijgt en dat je maar beter de boel kunt opruimen en een nieuwe planten? Want ja, (praktisch) dood hout leeft, maar dat laat je dan maar in een natuurbos liggen (of staan), niet in een parkbos, dat een kunstwerk is.
Alhoewel, sommige achttiende-eeuwse landschapsarchitecten, vooral in Engeland, werkten wel met dode bomen. De ruïne van een woudreus kon dan nationalistische gedachten oproepen en verwijzen naar de heroïek van Angelsaksen, Kelten of welke groep maar de voorkeur genoot. Ook kon je bij zo’n dode boom de vergankelijkheid van alles eens fijn overdenken.
Toch maar een nieuwe linde op Elswout, denk ik.
Hele andere ‘stormschade’ zag ik diezelfde week in de Maashorst in Oss. Eerst dacht ik nog aan een freak wind, maar zelfs daar zag het er iets te kunstmatig voor uit. Hier is sprake van door mensen nagebootste windworp: met wortelkluit en al worden bomen omgetrokken of opgewipt. De enorme ravage die ontstaat, is de bedoeling. Er vindt namelijk omvorming plaats: van productiebos, met een of twee soorten bomen, meestal van dezelfde leeftijd, naar soortenrijk natuurbos. Daar is veel voor te zeggen. Al sinds de jaren zeventig wijst bioloog en bosbouwer Hans van der Lans op de kansen die de natuur weer krijgt als je haar eerst een handje helpt. Veel mossen, paddestoelen en insecten gedijen op en in dood hout. Opgaand dood hout is interessant voor allerlei vogels, ook om in te broeden. Op open plekken komt weer zonlicht op de bosbodem en kunnen er allerlei planten groeien die in een bos met een gesloten dak, geen kans kregen. In een ideale situatie komen er dan ook dieren voor die, bijvoorbeeld na een storm, plekken een tijdje openhouden met hun gegraas. Vooral natuurlijke bosranden zijn bijzonder rijk aan soorten omdat licht en schaduw, nat en droog, blootgesteld aan de wind of juist beschut daar zo sterk variëren. Kortom, het wordt heus wel wat daar in Oss. Sterker nog, op sommige plekken ís het al wat. Dat bewijst de komst van de raaf. Deze mythische vogel voelt er zich prima thuis. Ik dacht nog even dat het alleen in films voorkomt, maar de boswachter vertelde me dat het waar is dat raven pasgeboren lammetjes doodpikken. Hij had het zelf meegemaakt dit voorjaar.
En toch. Ik was er met vijf vrijwilligers van Staatsbosbeheer en die waren wel blij dat bij ons de lanen nog stonden en dat de windworp bij de buren (de gemeente Oss) plaatsvond.
geef een reactie