Het mos van Elswout
Daar heb ik nou enorm het land aan: bladblazers. Ze maken gewoon te veel lawaai. Maar toch snap ik wel dat de beheerders op Elswout (in Overveen) de krengen gebruiken en niet heel zen aan het harken slaan. Er moeten namelijk héél veel blaadjes verwijderd worden. Die vallen op het mos en zouden het verstikken als ze bleven liggen. En dat naturlijk proces is hier niet de bedoeling. Het mos hoort bij het ontwerp. Tenminste dat vermoeden we. Er is in ieder geval al heel lang mos in deze partij van Elswout die in opdracht van Jacob Boreel is aangelegd en voor 1781 gereed was.
Dit deel van het park, bij de Tempelberg en de kleine vijver bereik je via een soort kloof. Onderzoekers vermoeden dat vrouw en dochter Boreel grote invloed hebben gehad op het Romantische ontwerp van het park dat meestal toegschreven wordt aan de landschapsarchitect J. G. Michael. De Boreels hadden tijd doorgebracht in Engeland en daar was het all the rage om een ‘Vale of Venus’, een Venusvallei aan te leggen in je landschapspark. Het beroemdste voorbeeld is van William Kent.
Zou dat op Elswout ook de bedoeling zijn geweest? Ooit stond er een echt tempeltje op de berg. Dat was gewijd aan ‘de Arcadische goden’. Dus zo gek is de gedachte nog niet. Als je er nu komt, kun je het je zó voorstellen. Het is onhollands heuvelachtig en mysterieus. Das Land der Griechen mit der Seele suchen.
Ik vermoed dat er buiten het immense Elswoutarchief om, nog steeds brieven of dagboeken zijn die ons een blik kunnen gunnen in de beleving van bezoekers in de achttiende eeuw. Wat waren hun beschouwingen? Genoten ze in de zomer van de koelte en de schaduw in de vallei? Zou er misschien iets frivools vastgelegd zijn?
Ik stel me tevreden met de natuurbespiegelingen van Elisabeth Maria Post (1755-1812). Zij is nooit op Elswout geweest maar kende vele Utrechtse en Gelderse buitenplaatsen. In haar briefroman Het Land, in Brieven staat een prachtige passage:
“Verbeeld u eenen onafzienbaren kring van meestal oude bemoste bomen…vogelen…al luisterende naar hunnen wildzang, dwaalden wij, met stil genoegen, op de kronkelede bospaden…Overal was grond met moschplantjes versierd, zoo onderscheiden in soort als in schoonheid: -deze vertoonden netbesneden en tweekleurigen bladen; andere donkergroene pluimpjes, en weer anderen, van een zagte zeegroene kleur, hadden keuriggevormde takjes en blaadjes; en teekenden in ’t klein een rijzig woud of kreupelboschje.”
Hoe mooi, om in een mosje een woud te zien!
geef een reactie
meta
haha, sneller dan mijn eigen schaduw! zal het maar opbiechten: ik heb de signalering aangezet
emiel
Prachtig, zonder gedetermineer, zonder naamgeving, toch de wonderschone moswereld beschrijven!
Laurien van der Vaart
Leuk verhaal! Ik ben onlangs in de geschiedenis van Elswout gedoken, maar wat de bezoekers precies aan het park te zien kregen, is vaak summier. Het gaat vaak over technische omschrijvingen van de tuinaanleg, of onderdelen ervan. Of het gaat over het eten dat de gasten kregen voorgeschoteld….Dat is wel jammer, maar ja, dan hebben we nog wat te fantaseren over! (zie http://www.buitenpaden11plus.nl/eropuit/).
Laurien van der Vaart
Leuk verhaal! Ik ben onlangs in de geschiedenis van Elswout gedoken, maar wat de bezoekers precies aan het park te zien kregen, is vaak summier. Het gaat vaak over technische omschrijvingen van de tuinaanleg, of onderdelen ervan. Of het gaat over het eten dat de gasten kregen voorgeschoteld….Dat is wel jammer, maar ja, dan hebben we nog wat te fantaseren over! (zie http://www.buitenpaden11plus.nl/eropuit/).
meta
wat heeft ze al wandelend die mosjes goed bekeken!
marcelvanool
Ja, zij was echt onderzoekster (meestal volgde dan wel een religieuze interpretatie, maar goed).
Want ben jij trouwens een snelle lezer!
meta
haha, sneller dan mijn eigen schaduw! zal het maar opbiechten: ik heb de signalering aangezet