To catch a falling feather
In Arti in Amsterdam tonen zes kunstenaars werk dat, zo meldt de flyer, voortkomt uit hun ‘poëtische opmerkzaamheid’. Dat klinkt vreselijk, een soort kunstgewauwel dat op alles en niks slaat. En toch is het een goede omschrijving van wat ik zag.
Er hangt een geweldige waterval van Erik Odijk. En onmiddellijk moest ik denken aan een andere waterval. Totaal anders, maar in beide gevallen is de essentie van de waterval getroffen.En om dat te kunnen is er inderdaad zoiets nodig als ‘poëtische opmerkzaamheid’. Uit de eindeloze stroom van veranderlijkheid, is er één moment dat uit de tijd uitgespaard is. Bij de kunstenaar van het onderste werk, de Japanner Shibata Zeshin, gaat het om een direct weergeven van wat waargenomen werd. Eigenlijk zoals bij het schrijven van een haiku, waarover de grote vertaalster J. van Tooren schreef: “[het is] een snelle, betekenisvolle natuurimpressie waarin een intuïtief en plotseling gevoel van eenheid met al wat is tot uitdruking wordt gebracht.” En de haiku, of in dit geval de schildering, brengt dat gevoel weer over op de lezer respectievelijk kijker.
Odijks waterval deed dat bij mij. Maar zijn werk is zeker niet direct. In eindeloos gekriebel en gekrabbel peurt hij zijn beeld te voorschijn. Maar toen zag ik deze docu over hem. Het moment met de camera in de natuur is wel degelijk van een dichterlijk patsboem-dat-is-het.[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=MuKZM6LoW7E&w=560&h=315]
Even was ik op het verkeerde spoor gezet. Dat gebeurde bij het werk van Eelco Brand. Haast automatisch dacht ik een oud bos te zien, met ook iets Japans en heel veel echo’s van romantische kunst. Maar dit is dus geen bos. Althans geen levend bos, buiten. Het is door Brand, achter zijn computer, als het ware gekneed uit virtuele modelleerklei. Brand maakt zijn eigen natuur. En daar krijgt hij soms wat zure reacties op. Ik vind zijn parallelle werelden heel fascinerend. Computers en hun software rekken de mogelijkheden van wat een kunstenaar kan verbeelden behoorlijk op. Bij Brand gaat het nog steeds daar om: verbeelding. Er ontstaat bij sommige mensen al snel de angst dat er voorbij gegaan wordt aan de daadwerkelijke natuur. Maar wat is eigenlijk het verschil met Ruisdael, die een waterval uit Noorwegen (waar hij nooit geweest is) combineerde met Hollandse natuur, of duingezichten samenvoegde met landschappen uit het Gelderse? [youtube=http://www.youtube.com/watch?v=91WPYahG8gM&w=560&h=315]
‘To catch a feather’ is nog tot en met 6 oktober te zien.
geef een reactie
Een waterval in klei | BuitenPlaatsen
[…] Uitgeverij Karnak, 1979. Kunstenaars waarover ik eerder schreef en die nu te zien zijn in Coda: Erik Odijk, Sjoerd […]