De mooiste muren
Bij restauraties houd ik altijd mijn hart vast. Te vaak gaat het om renovaties waarbij ook de ziel van een gebouw er vakkundig wordt uitgeslagen. Dat is gelukkig niet gebeurd bij Fort Rammekens, dat vorige week ‘heropend’ werd. Het betreft daar dan ook geen restauratie in de traditionele betekenis van het woord, maar een consolidatie. Daarbij streef je er niet naar een gebouw ‘in zijn oorspronkelijke staat’ te brengen, of ’terug te restaureren’ naar zijn glorietijd. Nee, je toont alle levensfases van het gebouw, min of meer zoals je het aantrof. De ingrepen die je wel doet zijn erop gericht schade aan de constructie te herstellen en te voorkomen. Bij Rammekens betekende dat bijvoorbeeld het afdekken van de kazematten met bitumen. Insijpelend water kan namelijk de boel enorm ontwrichten. Van die ingreep zie je trouwens niets. Bovenop de bitumen kwam weer een afdeklaag van aarde, net zoals die er voorheen lag.
Alleen van binnen gaat iets veranderen. Al dat binnendruppelend water zorgde op sommige plekken voor zoveel zout- en kalkafzetting dat zich op de muren het begin van stalactietvorming aftekende. Die druipstenen zullen de grond nooit gaan raken.
Ik ben weg van de muren op het fort. Niet alleen van alle soorten baksteen en natuursteen, maar ook van alles wat er tussen groeit. Van boswachter Peter Maas krijg ik een klein college. We staan aan de Zuidflank van het fort. De muren zijn gestoofd door de zon. Zelfs na de regen geven ze nog warmte af. Voor de geur alleen al zou ik naar Zeeland reizen. We zien mossen en korstmossen (die moeten nog door een expert geïnventariseerd worden), varens en veel spul waar het fort bekend om is: muurbloem, die in mei-juni zuiver geel bloeit. In het zeeuws schijnt die ‘vlier’ genoemd te worden. Het Zeeuws woordenboek online kon mij niet vertellen hoe een vlierboom dan heet – die overigens ook op het fort groeit. Maar die wil je niet te veel in je muren. Verder is er zandkool, die je kunt eten en als rucola smaakt en de stinkende ballote bloeit mooi paars. Ik dacht eerst dat het een soort munt was. Het blad kneuzen helpt me snel uit de droom. En er zijn massa’s muurleeuwenbek, enorme baarden hangen er langs de muren.
Ik mag graag foeteren op de lelijkheid van veel industriecomplexen in Nederland. Maar hier hoort dat uitzicht op onze tijd er gewoon bij. Een containerschip op de Schelde. Je hoort wulp en tureluur. Zo Zeeuws.
geef een reactie