Een zomer vol fabeldieren
Voor wie nog inspiratie nodig heeft voor de Oproep van 25 juli: in het Rembrandthuis zijn nu fabeldieren en fantasiewezens genoeg. Ze zijn van Peter Vos (1935-2010), de tekenaar die vooral bekend is van zijn werk voor Vrij Nederland (‘het leeuwtje’), zijn beestenkwartet uit 1970 en de illustraties die hij maakte voor Sprookjes van de Lage Landen (1972) – die had toch iedereen? De creaturen die nu in Amsterdam te zien zijn, tekende Vos veelal naar verhalen uit de oudheid, van Vergilius, Ovidius of Homerus. We zien een afschuwwekkende harpij (vogel met vrouwenhoofd) die een rat verslindt, een wat meelijkwekkende cycloop (eenogige reus) en een minotaurus, die een mannenlijf met een stierenkop en -staart heeft. Vos tekende hem als blaarkop en als lakenvelder…
Maar er zijn vooral veel metamorfosen (gedaanteverwisselingen) te zien, gebaseerd op de mythologische verhalen die Ovidius in de eerste eeuw na Christus optekende. Vos koos de transformaties die passen bij een van zijn grootste passies: vogels. Ik had geen idee dat er zoveel metamorfoses zijn met dat thema: Pierus’ dochters die veranderen in eksters, Meleagers zussen die parelhoenders worden, Nyctimine zien we overgaan in een steenuil en Ascalaphus in een ransuil.
Ze zijn allemaal bijzonder goed getekend, maar vat dat niet te letterlijk op, als in ‘het lijkt sprekend’. Die dochtereksters bijvoorbeeld zijn niet net als de beesten die je ’s ochtends wakker krassen. Nee, het zijn nieuwe wezens die iets behouden hebben van hun oude gestalte. Dat maakt de tekeningen van Vos juist zo sterk en een beetje verontrustend, je ziet iets menselijks in het dier en iets dierlijks in de mens.
Niet dat Vos niet ‘gewoon’ een vogel kon tekenen. Dat kon hij als de beste. Kijk maar naar zijn schetsboeken die hij bijhield op vogelexcursies.
Technische perfectie én verbeelding, als die bij elkaar komen krijg je kunst. En wat dat eerste betreft, dat is vooral heel hard werken. Vos kreeg ooit op de Amsterdamse Rijksacademie van zijn leraar te horen: “Dat begint op kunst te lijken wat u daar doet. Dat doet u thuis maar. Hier bent u om een vak te leren.”
Opvallend dat de beste tekenaars van het land vogelaars zijn. Peter van Straaten en Siegfried Woldhek, die zich als leerlingen van Vos beschouwen, vogelen ook en soms trokken ze er gedrieën op uit. Wat zou dat nou zijn? Bij Staatsbosbeheer ken ik ook een heleboel vogelaars. Uren turen, heel lang stil zijn…Peter Vos zei eens “Wij zijn er om te kijken, niet om bekeken te worden.” Maar is het niet toch ook andersom: één blik van een vogel…alsof de hele natuur jou ziet.
geef een reactie